Alsnog comt hierbij de halffscheit vant huijs, hoff en landt geleege tot Neerlangel, tans door rendant bewoont, is ingevolge taxatie door scheepenen en momboiren gedaan geheel aengeslage op eene som van 9 honderd 50 gulden. Comt alhier voor de halfscheit van dien, 450-0-0.
De interesse van die som tezamen getrocke van 825 gulden teegens 4 procento bedraegt voor 2 jaeren te weeten 1777 en 1778 int geheel 66-0-0.
(samen) 516-0-0. + 375-0-0, totaal 891-0-0.
Ontfangst
Het leenland geleege onder Batenborgh is ingevolge taxatie door scheepene en momboire gedaen 2 februari 1776 en geaprobeert van weegens zijn hoog edel gestrenge de heer erflanddrost (tit.) van Bree aengeslaegen op eene som van 1125 gulden zijnde een 3de van dien alleen competeerende volgens Batenborgse leen regten, aen voorschreven Gerard van der Burgt dis … het zelve ad. 375-0-0.
Raekt de kinder v. Saegel Tonij van de Burgt.
Generale rekening van ontfangts en uijtgaave van Jan van der Burgt en Hermanus van der Sand als voogden van de kinderen van Antoni van der Burgt en Helena van der Sand welke gewoont hebbende te Neerlangel. Mit 8 bijlagen. 21 october 1780. Numero 1mo tot 30 incl. onmundige en absenten, 1 pacquet afgedaen. nr 1 tot 22 incluijs.