skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

Krakers en andere 'vreemde vogels': iedereen is welkom op Stoppelveldseweg 1

Een oude boerderij, veel dieren en nog meer idealen: alles op Fazanterie De Rooie Hoeve in Dinther ademt de sfeer van de jaren zestig en zeventig.


De boerderij - vol verhalen & verleden

Het huisje op 1a hebben mijn ouders in 1969 een paar maanden zelf bewoond toen de oude bewoners (de familie Van Eerd) nog aan het bouwen waren aan de Koffiestraat. Ook toen hadden mijn ouders al wat dieren; kippen, jonge eendekuikens - die mochten in de wasbak in de keuken.

Waarschijnlijk begin 1970 zijn mijn ouders dan echt in het grote huis, op nummer 1, komen wonen. Ze zijn begonnen heel veel bomen op het eigen terrein aan te planten, onder andere kerstdennen. Mijn vader werkte door de week in Nijmegen en ‘s avonds en in de weekenden deed hij vanalles in huis en op het terrein. Afrastering maken voor de geitjes die ze inmiddels hadden gekocht. Een waterdicht vijvertje zelf maken en aansmeren met beton voor de ganzen. Er kwamen op een gegeven moment ook kalkoenen bij. En hangbuikzwijntjes.

Paard van Ome Driek

Ook toen de familie Van Eerd eenmaal aan de Koffiestraat was gaan wonen hielden de families contact. Onder andere om daar op te gaan bellen, want mijn ouders hadden in 1970/1971 nog geen telefoon. En een van de mannen had aan de Koffiestraat een broodbakkersoven. Ik mocht als klein kind mee om het brood te kopen dat ik zo lekker vond. Ik weet nu nog precies hoe het rook. Het paard van Ome Driek stond daar ook ergens in een wei.

Onze eigen wei achter werd niet gebruikt, en er kwam een paardje van iemand te staan, die de wei huurde. Op een dag wilde ik met mijn lange stroblonde haar weer het paard gaan aaien. Er was verder niemand bij; we werden niet constant door ouders in de gaten gehouden. Het paard dacht misschien dat er lekker hooi te eten was en trok mij zo aan mijn haar diep het prikkeldraad in.

Ook hebben mijn ouders ‘het huisje’ vaak verhuurd aan vakantiegangers. Daardoor had ik ook wel eens andere kinderen om mee te spelen toen ik nog niet naar school ging. Ook hebben wij een tijdje een jongetje opgenomen in huis, ik denk dat hij blind was. Mijn ouders konden hem begeleiden door hun opleiding en wilden graag dat hij een fijne tijd bij ons had. Hij fietste het liefst heel hard en dat kon toen nog op de weg bij ons, het was een breed zandpad waar niemand kwam. Hij maakte dan constant heel harde “hu-hu-hu”-geluiden om te horen of hij nog op de weg zat.

Contact met krakers

Mijn ouders hadden natuurlijk ontzettend veel ruimte. Op de een of andere manier hebben ze hun leefruimte ook altijd gedeeld met anderen. Jarenlang met 'krakers' die ergens uit een huisje in Dinther waren gezet. Mijn ouders hadden voor hen het huisje op nr 1a. De 'voormalige krakers' hebben dat nog jaren bewoond. Mama heeft nog altijd prettig contact met de vrouwelijke kraker van toen.

Na de geitjes en ganzen kwamen mijn ouders op een dag terug van de Vogeltjesmarkt in Luik (of een andere markt) met wat fazanten. Dat werd hun grote hobby. Mijn vader bouwde hokken, mijn moeder hielp dan met beton draaien en üpperen. In een van de zomervakanties had ik niets te doen en verdiende ik een zakcentje door het gaas van binnen en van buiten mooi zwart te rollen. Iedere keer kwamen er mooie fazanten bij. Ze moesten raszuiver zijn en soms bleken de jonge fazantjes van de markt toch niet zo heel raszuiver. Dan werd een oom gebeld die er wel graag een paar wilde slachten.

Het werd een prachtig park, en mijn ouders wilden dit niet allemaal voor zichzelf houden. De Fazanterie De Rooie Hoeve met ruim 50 verschillende soorten vogels werd opengesteld voor bezoekers, eerst gratis, later kochten mensen een kaartje voor een paar euro en kregen er soms een rondleiding van mijn vader of mijn moeder bij. In 2009/2010 werd er gebouwd aan een Japanse tuin. Veel gratis stenen, gratis planten. Azalea’s en irissen. Er werden ook veel bomen gekocht; Gingko’s, Japanse Esdoorns. En iedere keer weer gingen mijn ouders met een karretje ergens stenen halen. Soms was die kar veel te zwaar beladen.

Theeceremonie

Ook de Japanse tuin werd veel gebruikt - o.a. voor mensen die een theeceremonie boekten. Die werd dan gegeven door mijn tante uit Waalwijk, die zelf diverse keren in Japan was geweest en geleerd had hoe je een theeceremonie moet houden. Geschminkt, met een authentieke pruik op en in oude afgedankte maar toch prachtige kimono’s liep tante rond. Ze had prachtige houten teenslippers met bijpassende teensokken.

Voor de gasten die wat wilden eten of drinken was er een tuinterras. Meestal stond mijn vader of moeder in ‘het winkeltje’ om koffie of ijs te verkopen. En soms verkochten ze een trui met een geborduurde fazant erop. Mensen wilden dat graag als aandenken.

Uiteindelijk heeft mijn moeder ruim 50 jaar aan de Stoppelveldseweg gewoond en papa ongeveer 49 jaar. Vanaf het huis aan de Stoppelveldseweg zijn we naar zijn laatste rustplaats gegaan.

Alles zelf bedacht en gebouwd

Papa verdient hier alle credits. Alles zelf bedacht en opgebouwd; hokken voor de pauwen en fazanten die zij hielden. Een vlindertuin vol kunstwerken van kunstenaars uit binnen- en buitenland. Er werden workshops gegeven, o.a. in beeldende kunst, door de kunstenaars zelf. Diverse kleine projecten steunden mijn ouders. Onder andere om een - in het wild bijna uitgestorven - soort weer op peil te krijgen. Er was een Japanse tuin met authentieke rode boogbrug en een lemen muur voor bonsaïboompjes. Daarachter was nog wat grond, laatste plannen van mijn vader waren om daar een paviljoen in het water te bouwen. Ook toiletgroepen, een keukentje binnen, een badkamer en later nog een extra badkamer werden door papa zelf gebouwd en aangesloten. Papa kwam uit een gezin van bouwvakkers en metselaars en zag of hoorde of vond uit hoe hij zelf het beste kon bouwen. En ik denk dat hij er zelf nog het meeste van genoot. Mensen kwamen hem speciaal zeggen hoe mooi alles toch was.

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 11 mei 2021 om 16:36
Wat een idyllische plek, vol dieren en gastvrijheid. Heel beeldend verwoord ook!
Bedankt voor je mooie bijdrage.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen