Archieven

184 Voor schepenen van Helvoirt is verschenen Daniël Franchois van Dompzelaar, president-schepen alhier die op uitdrukkelijk verzoek van Cornelis Andriessen van den Bosch uit Haaren onder ede heeft verklaard dat hij zich nog goed kan herinneren dat rond 1748 Andries Aarts Vermeer aan zijn vader Johan Steven van Dompzelaar, destijds secretaris alhier heeft verzocht dat roede dijk op de Helvoirtse erfdijk die destijds op naam stond van weduwe Rutger Jansen van de Sande op naam van voornoemde Cornelis Andriessen van de Bosch mocht worden gesteld en dat hij destijds als klerk de overzetting zelf heeft verricht. Aldus gepasseerd en ondertekend door comparant ten overstaan van en samen met Willem Smolders en Martinus van Abeelen, schepenen van Helvoirt.

173 Voor schepenen van Helvoirt is verschenen Johannes Christoffel Loest, dokter en chirurgijn alhier. Hij verklaart op uitdrukkelijk verzoek van Arthur Cromwel, soldaat in compagnie van kolonel Lesleij in regiment Schotten van Marjoribanks gelegerd in Nijmegen, dat voornoemde Arthur Cromwel wegens ernstige ziekte niet in staat is af te reizen naar zijn garnizoen. De comparant heeft attestatie samen met Daniël Franchois van Dompzelaar en Willem Smolders, schepenen van Helvoirt ondertekend.

152 Voor schepenen van Helvoirt Daniël Franchois van Dompzelaar en Willem Aarts Smolders zijn verschenen Adam Deckers, 55 jaren oud en Leendert Welter, 54 jaren oud, beide uit Oisterwijk. Op uitdrukkelijk verzoek van Cornelis Segbroek, secretaris van Berkel verklaren zij onder ede, afgenomen door eerstgenoemde schepen bij afwezigheid van officier, dat zij op 7e januari van dit jaar in woning van Michiel van de Ven waren en daar hebben gezien Isaac Verster, stadhouder, Johan Leonard Luitter en Isaac Leijendekker, beide schepenen van Oisterwijk en verzoeker. Zij hebben aldaar gehoord dat verzoeker verscheidene malen voornoemde schepenen heeft verzocht als getuigen op te treden bij verkoop van schaarhout van juffrouwen Snelle. De betrokken schepenen hebben geweigerd omdat de stadhouder het hun had verboden. Hij wil niet dat zijn naam in conditiestaat wordt vermeld. Secretaris protesteerde tegen deze weigering met woorden: “waarom bent u dan hier?”. Voorts verklaarden comparanten dat zij beide onderzoekers van Oisterwijk, De Gier en Kamphoff hebben gezien waaraan secretaris verscheidene malen heeft gevraagd om uit hoofde van hun functie waar te nemen als getuigen. Doch zij weigerden met de woorden dat zij dit niet durfden omdat de stadhouder het hun verboden had. Na voorlezing hebben comparanten volhard in hun verklaring en met schepenen dit protocol ondertekend.

141 Voor schepenen van Helvoirt Daniël Franchois van Dompzelaar en Willem Aarts Smolders zijn verschenen Adriaan van Huijclom, ca. 57 jaren oud en Peter Verhoeven, ca. 47 jaren oud, beide uit Berkel. Zij hebben onder ede en op uitdrukkelijk verzoek van Cornelis Segbroek, secretaris van Berkel, residerend te Oisterwijk verklaard dat zij op 09-02-1746 met erfgenamen van Johannes van Huijclom boedelverdeling, bestaand uit 7 loten hadden opgemaakt, gepasseerd door genoemde secretaris ten overstaan van Isaac Verster, stadhouder en Jacob Gerrit de Haas, schepen van Oisterwijk. De stadhouder en schepen hebben van iedere medegerechtigde 4 schellingen kosten per lot gevorderd, samen 8 gulden en 8 stuivers terwijl dit volgens secretaris niets of minder had mogen kosten. Na voorlezing hebben comparanten volhard in hun verklaring en hebben zij met voornoemde schepenen van Helvoirt deze verklaring ondertekend.