en schuldvordering. Maria de Lang weduwe Francis Konings wonende te Haren, verklaard tot regeling der eventuele verdeling van den ouderlijken boedel, tusschen hare kinderen, dat zij aan haren behuwd zoon Johannes van Erp en hare dochter Maria Konings echtelieden, wonende te Haren, heeft toegeteld drie honderd en dertig guldens, en zulks in mindering van dat geene wat gezegde Johannes van Erp en huisvrouw bij overlijden van hunne moeder in den ouderlijken boedel zullen te vorderen hebben. En verklaard Johannes van Erp en zijne huisvrouw Maria Konings, dezelve drie honderd en dertig gulden, ten einde zoo als voorschreven te hebben ontvangen.