Een belangrijke vooruitgang in Vught deed zich voor op het terrein van energievoorziening en was de aanleg van een gasnet. Nadat aansluiting op het Bossche niet was gelukt, besloot de Vughtse raad in 1906 tot de bouw van een eigen steenkolengasfabriek aan de Schoonveldsche Ban (later Esschestraat, nog later Maarten Trompstraat). De fabriek was eigendom van de gemeente Vught, maar werd verhuurd aan de firma Carl Francke in Bremen, die de fabriek ook heeft opgestart. Dit om risico's voor de gemeentekas te verkleinen. Toen jarenlang winst werd gemaakt besloot de raad in 1913 om de fabriek per 1 jan 1915 in eigen beheer te nemen. Door het uitbreken van de eerste Wereldoorlog kwam daar voorlopig niets van.
Met ingang van 1 januari 1920 werd de gasfabriek echter door de gemeente in eigen beheer genomen. Het gehele personeel ging over in gemeentedienst.
Vanaf dat moment heette het gemeente-gasfabriek en waterleiding (bedrijf) Vught en na samenvoeging met het electriciteitsbedrijf (vanaf 1922) Gemeente lichtbedrijven en waterleiding Vught. Het geheel stond onder een directeur.
In 1937 kwam aan de eigen exploitatie een einde, toen Vught gas af ging nemen van de Staatsmijnen.
Lang nog bleven gedeelten van de gebouwen van de voormalige gasfabriek bestaan. De brandweer had er zijn garages en later werd op het terrein van de gasfabriek een lagere school en huizen gebouwd.(Vught in ansichten, Vught 2004, pag. 149 met foto)
Het oude pand, met als laatste adres Maarten Trompstraat 6 te Vught is in 1973 gesloopt. (blok 1473 Bouwdossiers Vught, inv.nr. 738)
Voor aanleg fabriek en gasnet zie serie plattegronden anno 1907 met scan op website en in blok 5129 , Collectie kaarten en tekeningen van het Streekarchief Langs Aa en Dommel , inv.nr.1 G 12 - 36.