Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Tijdens de Operatie Market Garden kwamen in Hoogeloon twee vliegtuigen neer. Market Garden was bedoeld om de bruggen over de Maas, de Waal en de Rijn in te nemen. Daarbij werden op grote schaal transportvliegtuigen, de Douglas C-47A Skytrain, ingezet, die zweefvliegtuigen achter zich aantrokken met zwaarder materieel en manschappen of groepen parachutisten vervoerden.
Op 17 september 1944 begon de grootscheepse actie. De C-47's werden zwaar beschoten door Duits luchtafweergeschut en rond 13.00 uur werd de 'Clay Pigeon’ (de Kleiduif) van 1st Lt. G.R. Brassesco van 436TCG (Troop Carrier Group) / 82 Squadron getroffen, waardoor het toestel (met serienummer 42-100672) brandend naar beneden kwam even ten noorden van Casteren. Flight engineer Sgt. Joe Curreri bracht zich met een parachutesprong in veiligheid. Hij werd opgevangen door pastoor Gijsbers en verborgen in Casteren, en later overgedragen aan Adriaan Goossens, die een grote groep verzameld had.
Daartoe behoorden andere bemanningsleden van de Clay Pigeon, zoals Guide Brassesco, de piloot, die brandwonden en twee gebroken benen had; co-piloot 2nd Lt. Joseph Andrews die ook zwaar gewond was (beiden waren uit het brandende vliegtuigwrak gered door Tinus Smetsers uit Casteren) en S/Sgt. Harry Tinkcom, de radiotelegrafist, die ook een geslaagde parachutesprong had gemaakt en door de pastoor in veiligheid was gebracht. Op 21 september vond deze groep aansluiting bij Engelse troepen.
Terwijl de bemanning er dus relatief goed was afgekomen, goldt dat niet voor de meevliegende paratroopers, getuige het ooggetuigeverslag van Joe Curreri: “het middendeel van de romp stond in lichterlaaie. De paratroopers duwden en elleboogden zich als een panikerende kudde schapen in wilde chaos een weg naar de open deur. Een voor een zag ik ze springen. Door de vaste kabels gingen hun parachutes snel open. Maar de vlammen die achter uit het vliegtuig sloegen, reikten naar hen als een enorme, vurige hand en ik zag met afgrijzen hoe hun parachutes als een fakkel in de hens gingen.” Aan de grond zag hij later nog de geblakerde resten van de laatste twee para’s die niet meer hadden kunnen springen en in het brandende wrak waren omgekomen.
Twee dagen later, op 19 september 1944, stortte bij buurtschap De Pals in Hapert [of in Het Goor in Bladel, zie reactie Bart Beex op 10 november 2021]
een Lancaster III bommenwerper (PB299) neer van het 467 Squadron, gevlogen door F/O A.C. Findlay. De bemanning bestond vooral uit Australiërs. Vier van hen kwamen om bij de crash: Sgt. Dennis Henry Francis Burton (RAAF); Sgt. Harry Hemingway (21) (RAF); F/Sgt. Robert Keith Emrose (21) (RAAF) en F/O William John Woods (27) (RAAF). Zij zijn begraven op het oorlogskerkhof in Bergen op Zoom, graven 30 B 2-5.
Twee bemanningsleden werden krijgsgevangen gemaakt, namelijk F/Sgt. N. Willington (RAAF) en F/Sgt. C.F. Larkin (RAAF). De piloot Alec Findlay slaagde erin uit handen van de Duitsers te blijven. Hij kwam op 23 september in contact met Britse troepen.