Ook in het jaar daarop, 1943, crashten er negen Duitse jagers of moesten ze een noodlanding maken. Op 31 augustus 1943 werd het Duitse Jagdgeschwader I./JG 26 teruggetrokken van Woensdrecht en werd het een stuk stiller, ook al als gevolg van geallieerde bombardementen van het vliegveld. In september 1944 vernielden de Duitsers het terrein en verlieten het. Eind oktober namen de geallieerden het vliegveld opnieuw in gebruik. In februari 1945 staan er nog twee crashes geboekstaafd, dit keer van geallieerde jachtvliegtuigen. Alle twintig crashes op een rij:
Op 9 januari 1942 kwam er een Messerschmitt Bf 109F-4 (werknummer 7432) van het 2./JG 3 neer op het vliegveld. Beim start ausgebrochen, vermeldt de General Quartiermeister Luftwaffe in Verluste bei den Verbänden. Piloot onbekend, het toestel raakte zwaar (voor 65%) beschadigd.
Dezelfde bron vermeldt op 12 mei 1942, dat Uffz. Frischlatzky met zijn Messerschmitt Bf 109F-4 (werknummer 8589) van 4./JG 1 een noodlanding heeft moeten maken als gevolg van bedieningsproblemen. De piloot bracht het er goed vanaf.
Vier dagen later, op 16 mei 1942, moet er opnieuw een Messerschmitt Bf 109F-4, dit keer van III/JG 1, zijn gecrasht op het vliegveld. Nadere gegevens ontbreken. Dat geldt ook voor de Messerschmitt Bf 110 (werknummer 1674) van II/NJG 1 die op 18 mei 1942 naar beneden kwam.
Op 10 juni 1942 moest Lt. H. Tröger van 4./JG 1 om 06.04 uur een noodlanding maken met zijn Focke Wulf Fw 190A-2 (werknummer 0339) vanwege bedienigsproblemen. Het toestel werd voor 90% vernield, maar Tröger kwam er zonder verdere kleerscheuren af.
Minder goed liep het een maand later af met Uffz. A. Auer. Op 6 juli 1942 kreeg hij motorstoring aan zijn Messerschmitt Bf 109A-2 (werknummer 0336) van hetzelfde eskadron 4./JG 1 en stortte neer op het vliegveld. Daarbij verloor hij het leven. Hij ligt nu begraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graf BS-1-20.
Op 28 juli 1942 crashte om 21.10 uur Gfr. K. Gren met zijn Focke Wulf Fw 190A-2 (werknummer 0358) van opnieuw 4./JG 1 direct na het opstijgen van zijn thuisbasis. Over de oorzaak is niets bekend. De piloot bleef ongedeerd.
Dat gold bijna ook voor Uffz. H. Hamann, die op 1 augustus 1942 om 16.16 uur crashte met zijn Focke Wulf Fw 190A-3 (werknummer 5466) van 6./JG 1. Dit keer niet door technische problemen, maar in een luchtgevecht neergeschoten door P/O R.S. Spraque van 71 Squadron. Hamann raakte daarbij wel gewond, maar overleefde het.
Fw. E. Winkler kwam op 27 september 1942 in de buurt van het vliegveld neer vanwege technische problemen met zijn Focke Wulf Fw 190A-4 (werknummer 5569) van 4./JG 1. Hij bleef ongedeerd, zijn toestel was volledig verwoest.
Op 6 april 1943 moest Lt. H. Schwarz van 5./JG 1 een noodlanding maken met zijn Focke Wulf Fw 190A-4 (werknummer 5558) vanwege bedieningsproblemen. Ook hij bleef ongedeerd.
Op 14 mei 1943 moest Lt W. Grimm 4./JG 1 om 13.15 uur een crashlanding maken met zijn Focke Wulf Fw 190A-3 (serienummer 2230), omdat hij aangeschoten was door Amerikaanse jachtvliegtuigen. Hij raakte daarbij gewond.
Op 1 juni 1943, om 16.10 uur, maakte Uffz. K. Wenzlik een crashlanding met zijn Messerschmitt Bf 109G-4 (werknummer 19383) van 2./JG 3. Wenzlik overleefde de crash, maar raakte wel gewond.
Op 24 juni 1943 voerde Lt. R. Haug van 4./JG 1 vanaf Woensdrecht een zogenaamde werkplaatsvlucht uit met zijn Focke Wulf Fw 190A-5 (werknummer 7202). Dat ging niet goed: om 18.06 uur stortte hij zo’n 3 kilometer ten zuiden van Woensdrecht neer en verloor daarbij het leven. Hij ligt begraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graf BS-2-34.
Op 10 juli 1943 kreeg Lt. H. Ertmann van II/JG 1 motorstoring aan zijn Focke Wulf Fw 190A-4 (werknummer 55573). Hij crashte ten noorden van Woensdrecht. Zijn toestel was voor 60% beschadigd, hijzelf raakte gewond.
Op 30 juli 1943 raakte Lt. H. Sprinz van 2./JG 26 verwikkeld in een luchtgevecht met geallieerde vliegtuigen. Om 07.10 stortte zijn Focke Wulf Fw 190A-4 (werknummer 5578) neer in de buurt van Heimolen, Woensdrecht. De piloot kwam daarbij om. Aanvankelijk begraven in Bergen op Zoom is zijn stoffelijk overschot later overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn, graf BS-2-39.
Binnen een week, op 5 september 1943 om 10.25 uur, crashte opnieuw een Duitse jager. Dit keer was het een Messerschmitt Bf 109G-6 (werknummer 20506) van 9./JG 1, gevlogen door Uffz. S. Weberitsch, die Leeuwarden als thuisbasis had. Bij het opstijgen ging het meteen fout, de piloot mankeerde niets.
Op 5 november 1943 crashte om 14.40 uur een Messerschmitt Bf 109G-6 (werknummer 410206) van 2./JG 25. De piloot is tot nu toe onbekend. Het toestel raakte flink beschadigd (65%). Diezelfde maand nog, op 27 november 1943 om 16.46 uur, maakte het laatste Duitse vliegtuig een noodlanding op Woensdrecht als gevolg van slecht weer. Het was een Messerschmitt Bf 109G-5 (werknummer 15540) van Stab/JG 11. Ook dit toestel liep flinke schade op (60%).
In februari 1945 was het vliegveld in gebruik bij de geallieerden onder de codenaam B.79. Tot de squadrons die daar gestationeerd waren, behoorde ook een Nederlands (322) squadron. En ook daar vielen doden. Op 3 februari 1945 verongelukte de Res.1e Lt.Vl. J.G.C. Koes, 25 jaar oud, in zijn Spitfire XVI (registratuienummer RK865, call sign 3W-). Zijn vliegtuig explodeerde in de lucht en kwam in de buurt van Woensdrecht neer. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof van Bergen op Zoom, graf 6 A 5.
Drie dagen later, op 6 februari 1945, liep het beter af voor F/Lt. C. Brown van 66 Squadron, ook gestationeerd op Woensdrecht, die om 14.50 uur met zijn Spitfire XVI (registratienummer SM236, call sign LZ-) tijdens een verkenningsvlucht neerstortte op zo’n 16 kilometer ten noordoosten van Woensdrecht.
