Houtindustrie in Mill

Lamers & Van Strijp

Al vóór 1907 begon Herman van Strijp een stoomhoutzagerij, niet veel later gevolgd door een stoomklompenfabriek, de eerste inrichting van dien aard in de regio. De gebroeders Van Strijp richtten in 1915 een houtbewerkingsfabriek op, waarin behalve klompen ook wagens, wielen en dergelijke werden geproduceerd. De stoommachine die ze installeerden was voor die tijd enorm sterk. Eind juli 1915 werd de nieuwe fabriek in gebruik genomen. Nog geen 8 maanden later ging de fabriek van de firma Lamers & Van Strijp in vlammen op. De schade was enorm, al was gelukkig de boel verzekerd.

Gebr. Van Hout

Niet lang na Herman van Strijp, in 1908 namelijk, had ook Gerard van Hout een stoomklompenfabriek opgericht. De fabriek had een stoomcapaciteit van 150 pk en produceerde klompen, zaagde hout en vervaardigde houtwol. De productie van klompen bedroeg in het begin 1.000 tot 1.200 paar per week. In 1932 was de productie al opgevoerd tot 4.000 à 5.000 paar per week. Van Hout investeerde in deze jaren in een compleet nieuwe fabriek, waar niet alleen klompen, maar ook bouwplaten werden vervaardigd. De fabriek werd in de meidagen van 1940 voor een groot deel verwoest en later weer opgebouwd.

Van Hout groeide na de oorlog uit van een regionale industrie naar een landelijke en zelfs internationale speler. Het assortiment breidde uit en werd natuurlijk ook aangepast aan de vraag, waardoor sommige producten uit de productie verdwenen.

Mill Wood

Als gevolg van ontwikkelingen op de internationale arbeidmarkt verdween uiteindelijk ook de productie uit Mill. Van Hout verruilde in 2003 het dorp voor zogenaamde “bronlanden van het onbewerkte stamhout”, in Oost-Europa en Afrika. Daarvoor in de plaats kwam Mill Wood, importeur en agent van massieve houtproducten, houtdragende plaatmaterialen, houten gebouwen en biobrandstoffen uit bosrijke gebieden in de hele wereld. Zo blijven "Mill" en "hout" nog steeds een paar.