Archieven

69 Onderzoek van een missive van de drossaard van de heerlijkheid van Aalst een klein dorp in kwartier Kempenland inhoudende dat hem door de schepenen en regenten aldaar, zijnde van de roomse religie, is verzekerd dat er buiten de gereformeerde schoolmeester en koster geen manspersonen wonen in het dorp van de gereformeerde religie; bovendien is hem bekend was dat een zekere Adam Wagtelaers rooms priester die ca. 5 jaren aldaar zijn functie heeft bekleed en waargenomen, naar verloop van het eerste jaar van zijn aankomst zich zo turbulent kwaadaardig krakeelachtig en hatelijk had gedragen t.o.v. de schepenen en regenten en vele andere ingezetenen en dat hij, zowel in het kerkenhuis aldaar onder het doen van zijn priesterlijke dienst als in herbergen en particuliere der ingezetenen te lasteren, te schelden, te blameren en affronteren en in haar eer en reputatie te krenken. Het was onmogelijk om dat gedrag nog langer te laten passeren en te verdragen. De oorzaak wordt gezocht in een zonderling twistgierig humeur en om uit de ingezetenen aldaar een verhoging van zijn traktement af te dwingen zoals dat zijn voorgangers hebben genoten, wat hem ook bij zijn aankomst door schepenen regenten en voornaamste ingezetenen van het dorp is beloofd zoals uit de twee bijgevoegde bijlagen blijkt. Dat hij, drossaard, zich verplicht heeft gevoeld deze hooggaande klachten aan de Ho: Mo: bekend te maken en hen te verzoeken deze roomse priester te ontslaan en ‘een exempel aen hem en voor andere dusdanige roomsche arrogante geldsugtige en haer pligt van vreedelieventheit vergeetende priesters te statueeren dewelke alleen bij haer Ho: Mo: conniventie geduld worden en dat de Ho: Mo: gelieven den drossaard te gelasten en te autoriseeren omme deselve Wagtelaers uit naem van haer Ho: Mo: te verbieden van binnen Aalst voorn: ooit of immer eenige rooms priesterlijke functien meer te doen ofte te exerceeren en binnen den tijd van agt eerstkomende dagen van Aalst te delogeeren