skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg

De opvang van een miljoen Belgische vluchtelingen

Op de foto-site van BHIC vinden we onder identificatienummer 1219 een groot aantal afbeeldingen van provisorische barakken aangeduid als “Vluchtoord Uden”. Om de barakken hekken en prikkeldraadrollen, poorten met wachthuisjes voor kennelijke bewakers, slagbomen en wachttorens. Steeds weer worden de bezoekers van de site gevraagd of iemand wéét wie precies de menselijke figuren zijn die als kennelijke bewoners van dit oord zijn aangeduid.


Bewaarschool II met zuster Vastradis in hetVluchtoord Uden, opvangkamp voor Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog, nummer: 

Tussen hen in rijkelijk besnorde Nederlandse infanteristen, marechaussees en veldwachters. Dat zijn dan vermoedelijk, gist de toevallige bezoeker de bewakers van oord, barakken en centrale voorzieningen, waaronder een gaarkeukengebouw, scholen, een hospitaal en een vlucht ontspanningsgebouwen. Het gaat hier om een kampement van enige omvang tussen 1916-1919. Over de bewoners geeft BHIC meteen de terechte aanwijzing dat het gaat om Belgische vluchtelingen. Is er, zo vraagt BHIC, iets méér te zeggen aan details?

De Belgische inval van 3 augustus 1914 volgens het Von Schlieffenplan

Het Duitse keizerrijk was sedert 8 december 1912 vast van plan België binnen te vallen met het oogmerk Frankrijk verpletterend te verslaan in een veertigdaagse veldtocht. Op die datum hield keizer Wilhelm een beruchte Kroonraad, in een opwelling van mateloze frustratie omdat Duitsland diplomatiek niet in staat bleek een effectieve defensiealliantie te kunnen sluiten met de westelijke mogendheden. Een alliantie waarbij Groot-Brittannië hoe dan ook neutraal zou zijn wanneer Duitsland met Frankrijk in conflict zou komen.

Wilhelm verhief een operatief aanvalsplan van graaf Alfred von Schlieffen tot algemeen strategisch militair ontplooiingsconcept. Het Duitse veldleger zou, om de Franse legers in de rug te kunnen aanvallen dwars door België onder Luik twee legerkorpsen doen opmarcheren. Dezen zouden over de Maas trekken, tussen Namen en Leuven doorzwenken en zich zuidwaarts deployeren. Zij zouden tot aan de Noordzee een langgerekt front vormen en dan onder Parijs oostwaarts marcheren.

De Belgische legers zouden niet vechten. Dat was de werkhypothese. Zij zouden zich terugtrekken rondom Antwerpen. Nederland zou gespaard blijven. Dat zou via de Rijn de primaire voedselvoorraden voor de Duitse burgerbevolking blijven aanvoeren. De Belgen konden de strijd tóch nooit winnen. Hun legers waren hopeloos onvoldoende. Dat wist het Belgisch kabinet. Dus zouden zij geen gevechtshandelingen plegen. Met dit in het achterhoofd rukten de Duitsers op tegen Luik. Op 4 augustus 1914 forceerden ze de eerste overgang bij de Maas. Maar de Belgen vochten tóch. Effectief. Dapper. De Duitsers waren razend. Want ze liepen nu vertraging op. Planmatig hadden ze maar veertig dagen. Dan moest Frankrijk capituleren. Opdat de Duitsers de Russen zouden kunnen aanvallen.

Wraak op de Belgische burgerbevolking

Al op de rechter Maasoever begonnen de Duitsers represailles te plegen op de overvallen burgerij. Ze moordden en verkrachtten erop los. Ze regen baby’s aan de bajonet. Ze stichtten brand. Door Belgisch Limburg en de Kempen gingen de gruwelmaren. De hele plattelandsbevolking sloeg op de vlucht. Zij ging als een vloedgolf westwaarts naar de citadel van Antwerpen. Achter hen de Saksische infanteristen, alle boeren, daggelders, gezinnen, geestelijken en kloosterlingen kneuzend, mishandelend en fusillerend. Het gold geen spontane actie.


 Winkel met personeel op Vluchtoord Uden Foto UDE2248

De Saksers hadden instructie tot deze stelselmatige terreur. Zij waren Lutheraans. De Duitse legerleiding giste dat zij dus wel de pest zouden hebben aan rooms-katholieken. En daarin vergiste zij zich helaas niet. In Leuven stichtten deze Saksische benden ontoombare branden waarbij de wereldberoemde Middeleeuwse incunabelenbibliotheek reddeloos verloren ging. De Brabanders vluchtten nu met de wijkelingen uit het platteland méé. Hun aantal wies al meer en meer, omdat ook de gevangenissen, werkhuizen, internaten, scholen, pensionaten, oorden van publieke onderstand en maatschappelijk hulpbetoon, rijkswerkinrichtingen voor zinnelozen en psychiatrische inrichtingen werden opengezet.

Zij verzamelden zich binnen de eerste fortificatiering van Antwerpen. Daar kwamen zij de inwoners van het Antwerpse centrum tegen: prostituees, bordeelhouders, hun klanten, dokwerkers, zeelui, neringdoenden en notabelen, noem het maar. Uiteraard ongeregistreerd. Want de Duitsers hadden formidabel lange afstandsgeschut ingezet. Gericht op het havengebied. Deze massa zette vanaf 5 oktober onstuitbaar een spurt in noordwaarts. Naar Roosendaal. De grensbewakingsautoriteiten van Nederland trachtten haar tegen te houden. Maar dat lukte niet. Het waren er ontelbaar veel. Geen millioen. Dat getal wordt steeds genoemd. Maar dat is een mythe. Zoveel kon Nederland op dat moment echt niet wegzetten. Wellicht klopt dat getal, als men het totaal-generaal neemt tussen 5 oktober 1914-11 november 1918, wapenstilstandsdag.

