Archieven

107 Deling van de nalatenschap van wijlen Willem Hendricks en zijn vrouw Enneke. Cornelis Willems, hun zoon, krijgt daarvan een helft en Marie Wijnants, laatst weduwe van genoemde Willem Hendricks krijgt 3/6 parten en de kinderen, met namen de eerder genoemde Cornelis Willems en de twee kinderen uit het tweede huwelijk, Hendrina en Anna Willems krijgen de resterende 3/6 parten. Het huis aan den dijck gelegen is half voor Cornelis en half voor de weduwe en haar kinderen, evenals de pad voor en langs het huis naar de akkers en nog het erf achter het huis. De vier akkers zijn in tweeën gedeeld. Cornelis krijgt verder twee akkers, zoals afgepaald naast borgemeester Ragaij, ten dele schietende op de pad langs het huis en deels op de Maasdijk. De andere twee akkers zijn voor de weduwe en haar kinderen. Mombers is haar broer Jacob Wijnants.

85 Het voorkind van Augustin Henrix, uit zijn eerste huwelijk met wijlen Linneken Thonissen, genaamd Thrijneken, geassisteerd door haar mombers Lambert Jan Lamberts en Rut Henrix aan de ene kant en de vier nakinderen van Augustin Henrix, uit zijn tweede huwelijk met wijlen Hilleken Jacobs, geassisteerd door hun mombers Ruth Henrix en Jan Jacobs, aan de andere kant; maken een akte van eenkindschap; Het voorkind krijgt een erfenis van haar beste ouders. De nakinderen krijgen ieder 50 Caroli gulden, zodra ze volwassen worden. Als een van de kinderen komt te overlijden voor die tijd, dan vervalt dat bedrag aan de volle boedel. Voor de rest worden allen kinderen gelijk bedeeld.

46 Peter Ragaij, burgemeester van de stad Grave, heeft een stuk uiterwaard in Overlangel, gelegen in het Land van Ravenstein, genaamd de Lier, gekocht. Dat stuk grond is gelegen recht tegenover de herberg aan de sluis van Overlangel. Peter wil dat stuk grond beschermen door enige kribben en hoofdjes in de Maas te laten leggen. Ook wil hij de diepte tussen de Liere en de dijk opvullen en voorzien van een doornen heg. Hierdoor wordt afkalving van de oever voorkomen. Diederick van der Geest, scholtis en dijkgraaf en de gezamenlijke heemraden van de Ravensteinse dijkstoel verlenen hun toestemming op voorwaarde dat de uitstroom van de sluis niet wordt belemmerd. Getekend door Theodorus van der Gheest, dijkgraaf; Laurens van Dijck, heimraad; Johan van Helmont, heimraad; Andries van der Steen, heimraad; Johan van Ravenstein, heimraad; Aart Thomass Vissers, heimraad; Jan Janssen in d'Olimuelen, heimraad; Wiggardus van Well, heimraad; P. Ragaij. Op 05-08-1700 geeft Johan Wilhelm, paltsgraaf van de Rijn, heer van Ravenstein, etc, te Dusseldorf zijn goedkeuring.

192 Jacob de Bruijn en Maria Evers, echtelieden te Overlangel. Maken testament op langstlevende. Erfgenamen hun kinderen met assistentie van Constans Verstraete wonende te Mil en Thomas van Crugten wonende te Ravenstein als curatoren. Ravenstein. Ondertekend: J. de Bruijn; Maria Evers, Fr. de la Roche schepen, J.M. van Orsou schepen, L.van Duren, landschrijver.