skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic

Neergestorte vliegtuigen in Erp 1940-1945

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 20 april 2012
bijgewerkt op 8 mei 2019
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland zo’n 6.000 militaire vliegtuigen neergestort. Ruim 1.000 daarvan zijn er in Noord-Brabant terecht gekomen. Dan gaat het zowel om geallieerde (Britse, Amerikaanse en Canadese vliegtuigen met bemanningen die uit nog veel meer nationaliteiten bestonden) als Duitse vliegtuigen.

De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).

Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.

Avro Lancaster IIIOp 26 februari 1943 stortte om 21.34 uur bij Boerdonk een Vickers Wellington III bommenwerper (Z1599) van het 426 Squadron van de Royal Canadian Air Force neer langs de Cruysstraat/Hondseind, zo'n 200 meter van de boerderij van M. Pennings. De piloot was F/Sgt. Harold Rands (25), een Canadees.

Hij kwam om bij deze crash, net als vier andere leden van zijn bemanning: F/Sgt. William Wilson Cameron (27), radiotelegrafist en boordschutter, Canadees; Sgt. Richard Edward Dean (21), radiotelegrafist en boordschutter; Sgt. Robert Williams (31), boordschutter. Deze vier liggen begraven in Woensel, graven JJB 29-32. De vijfde gesneuvelde, ook weer een Canadees, was F/O John Philip Monckton (23), navigator en bommenrichter. Hij ligt sinds 21-11-1945 begraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, graf XVI F 12, na een eerder graf in Woensel gehad te hebben. Eén bemanningslid zou het hebben overleefd en krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers. Zijn naam kennen we echter niet.

Maar inmiddels kennen we die naam dankzij Antoon Verbakel wél: het was de boordwerktuigkundige F/Sgt. H.E. Vey van de RCAF, die als enige per parachute aan de overzijde (westzijde) van de Zuid-Willemsvaart landde. Hij kwam terecht bij de boerderij van Marinus Penninx, waar hij werd gevonden door een onderduiker op dat adres. Vey werd gearresteerd door de politie/marechaussee uit Beek en Donk en overgebracht naar het krijgsgevangenenkamp Stalag VIII B / 344 bij Lamsdorf, waar hij op 11 mei 1945 werd bevrijd.

Monument in Boerdonk. Foto: © Frans van de Pol/BHIC, 2017.

Op 17 juni 1943 kwam om 01.41 uur opnieuw in Boerdonk een Avro Lancaster III neer, niet ver van de plaats waar in februari de Wellington was gevallen. Deze bommenwerper was van het 49 Squadron en werd gevlogen door F/Lt. C.W. Dunnet.

Het was een van de 202 bommenwerpers die die nacht een aanval uitvoerden op Keulen. Het was een zeer bewolkte nacht, zodat slechts de helft van de bommenwerpers er daadwerkelijk in slaagde hun bommen op het doel te laten vallen.

Veertien Lancasters keerden niet terug op hun basis, waarvan twee van het 49 squadron.  Ook in Esch kwam die nacht een Lancaster neer.

De Lancaster ED497 van F/Lt. Charles William Dunnet (24) werd neergeschoten door Hptm. Manfred Meurer in zijn nachtjager van I./NJG 1. De bemanning bestond naast de piloot uit Sgt. Reginald Frank Middlebrook (37), boordwerktuigkundige; Sgt. Robert Gordon Smith (21), navigator; Sgt. Michael Frederick Haley (21), radiotelegrafist/boordschutter; P/O Charles Arthur Edwards, boordschutter; Sgt. William Arthur Dutton (24), bommenrichter; Sgt. Richard Montacute William Selby-Lowndes (20), boordschutter. Het vliegtuig kwam in Boerdonk neer vlakbij de boerderij van de familie Penninx.

Geen van de bemanningsleden heeft deze crash overleefd. Het was hun derde operationele vlucht. Hun stoffelijke resten zijn begraven op het oorlogskerkhof van Woensel. Dunnet ligt in graf EE 69, de anderen meer bij elkaar in de graven JJB 99-104. Zoals Antoon Verbakel hieronder heeft aangegeven: het stoffelijk overschot van Dunnet werd pas 11 dagen na de crash gevonden. Hij is dan ook pas op 2 juli begraven. Smith ligt in graf JJB 107.