Allemaal illegalen

Deze massa kon echt niet bij binnenkomst geregistreerd worden. Dat is pas later gebeurd. Improviserenderwijs. Want deze vluchtelingen waren ongedocumenteerd. Doorgaans. Er was destijds geen asielrecht, dat verdragsmatig was geregeld. Bijna niemand bezat in Europa een paspoort. De mensen reisden niet. Dat was te duur. De Generale Staf in Den Haag wist verder dat onder deze illegalen veel deserteurs zaten, zelfs uit Frankrijk en Engeland. Natuurlijk meldden die zich al helemaal niet aan. Want die zouden meteen geïnterneerd moeten worden.

De parochiële armbesturen in de grensstreken zorgden nu voor opvang. Meestal in kloosters en internaten. En daar werd echt niet gevraagd naar grensoverschrijdingsdocumenten. Wel werden daar de prostituees, schandknapen, sexwerkers, bedelaars, pooiers en vagebonden op zicht geïdentificeerd en afgezonderd onder toezicht van de veldwachten. Generaal Cornelis Snijders, Opperbevelhebber Land- en Zeemacht, was nu als de dóód dat onder deze illegalen spionnen zouden zitten, landverraders en militaire spijtoptanten die te zijner tijd weer contact zouden zoeken met hun legeronderdelen. Die zouden stellig ook bewapend zijn. Zij konden bedreigend zijn voor de neutraliteit van Nederland.

Want Nederland had zich in juli al onvoorwaardelijk neutraal verklaard in de oorlog. De Duitsers konden eisen dat allen die wellicht zich tóch weer in het krijgsbedrijf zouden kunnen storten gevangen zouden worden gezet door Snijders. Daarvoor had hij de voorzieningen niet. Maar hij zond in 1915 een regeeringscommissaris, jhr. mr. G. Ruys de Beerenbrouck. Die moest zorgen dat de gemeenten zorgden voor detentiekampen ter opvang van de illegalen. Daar hadden die gemeenten geen zin in. Want ze kregen geen vergoedingen van rijkswege. De Gemeentewet verplichtte hen er niet toe om tot opvang over te gaan. Die situatie lijkt dus op die van onze dagen. Met alle die dramatisch bivakkerende asielzoekers bij Ter Apel.

Opvangen bij Uden en dan zo snel mogelijk over de Rijn


uit de collectie 1219-008966

Ruys riep nu de hulp in van de Derde Divisie. Die had mobiele brigades: een cyclisten-regiment en een bereden brigade huzaren. Onder leiding van generaal-majoor Van Terwisga. Die divisie was ook nog voornamelijk protestants. Dat was voor Den Haag belangrijk. Want het vertrouwde het katholieke Zuiden niet echt. Die katho’s waren vast stiekem solidair met hun Belgische geloofsgenoten. Die zouden zich best met de Belgen kunnen solidariseren. Dat was ook de reden geweest dat koning Willem I zolang zijn veldleger gemobiliseerd had gehouden in Noord-Brabant tussen 1831-1839. Na de Tiendaagse Veldtocht.

Ook toen was de vrees dat Brabo’s nooit helemaal zuiver op de graat waren wat hun vaderlandslievendheid. Terwisga heude nu zoveel mogelijk deze illegalen van 1914 via de locaalspoorwegen noordwaarts uit het grensgebied, met als centraal verzamelpunt Uden. Dat lag lekker ver weg van de nog steeds gaande bewegingsoorlog, die pas maanden later tot een loopgravenconflict zou verstarren. Er werd niet gevraagd naar rang, stand, herkomst of maatschappelijke functie: iedereen die Belgisch léék werd naar Uden getramd terwijl hij meteen een huisadres in de buurt kon opgeven. Daar zaten dus ook geboren Nederlanders bij die tot hun starre verbazing ineens totale verzorging met voeding, ligging, medische onderstand en bewassing verkregen zonder dat zij zich als publiek armlastig hadden gemeld bij enig armbestuur. Soms zit het mee in het leven.

Aan Ruys de taak om daarin schifting aan te brengen. Hij kreeg daarvoor op den duur in 1916 ook wel administrateurs mee. Toen bleek dat de oorlog langer ging duren dan de drie maanden waarop alle generale staven hadden gerekend. Militairen slaan de plank wel vaker gruwelijk mis. In Uden werd doorlopend hijgerig getimmerd, geschaafd, elektra gelegd en geloodgiet. Want voor Kerstmis moest er een houten stad zijn. Die kwam pas in de zomermaanden van 1916 helemaal gereed. De uiteindelijke zorg was de bewoners zo snel mogelijk boven de Rijn te krijgen. Dat is nooit gelukt. De persoonsregistratie al helemaal niet. Daarom blijft de vraag van BHIC: wie weet wie deze personen zijn? – bij vele foto’s – ook in onze dagen onbeantwoord. Ze is daarom nog niet retorisch.


overzichtsfoto Vluchtoord Uden

Reacties (1)

Aart zei op 3 oktober 2022 om 16:54
Ook de stad Bergen op Zoom heeft tijdens de 1e WO grote aantal Belgische vluchtelingen langdurig van onderdak voorzien. Het militaire oefening terrein “Kiek in de Pot” was daarvoor vrijgemaakt. Voor zover ik weet van eerder gelezen publicaties was er sprake van tenten, barakken, veel modder en ook armoede. Geen fijne omstandigheden voor vluchtelingen dus. Tegenwoordig is dit gebied een stadspark.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen