Archieven

243 Jenneke Goijaarts Koolen en Jenneke Peters Koolen zijn erfgenamen van tante van vaderskant wijlen Anneke Jansen Koolen, die eerst weduwe was van Jan Peters Brocken en laatst van Jan Jansen Deckers. Jenneke Goijaarts Koolen is getrouwd met Jan Jansen van de Pas en woont in Haaren. Jenneke Peters Koolen was tweemaal getrouwd. Haar eerste echtgenoot was Aart Cornelis de Croon. De kinderen uit dit eerste huwelijk Adriana en Hendrijna zijn nog minderjarig en hebben als hun aangestelde voogden Anthonij Cornelis de Croon, wonend te Haaren en Jan Willem Bouwens, wonend te Helvoirt. Haar tweede echtgenoot was wijlen Anthonij Adriaansen van IJrsel. De kinderen uit tweede huwelijk zijn Adriaantje en Willem. De erfdeling betreft nalatenschap van hun grootvader en overgrootvader Jan Wouters Coolen. Aan Jan Jansen van de Pas zijn volgende onroerende goederen ten deel gevallen: perceel houtbos genaamd het Busken te Udenhout in de Biezenmortel in het Hoolbroeck, belend douairière van prins Johan Willem Friso van Orange en Nassauw, Adriaans Willems van IJrsel, kinderen Lucas van Son en Johannes Basten – verkrijger van dit erfdeel zal aan de verkrijger van ander erfdeel 15 eikenbomen moeten laten die binnen 15 maanden gerooid moeten zijn; vierde deel van scharhout beplant met eikenbomen te Udenhout en belend kinderen Adriaan Claessen Verhoeven, kinderen van Peter de With, kinderen Gijsbert Jordens en weduwe Adriaan Aarts van Laarhoven; zuidwaartse helft van akkerland te Haaren aan de Doorestraat in de Willighacker belend armentafel van Haaren, kinderen Frans Vermeer en Jan Heijnsbergen. De verkrijger van dit erfdeel is gehouden in 1735 lening van 100 gulden met daarbij de achterstallige rentebetaling af te lossen ten behoeve van parochiekerk te Oisterwijk. Aan Jenneke Peters Koolen is zowel deel van kinderen uit haar eerste huwelijk als deel voor kinderen uit haar eerste huwelijk ten deel gevallen met instemming van hun voogden.

238 Deze deling betreft nalatenschap van Willem Adriaan de Cort en zijn vrouw Jenneke Cornelis Stoeldraijers, die in Helvoirt hebben gewoond en wel onder hun twee kinderen Josina en Cornelia. Josina is getrouwd met Andries Aarts Vermeer en Cornelia met Adriaan Wouters Brocken. Al het onroerend goed dat aan Josina ten deel is gevallen is gelegen te Helvoirt en betreft: huis, schuur met aangelegen akkerland aan de Aghterstraat en daarbij levenslang gebruik van bogaard aan noordkant van perceel met belenders de abdij van St. Geertruijd tot Loven, Harmen Laurens Wittelocx en Peter Petersen Verhulst; akkerland in de Jorisacker belend Peter Petersen Verhulst, erfgenamen Jan Hendrick Smolders en Aart Laurens Smolders; akkerland aan de Aghterstraat belend Anthonij Hendrick Smolders, kinderen Theodorus Schenck en kinderen Jan Schenck; akkerland belend Adriaan Wouters Brocken, erfgenamen Hendrick Petersen van de Ven en Peter Petersen Verhulst; akkerland aan de Moolenstraat belend Adriaan Jansen Timmermans, Harmen Laurens Wittelocx en kinderen Jacobus Gerritsen van de Graaff; akkerland in de Beelenacker aan de Raam belend Haske weduwe Hendrick Petersen de Vosch en Laurentius van Noort tot Turnhout; akkerland belend Lambert Michielsen Peijnenborgh, Laurentius van Noort en Jan Gijsbert Heesters; weiland aan de Aghterstraat belend notaris Hendrick de Bije, kinderen Adriaan Bernage de Meliskercken tot Tilborg en Cornelis Laurens Vosch; weiland op de Laarse Ackeren belend Adriaan Wouters Brocken, kinderen Hendrick Petersen van Abeelen, Willem Corstiaensen Brocken en mannengasthuis van Adam van Mierden; helft van weiland aan de Geesel belend Adriaan Wouters Brocken, kinderen Peter Willems Peijnenborgh, Maria Cornelis Stoeldraijers en weduwe Hendrick Aarts van Laarhooven. Het onroerend goed dat aan Cornelia ten deel is ligt geheel in Helvoirt behoudens hooiland of broek te Udenhout in de Brant belend armentafel van Udenhout en kinderen Peter Jansen van Aalst.

236 Op 10-6-1732 liet Anthonij Jansen van Abeelen, rooms priester te Goirle testament opmaken bij notaris Cloostermans te Tilburg. Hij benoemde tot zijn erfgenamen: (1) Anna Maria, dochter van wijlen zijn broer Wouter Jansen van Abeelen weduwe Jan Laurens Verhoeven en wonend te ’s-Hertogenbosch; (2 )Johanna Cornelis van Abeelen weduwe Cornelis Moonen, thans echtgenote van Jan Lambert Moonen wonend te Diessen; (3) zijn broer Cornelis Jansen van Abeelen. Er is geschil gerezen over verdeling van erfenis. Om dat geschil te beslechten is volgende erfdeling overeengekomen. Cornelis Jansen van Abeelen krijgt in volle eigendom: akkerland genaamd de Straatacker te Helvoirt aan de Raam belend aan Martinus Willems van Abeelen; akkerland te Helvoirt aan de Raam belend Jan Gerrits Peijnenborgh; akkerland te Helvoirt belend Maria weduwe Peter van de Voort en Jan Gerrits Peijnenborgh – met alle gewassen en bomen op de drie genoemde percelen; ook nog moergrond te Helvoirt in het Moolenbroeck belend Cornelis Martensen van de Voort, kinderen Jan Emberts de Groot, erfgenamen Jacob van de Voort en Groot Gasthuis te ’s-Hertogenbosch; helft van moergrond te Helvoirt bij de Reuvert belend Jan Jansen van den Bosch, weduwe Cornelis Jansen Smolders en weduwe Adrianus Hyancinthus van den Berghe. Na ondertekening van deze akte zal Cornelis Jansen van Abeelen zijn twee nichten Anna Maria en Johanna bedrag van 214 gulden eens doen toekomen. Anna Maria Wouters van Abeelen en Johanna Cornelis van Abeelen krijgen in volle eigendom alle overige onroerende goederen die Anthonij Jansen van Abeelen heeft nagelaten behoudens goederen die reeds tussen erfgenamen zijn verdeeld. Zij zijn eraan gehouden alle nog openstaande leningen en andere schulden van hun priesteroom af te lossen en kosten van zijn begrafenis te betalen.

224 Deze erfdeling betreft nalatenschap van Adriaan Cornelis Timmermans en zijn vrouw Jenneke Anthonis Theurlincx, beiden overleden te Helvoirt. Zij hadden twee kinderen Anthonij en Maria Adriaans Timmermans. Maria is overleden. Ze was getrouwd met Peter Willems Peijnenborgh en had twee dochters Willemijna en Cornelia. Peter Willems Peijnenborgh, hun vader en Lambert Michielsen Peijnenborgh zijn als voogd over hen aangesteld. Aan de twee onmondige kleindochters Willemijna en Cornelia zijn volgende roerende goederen ten deel gevallen: hoogkar, erdkar, ploeg, bakkerstrog, drie korenbekken, gareel, zadel, toom, drie tonnen, twee kisten, schop twee bedden en twee kussens, twee dekens, vijf stoelen, ijzeren ketel, koperen ketel, koperen bedpan, zeven tinnen schotels, zes tinnen lepels, tafel, melkkan, aks en bijl, stapel hout bij de schob, zeef, pot met ijzeren deksel, twee rieken, twee gaffels, zicht, spade, twee zeisen, waskuip. Aan hen is volgend onroerend goed ten deel gevallen: weiland te Helvoirt aan de Geesel belend Jan Peter Berckelmans, kinderen Willem Adriaansen de Cort en Johan Steven van Dompzelaar; akkerland Udenhout aan de Mortelse steeg belend weduwe Cornelis Wijnands van Abeelen, Adriaan Willems Verhoeven en het Groot Gasthuis van ’s-Hertogenbosch; akkerland te Udenhout belend Aart Emberts Vermelis, Cornelis de Cort en weduwe Marten van Kessel. De verkrijgers van dit erfdeel betalen aan tegendeler Anthonij Adriaans Timmermans bedrag van 40 gulden. Aan zoon Anthonij Adriaans Timmermans zijn volgende roerende goederen ten deel gevallen: hoogkar, erdkar, emmer, paardenkrib, 5 koebakken, 2 garelen, halster, licht, turfschop, kast, 2 bedden, 2 kussens, 4 stoelen, zoutdoos, 2 zeven, koperen ketel, 2 dekens, platte wagen met 4 wielen, 5 tinnen schotels, 8 tinnen lepels, 2 rieken, 2 schoppen en 3 zeisen.