Op 14 juni 2008 is er bij Boerdonk een herdenkingsplaquette onthuld met de namen van de bemanningsleden. 

Ruim een jaar later, op 21 juli 1944, stortte om 01.35 uur in Keldonk bij de Keldonksestraat weer een Avro Lancaster III neer, dit keer van het 75 (NZ) Squadron. Piloot was W/O Hugh Edward Gilmour (24), een Australiër. Het 75 Squadron was in de kern Nieuw-Zeelands, maar de bemanning van deze Lancaster AA-A was samengesteld uit Brits en Australisch personeel. Behalve de piloot waren dat radiotelegrafist F/Sgt. John Edward Osborne (23), eveneens een Australiër; boordwerktuigkundige Sgt. Reginald Ernest Buzza (24); F/Sgt. Samuel Mills (32), Australiër en boordschutter Sgt. John Leonard Stephenson. Deze vijf sneuvelden. Zij liggen begraven op het oorlogskerkhof van Woensel, graven KK 111-115.

Boordschutter Sgt. W.J.S. Ballard en navigator W/O L.A. Woodward brachten het er levend af en wisten zelfs aan krijgsgevangenschap te ontkomen, zij het niet voor lang. Woodward verbleef een aantal dagen in het ”Pyama House” van de familie Otten te Erp en Ballard werd opgevangen door de Veghelse illegaliteit. Maar eenmaal op een vluchtlijn gezet, werden zij in België alsnog gevangen genomen en verbleven tot de bevrijding in het krijsgevangenenkamp Stalag Luft VII Bankau.

In de dagen van Operatie Market Garden, een poging van de geallieerden om de bruggen over de Maas, Waal en Rijn te veroveren met luchtlandingstroepen, crashten er verschillende vliegtuigen in Erp.

Op de eerste dag van de operaties, 17 september 1944, stortte om 13.16 uur even ten westen van Vogelenzang een Douglas C-47A Skytrain, registratienummer 43-15111, call sign V4-O, van 442TCG/304Sq. neer, met aan de stuurknuppel 2nd Lt. H. Shulman. Het toestel, “Sonya” gedoopt, was eerder die dag opgestegen van het Royal Air Force Station Chilbolton om in het kader van Market Garden veertien parachutisten van de 101e US Airborne Division naar droppingszone (DZ) A in Veghel te brengen. Chilbolton airfield in september 1944: rechtsonder C-47’s en linksboven CG-4A Gliders opgesteld. Bron: WikimediaBoven Eindhoven werd het toestel geraakt door Duitse luchtafweer, waardoor brand ontstond. Desondanks slaagde de piloot erin de para’s naar hun bestemming te brengen en hen daar te droppen. Ook twee bemanningsleden landden per parachute in de omgeving van Veghel.

Het vliegtuig stortte neer tussen Erp en Keldonk, deels ín het riviertje de Aa, deels op de oever. Daarbij kwamen de beide piloten, piloot 2nd Lt. Herbert E. Shulman (25) en zijn co-piloot 2nd Lt. Omar J. Kampschmidt om. Shulman was uit het toestel geslingerd en leefde nog even. Maar nog dezelfde namiddag werd hij, gewikkeld in een doek, onder leiding van Pastoor A. Meuwese en onder grote belangstelling van Erpse burgers, begraven op het r.-k. kerkhof van Erp.

Gliders opgesteld op Chilbolton airfield in september 1944. Bron: WikimediaOmar Kampschmidt werd pas laat op de zondagavond gevonden in het wrak. Hij werd op maandagmorgen 18 september op hetzelfde kerkhof begraven. De twee zijn in juli 1945 eerst overgebracht naar de tijdelijke begraafplaats voor de 101e US Airborne Division te Wolfswinkel-Son en vandaar naar de Amerikaanse erebegraafplaats in Margraten. Later zijn ze op verzoek van de nabestaanden herbegraven op begraafplaatsen in de USA: Shulman op het Westlawn Cemetery te Chicago en Kampschmidt op het Mt. View Mausoleum te Oakland.

Boordwerktuigkundige Sgt. Ralph Zipf en radiotelegrafist Sgt. Roger Gullixson overleefden het, zoals gezegd. Ook de veertien para’s kwamen veilig aan de grond en namen verder deel aan de gevechten in en rond Veghel. Lt. Shulman kreeg posthuum een hoge Nederlandse onderscheiding toegekend, die in de zomer van 1948 in Chicago aan zijn zoontje werd uitgereikt.

Opstelling van Douglas Dakotas op Blakehill Farm Airfield, april 1944. Fotograaf: Bridge (F/O), Royal Air Force official photographer. Bron: Collectie Imperial War Museums, fotonr. CH 12833.

Op 21 september kwam rond 17.30 bij Keldonk de Dakota III serienummer KG376, call sign Z2-US, van 437 RCAF Squadron neer, gevlogen door F/O G.P. Hagerman. Het toestel kwam van vliegveld Blakehill Farm in Engeland om de Britse luchtlandingstroepen rond Arnhem te bevoorraden.

Het werd aangevallen door Duitse jagers en stortte neer in een akker achter de boerderij van P. Biemans,’t Hool te Keldonk. Het vliegtuig brandde geheel uit, maar piloot Hagerman (RCAF), boordtelegrafist W/O J.P. DeChamplain (RCAF) en drie Air Despatchers van RASC (het Royal Army Service Corps van het Britse leger), namelijk Cpl. Latham, Drv. Tulley en Drv. Ward konden zich per parachute redden.

Dat gold helaas niet voor de hele bemanning: co-piloot F/Sgt. J.C.H. Hackett (RAF), navigator F/O M.S.R. Mahon (RCAF) en Air Despatcher L/Cpl. J. Adamson (RASC) kwamen in het brandende vliegtuig om. Zij kregen ongeïdentificeerd een veldgraf naast het wrak.

Naar de twee vliegers werd na de oorlog nog een opvallend onderzoek gedaan. Namens de RAF schreef de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant op 5 september 1945 een brief aan alle Brabantse burgemeesters met het verzoek hem op de hoogte te stellen van aanwijzingen omtrent eventuele graven van de twee. Dat bleef echter zonder resultaat.

De gemeente Erp had vanzelfsprekend in de opgave van oorlogsgraven op haar grondgebied aan het Departement van Oorlog en aan het Nederlandse Rode Kruis ook deze drie graven in ’t Hool vermeld. Men voegde daar echter de - onjuiste -  aantekening aan toe: “waarschijnlijk Amerikanen”. Op grond daarvan groef een eenheid van de Amerikaanse legergravendienst de drie in juli 1946 op en bracht ze eerst over naar de tijdelijke begraafplaats voor de 101e US Airborne Division te Wolfswinkel-Son en vandaar naar de Amerikaanse erebegraafplaats in Margraten. Daar moet zijn vastgesteld, dat het geen Amerikanen betrof en zijn de drie vervolgens waarschijnlijk verder gebracht naar een Britse oorlogsbegraafplaats en Noord-Franrijk. De documentatie daarover is echter verloren gegaan, met als resultaat dat de drie nog steeds officieel als vermist staan geregistreerd.

En zo staan de namen van F/Sgt. Hackett en navigator F/O Mahon onder de vermisten op de panelen 218 en 247 van het  Runnymede Memorial in Surrey en die van despatcher L/Cpl. Adamson op panel 9 van het Memorial op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek.

Hawker Typhoon IBDe volgende dag, 22 september, crashte om 18.10 uur een Hawker Typhoon IB (MN241) van het 181 Squadron, met piloot P/O Derick Roy O'Reilley Shearburn (22). Shearburn voerde een missie uit tegen Duitse troepenconcentraties van de Kampfgruppe Walther te Erp en Veghel die de ‘Corridor’ aanvielen. Boven Veghel-Erp werd hij door Flak getroffen en stortte neer bij de buurtschap ’t Ham, zo’n 150 meter links van de weg Veghelsedijk – ’t Ham.

Men vond Shearburn dood in zijn cockpit. Geallieerde militairen begroeven hem in een veldgraf in de buurt van het wrak. In eerste instantie werd hij als vermist geregistreerd, maar op 30 oktober 1944 ondernam men een zoektocht naar een wrak of een graf vanaf vliegveld B.78-Eindhoven. Met een Auster op lage hoogte vliegend vond zijn Squadroncommandant, S/Ldr. A.E.S. Vincent, hem. Begin november 1944 werd Shearburn overgebracht naar de Algemene Begraafplaats te Woensel, graf KK 207. (Zie ook de reactie hieronder van  Marcel Hermes).

En op 23 september moesten twee Waco-zweefvliegtuigen van de USAAF een noodlanding maken in Erp en Boerdonk. Antoon Verbakel schreef er dit verhaal over.

Op 2 november 1944 rond 16.00 uur stortte F/O Brooks met zijn Spitfire IX van het 64 Squadron neer in Erp, achter een boerderij aan de Boerdonksedijk.

Messerschmitt Me-262aEerste Kerstdag 1944 maakte OLt. Hans-Georg Lamle (30) rond 12.30 uur met zijn Me 262A-2a (werknummer 170126) van 4./II/KG(J) 51 een fatale duik bij Kraanmeer. Hij werd neergeschoten door F/Ldr. J. Boyle van 411 Squadron RCAF, dat op dat moment op vliegveld B.88-Heesch gestationneerd was.

De Duitse straaljager keerde terug van een missie boven Luik (B) en stortte neer op Melvert tussen Erp en Veghel. Lamle werd tijdelijk begraven op het kerkhof van de r.-k. parochie St. Servatius te Erp en op 21 juli 1948 herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn, graf L-6-137. De Britten van het 83e Group Control Centre, gelegerd in Erp, hadden grote belangstelling voor dit “propellerloze” vliegtuig.

Lt Karl GrabmairEn op Nieuwjaarsdag stortte een andere Duitse piloot, Lt. Karl Grabmair (21), rond 09.50 uur neer in ’t Hool, Keldonk, met zijn Focke Wulf Fw 190A-8 van 5.II/JG 6. Grabmair werd neergeschoten door F/Ldr. D.C. Gordon (onderscheiden met het Distinguished Flying Cross)  van 442 Squadron RCAF, dat op dat moment gestationeerd was op het vliegveld B.88-Heesch.

De Duitse piloot kreeg aanvankelijk een anoniem veldgraf bij de boerderij van H. Kanters, in een weiland van A. v.d. Nieuwenhuizen, C13, Keldonk. Tegelijk met Lamle werd hij op 21 juli 1948, inmiddels geïdentificeerd, herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn, graf L.6-138.

Het horloge van Grabmair bevindt zich tegenwoordig in de collectie van de heemkundekring Erthepe (en we mochten een foto daarvan op deze plaats gebruiken).

Dankzij de reacties hieronder en nog veel meer aanvullende informatie van Antoon Verbakel weten we inmiddels al best veel over deze crashes. Maar we staan natuurlijk nog steeds open voor nieuwe inzichten en feiten!

Reacties (25)

Gerard zei op 24 april 2012 om 22:04
Flying Officer Robert John Hoggard kwam om het leven op 2 november 1944 door een crash boven Erp tussen twee Lancasters.
Hij was toen 21 jaar oud en afkomstig uit Sydney, Australie. Hij diende bij de Royal Australian Air Force en is begraven op de algemene begraafplaats in Eindhoven (Woensel) vak KK graf 204.

vr. gr.
Ruud Wildekamp zei op 25 april 2012 om 14:13
De twee Duitse piloten Lamle en Grabmair kwamen beide om het leven. Lamle werd ter aarde besteld op het RK kerkhof van Erp, Grabmaier kreeg een veldgraf. Beide rusten nu op het Duitse kerkhof van Ysselsteyn.
Rien Wols, namens BHIC bhic zei op 30 oktober 2012 om 09:34
Gerard en ERuud, hartelijk dank voor deze aanvullingen!
G. Barten zei op 3 november 2012 om 14:44
De bij de crash boven Erp betrokken Lancasters zijn niet in Erp neergestort maar een in Veghel op de Heuvel (ca 4 km van Erp) en de andere ergens achter Sint Oedenrode.

vr. gr.
Rien Wols, namens BHIC bhic zei op 5 november 2012 om 09:12
@G. Barten,
Over welke Lancaster(s) heeft u het hier?
Vriendelijke groet,
Gerard zei op 5 november 2012 om 11:41
Geachte heer Wols,

Het betreft de twee Lancasters die op 2 november met elkaar in botsing kwamen.
In Erp zijn begraven:
A.A. Markovitch pilot officer (21 jr van joodse origine)
B. Early flight lieutenant (24 jr)
P. Woolard flight sergeant (20 jr)
F.J. Fearson flight officer (22 jr)
W. Hunter sergeant (21 jr)
G.W. Lilley pilot officer (23 jr)
G.W. Morris warrant officer (23 jr)
J.E. Campbell flight officer (23 jr)
allen bemanningsleden van de Lancasters en omgekomen op 2 novemer.

vr. gr.
Rien Wols, namens BHIC bhic zei op 18 februari 2013 om 12:16
Met dank aan Gerard en G. Barten zijn de verhalen over de twee Lancasters van het 15 squadron die in Erp en Veghel zijn neergestort aangepast en met elkaar in verband gebracht.
Marcel Hermes zei op 14 maart 2013 om 22:02
De Typhoon van Shearburn kwam neer tussen Veghel en Erp ter hoogt van het waterwinstation. Volgens Robbie van Zinniq Bergmann, een Nederlandse vlieger bij dit squadron,kreeg het escadrille de opdracht om de duitse tanks aan te vallen die ten noorden van Veghel in een verwoed gevecht waren met de flankposten die de corridor verdedigden. Het toestel werd geraakt door flak, kwam niet meer uit zijn duik en sloeg tegen de grond. Shearburn kreeg een veldgraf en werd later herbegraven.
Annemarie van Geloven namens BHIC bhic zei op 15 maart 2013 om 09:55
@Marcel Hermes, dank voor de omschrijving van de locatie en de laatste afschuwelijke minuten van de neergestorte piloot mr. Shearburn.
Michael TUNG YEP zei op 25 december 2016 om 23:07
Greetings from Brisbane, Australia. I am a nephew of P/O Owen Frederick Meredith who died on 2 November 1944 in the crash of Lancaster PB115 near Erp. I have visited my uncle's grave in the War Cemetery in Eindhoven. Recently I learnt that parts of a Lancaster were uncovered near Erp and that these may be from PB115. I would like to revisit the Netherlands and travel to the town of Erp. My wish is that I could see the pieces of the Lancaster on behalf of my family. Regards, Michael
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 28 december 2016 om 13:21
Thanks for your reaction on our story on the crashed airplanes in Erp. I can imagine that you would like to visit the Netherlands and see things for yourself.
Jan Cornelis de Mik zei op 7 januari 2017 om 15:00
Interesante verhalen!
Ik heb, een 15-tal jaren geleden, in een akker te Boerdonk wel eens een 20 mm huls gevonden uit 1944 waarschijnlijk van een .50 mitrailleur van een Engels/Amerikaans vliegtuig.
De Huntstraat in Boerdonk is mij echter niet bekend.
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 11 januari 2017 om 15:48
Bedankt voor het compliment Jan. Was je bewust op zoek naar restanten van een vliegtuig, of was het toevallig dat je deze huls vond ?
Jan Cornelis de Mik zei op 12 januari 2017 om 10:52
Neen ik was zoekende naar pijpenkoppen en middeleeuws scherfmateriaal.
De huls was een "bijvangst".
Francis Huijbrechts zei op 15 april 2017 om 22:59
De jongere broer van F/O John Monckton (+26/02/1943) is George Monckton. Hij diende zelf tijdens WO II als officier (Pay Master/Supply Officer) bij de Royal Canadian Navy en kreeg zijn opleiding vanaf september 1941 in de Royal Naval College in Dartmouth in het Verenigd Koninkrijk. George werd daarop gedetacheerd bij de Britse Royal Navy. Hij diende op verschillende schepen - waaronder het slagschip HMS Duke of York - en verwierf er o.a. campagnemedailles voor inzet in de Atlantische oceaan, het Middellandse-zeegebied en het Verre Oosten. Ik heb hem op 4 mei 2014 toevallig ontmoet te Groesbeek toen hij een bezoek bracht aan het graf van zijn broer. Ik weet dat George ondanks zijn vele opdrachten over de hele wereld toch de kans heeft gezien om zijn broer kort voor diens dood te bezoeken op zijn basis in Engeland. Voor zover ik weet is George Monckton anno 2017 nog in leven.
Hanneke van der Eerden
Hanneke van der Eerden bhic zei op 18 april 2017 om 08:53
@Francis, dank je voor deze mooie aanvulling
Antoon Verbakel, Uden zei op 15 augustus 2018 om 14:36
26 februari 1943 - tekstdeel "bommenwerper van het 426 Squadron van de Royal Canadian Air Force neer in het gehucht Boerdonk".
Boerdonk was/is geen gehucht, doch een volwaardig kerkdorp van de toenmalige gemeente Erp (tezamen met de kerkdorpen Erp en Keldonk).
Boerdonk had een eigen r.k. parochie met kerk en een lagere school.
"Huntstraat": deze naam is onjuist; het toestel kwam neer langs de Cruysstraat/Hondseind.
Verder maakten op zaterdagnamiddag 23 sept. 1944 twee Waco-zweefvliegtuigen noodlandingen op grondgebied van de gemeente Erp; een te Boerdonk en een in 't Hurkske te Erp. Ik zal hierover beschrijvingen inzenden.
Rien Wols
Rien Wols bhic zei op 16 augustus 2018 om 08:04
Dank voor je aanvullingen, Antoon, ik heb de tekst aangepast. En ik ben benieuwd naar je Waco-verhalen.
Antoon Verbakel, Uden zei op 16 augustus 2018 om 17:28
26-02-1943 Wellington Mk.III, Z1599, OW-B te Boerdonk.
Het enige overlevende en in krijgsgevangenschap geraakte bemanningslid was F/Sgt. H.E. Vey - RCAF, boordwerktuigkundige. Hij landde per parachute aan de overzijde (westzijde) van de Zuid-Willemsvaart, kwam terecht bij de boerderij van Marinus Penninx en werd daar gevonden door een onderduiker die bij dezelfde onderdak had. Hij kon echter niet verder ontsnappen en werd gearresteerd door de politie/marechaussee uit Beek en Donk. Onder nummer 27665 verbleef hij in krijgsgevangenenkamp VIII B / 344 (Lamsdorf) en werd op 11 mei 1945 bevrijd.
Ook F/O. Monckton werd aanvankelijk begraven te Woensel, doch is op 21-11-1945 herbegraven op het Canadese Oorlogskerkhof te Groesbeek.
Antoon Verbakel zei op 17 augustus 2018 om 19:22
17-06-1943 Lancaster Mk.III, ED497, EA-C te Boerdonk.
Het stoffelijk overschot van piloot C.W. Dunnet werd pas na elf dagen op 28-06-1943 gevonden in een korenveld langs de Coxdijk te Boerdonk en op 02-07-1943 begraven te Woensel. Dat is ook de reden, dat hij een graf heeft, gescheiden van zijn zes medebemanningsleden. Alleen Dutton en Middlebrook waren geïdentificeerd; de anderen als onbekende. Na de oorlog alsnog geïdentificeerd c.q. op naam geregistreerd, waarbij Haley en Smith een gezamenlijk graf kregen.
Rien Wols
Rien Wols bhic zei op 13 september 2018 om 13:39
Soms moet je nog eens terugkomen op reacties van lang geleden: Gerard Barten had helemaal gelijk met zijn opmerking in 2012 over de crash op 2 november 1944 van een Lancaster die oorspronkelijk in dit verhaal stond. Er heeft inderdaad een botsing plaats gevonden tussen twee Lancasters van het 15 squadron boven Erp, maar vervolgens is de ene in Veghel en de andere in Sint-Oedenrode neergestort. Antoon Verbakel maakte me er op attent dat hier nog steeds de "Rooise" crash vermeld stond, die nu dus verplaatst is naar Sint-Oedenrode.
Thijs Hellings zei op 22 oktober 2018 om 22:35
In reactie op de vraag van Michael TUNG YEP ,25 december 2016 ;
Our Planehunters recovery team found and indentified both crash sites of PB115 on the border of Schijndel and Sint Oedenrode, and that of HK612 near Veghel.
We would like to get in touch and show You our research and the artifacts.
BHIC: kunt u contact leggen?
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 23 oktober 2018 om 09:40
Zal ik je mailadres doorsturen naar Michael Tung Yep, Thijs? Dan kan hij contact met jou opnemen.
Thijs zei op 23 oktober 2018 om 20:01
Graag.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 24 oktober 2018 om 09:43
Gedaan Thijs, hopelijk komt het contact op deze manier tot stand.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!