In 1594 en 1682 werd de heerlijkheid uitgebreid door het leenverhef van allodiale goederen en rechten (zie R. 12 en 35) *
1680 juli 30 (20 juli oude stijl)
Gerard Casijn van der Hell tot de Wildbaan, 1e raad en stadhouder lenen vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, oorkondt dat, ten overstaan van 2 met name genoemde getuigen, Anna Margaretha van der Boijen tot Macken, vrouw van Johan Hendrik van Ketler, geassisteerd door haar voogd Gijsbert Moring, afstand heeft gedaan van:
haar rechten op heerlijkheid Oijen, haar krachtens huwelijkse voorwaarden toegevallen, met behoud van alle andere rechten, die uit deze huwelijkse voorwaarden kunnen worden afgeleid
Zegel Gelre en Zutphen
Inventarisnr 1
1680 juli 30 (20 juli oude stijl)
Gerard Casijn van der Hell tot de Wildbaan, 1e raad en stadhouder lenen vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, oorkondt dat, ten overstaan van 2 met name genoemde getuigen, Anna Margaretha van der Boijen tot Macken, vrouw van Johan Hendrik van Ketler, geassisteerd door haar voogd Gijsbert Moring, afstand heeft gedaan van:
haar rechten op heerlijkheid Oijen, haar krachtens huwelijkse voorwaarden toegevallen, met behoud van alle andere rechten, die uit deze huwelijkse voorwaarden kunnen worden afgeleid
Zegel Gelre en Zutphen
Inventarisnr 1