Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hier, in een rij arbeidershuisjes die tot een geheel waren samengetrokken, werden vooral priesterkousen vervaardigd. De gewone grove wollen kousen werden gebreid door een aantal thuiswerksters in dienst van Martinus. Deze thuisbreisters woonden niet alleen in Tongelre, maar ook in de omliggende plaatsen als Nuenen en Geldrop.
Martinus Jansen en zijn vrouw Hendrika van den Boomen kregen drie zoons, van wie de jongste, ook Martinus geheten, uiteindelijk het bedrijf zou voortzetten. In 1892 was hij te Stratum met Catharina de Wit uit Valkenswaard getrouwd. In Woensel begon hij een kledingververij en een kousenhandel. De kousen betrok hij onder meer uit de breierij van zijn broers. Niet lang daarna begon hij ook zijn eigen breierij, die hij mede naar zijn vrouw vernoemde: "Machinale Brijerij M. Jansen de Wit".
Door de enorme expansie van Philips werd het voor andere bedrijven steeds moeilijker om aan arbeidskrachten te komen. De oudste zonen van Martinus en Catharina, Martin en Harry zochten de omgeving af naar een gunstige vestigingsplaats. Dat werd uiteindelijk Schijndel.
Eerst leerden een twintigtal Schijndelse meisjes het vak in de fabriek in Woensel. In 1915 verhuisde een deel van de fabriek daadwerkelijk naar Schijndel naar enkele gehuurde herenhuizen. Al gauw werd er gebouwd aan de Hoofdstraat en op 1 mei 1916 werd de eerste steen gelegd voor "M. Jansen-de Wit, Stoomkousenfabriek". Bij de viering van het 125-jarig bestaan in 1955 verkreeg "JéDéWé" het predikaat Koninklijk.
Na een geweldige bloei in de jaren vijftig en zestig, beginnen zich bij de start van de jaren zeventig problemen af te tekenen: de prijzen komen onder druk te staan door concurrentie uit Frankrijk, Duitsland en vooral Italië. Er zijn dan nog enkele andere zelfstandige kousen- en sokkenfabrieken in Nederland actief, maar ook daar rijzen problemen. In 1974 besluit het kabinet alleen regeringssteun te verlenen indien Jansen de Wit en Danlon Hin uit Emmen samen zullen gaan. De overheidssteun gaat grotendeels op aan de enorme tekorten die Danlon dan al heeft.
In de jaren daarna wordt afgeslankt, maar op politieke gronden genomen beslissingen van de regering (bijvoorbeeld het verplaatsen van de panty-productie naar Emmen) blijken bedrijfseconomisch rampzalig uit te pakken. In januari 1977 gaan bijna tweeduizend inwoners van Schijndel de straat op om hun woede over het regeringsbeleid te tonen.
Burgemeester Scholten houdt daar een toespraak waarin hij fel uithaalt naar de landelijke politiek. Het maakt uiteindelijk geen verschil: op 3 januari 1985 wordt het faillissement over Jansen de Wit uitgesproken. Een week later wordt desondanks nog even de productie van sokken hervat door zeventig inmiddels ontslagen werknemers. Het aanhoudende koude weer heeft de vraag naar sokken namelijk tijdelijk opgejaagd.
Van Anne-Marie Verwijst ontvingen wij blad Contact JeDeWe mededelingenblad 8 juni 1959 (met dank, Anne-Marie!). Klik hier om erin te kunnen bladeren, en te lezen over de zeven zusjes Ceelen.