Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Als de Baardwijkse Overlaat in werking trad, betekende dat tegelijk dat het doorgaande verkeer van Waalwijk richting Drunen gestremd werd. Daar werd dan een veer ingezet, om met pont, platbodems en roeiboten reizigers over te zetten. Stond het water maar net boven de rijweg, dan konden voerlieden, onder betaalde begeleiding van een van de veermannen, met hun karren de oversteek maken.
Dat werkte bijna een eeuwlang goed. Maar in 1846 bleek een groep kooplieden uit Waalwijk, Drunen en Nieuwkuijk niet zo gelukkig meer met deze regeling. Aangezien ze bijna dagelijks van de weg door de overlaat gebruik maakten, kenden ze de route net zo goed als de schippers. Ze vonden dat zij echt geen “voorlooping” nodig hadden. Zonder begeleiding spaarden ze ook iedere keer 30 cent uit.
Die begeleiding stamde uit de tijd dat de weg door de overlaat nog niet was bestraat. In die situatie veroorzaakte de stroming van het water grote gaten in de rijbaan, waardoor begeleiding van rijtuigen en karren noodzakelijk was. Maar sinds de weg in 1827 met klinkers was verhard, waren er nooit meer gaten in de weg gevallen. Gedeputeerde Staten bepaalden dan ook dat de begeleide overtocht niet meer nodig was.
Wat wel nodig bleef, was dat de veerlieden de weg bleven afbakenen. Daarom mochten ze per passage een bedrag blijven vragen, oplopend van een cent voor een paard tot vier cent voor een rijtuig met vier wielen en twee paarden. Dat was in ieder geval een veel lager tarief.
Met de verbeteringen aan de doorgaande weg nam het gebruik van de daadwerkelijke veerdienst af en werd er vooral nog gevaren wanneer de weg een behoorlijk stuk onder water stond.
Nog rustiger zal het voor de veerlieden zijn geworden toen in 1890 het pad langs de pas gebouwde spoorbrug over de Overlaat voor voetgangers werd opengesteld.
Na de verlegging van de Maasmond en de aanleg van het Drongelens kanaal begin twintigste eeuw was de Baardwijkse Overlaat overbodig geworden voor de waterhuishouding. De overlaat trad niet meer in werking, het veer was niet meer nodig.