Regionale gezelschappen van onderwijzers, die in ons land ontstonden na de Schoolwet van 1806. Volgens deze wet werden de lagere scholen ingedeeld in openbare en bijzondere scholen.
Deze wet beoogde o.a. bekwame onderwijzers voor de klas te krijgen. Aanvankelijk stonden de gezelschappen onder leiding van de schoolopzieners; de leden konden kennis nemen van nieuwe lesmethoden en de praktische toepassing daarvan.
In Oost-Brabant waren dergelijke gezelschappen o.m. te Boxmeer, Grave, Ravenstein en Veghel.
Een belangrijk en modern element in de onderwijzersgezelschappen was, dat de leden bij elkaar op bezoek gingen om over en weer hun functioneren te bespreken. Op den duur werden er ook bijeenkomsten op provinciaal niveau gehouden. Deze droegen tevens bij aan het groeiend zelfbewustzijn van de onderwijzers. Geregeld was ook de schoolopziener bij de vergaderingen aanwezig. Men sprak daarin ook vaak over onderwijsinhoudelijk zaken.
In 1816 werd Noord-Brabant verdeeld in acht schooldistricten, elk met een eigen schoolopziener.
De districten 1 t/m 5 waren gelegen in oost-Brabant.
bronnen:
"100 jaar KOV Oss-Boxmeer" en "Onderwijzers-Gezelschap Grave 1835-1873" door Jan van Goch, Oploo 1999
Ter vorming van verstand en hart : Lager onderwijs in oostelijk Noord-Brabant ca 1770-1920
D. Verhoeven
Internet