De kerk van Beers heeft de kerk van Cuyk tot moederkerk gehad. Reeds vroeg moet Beers een succursale kapel hebben gehad, aan Sint Lambertus toegewijd. Reeds tegen het einde van de 13e eeuw is de parochie van Beers kerkelijk van Cuyk afgescheiden. Immers, in een akte van uitgifte van gemeente-gronden door Jan van Cuyk in 1308 wordt reeds van de parochie Beers melding gemaakt en in 1312 vermaakt Jutta van Nassau bij testament acht solidi aan de pastoor en kerk van Beers. Daarentegen zwijgt een giftbrief van novale tienden aan het gasthuis te Grave van 1294 nog over Beers.
De kerk van Beers heeft oorspronkelijk als een quarta capella onder het bisdom Luik behoort.
In 1569 ging de kerk over naar het bisdom Roermond. vanaf 1648 werd het kerkgebouw gebruikt door protestanten.
Op een tekening van Jan de Beijer uit omstreeks 1746 is de parochiekerk van Beers te zien vanuit het zuidoosten.
In 1840 ging de kerk over naar het apostolisch vicariaat, vanaf 1853 het bisdom van 's-Hertogenbosch. Zij was vanouds toegewijd aan de H. Lambertus, wiens beeltenis ook op de schepenzegels en het tegenwoordige gemeentewapen voorkomt.
Eerst in 1800 kregen de katholieken hun kerk weer terug (inv.nr. 114). De kerk verkeerde echter in verwaarloosde staat en vereiste tal van reparaties zodat eerst in juni 1801 kerkgang mogelijk was.
De r.k. pastorie is gebouwd in 1877 op de plek van de oude pastorie. Tegenwoordig heeft deze het adres Grotestraat 3.
Langzamerhand werd duidelijk dat de oude parochiekerk te veel onderhoud nodig had en bovendien te klein was geworden. In de jaren tachtig werd kerkbouw een terugkerend thema in Beers. Het kerkbestuur kwam dan ook tot het besluit om een nieuwe kerk te gaan bouwen. Men bouwde daartoe eerst een noodkerk op grond van het kerkhof.
In 1890 werd een neogotische kruisbasiliek gebouwd, waarvan Caspar Franssen uit Roermond de architect was. De parochiekerk werd op 13 en 14 sep 1891 ingewijd door de bisschop. Ook liet de bisschop relikwiëen van de H.H. Martelaren Eustachius en Maximianus in het nieuwe altaar metselen. Het interieur toont muurschilderingen, gebrandschilderde ramen, een kruisweg
De 15e-eeuwse toren is bij de sloop van de middeleeuwse kerk gedeeltelijk bewaard gebleven. Ze heeft geen steunberen en telt drie geledingen die met spitsboognissen zijn versierd. De toren werd verhoogd en kreeg een nieuwe spits.
Op het kerkhof zijn een aantal historische graven, een piëtabeeld (in de kunst de benaming voor een afbeelding of uitbeelding van de dode Christus vergezeld door Maria of engelen) en een calvariegroep te vinden die, evenals de kerk, als Rijksmonument zijn geklasseerd.
[voor uitgebreide beschrijving van de kerk zie:
- brochure Een eeuw geborgenheid, door Sjang Keijzers, b.g.v. het eeuwfeest van de kerk;
- http://reliwiki.nl/index.php?title=Beers%2C_Kerkeveld_2_-_Lambertus]
In de kerk is ook aanwezig een St. Lambertusbeeld van c. 1770 door de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven vervaardigd. Rond 1770 was de kerk echter nog in protestantse handen. Wanneer zou dit beeld in de kerk zijn geplaatst?
Aan de kerk waren verbonden de altaren van de H. Lambertus, dat steeds aan de pastoor toekwam, van Onze Lieve Vrouw, van de H.H. Petrus, Andreas, Catharina en Barbara, en van de H.H. Joannes de Doper en Anthonius, welke aan verschillende vicarissen werden begeven. In de loop der tijden wijzigen zich de namen van deze altaren nogal eens. Zo wordt het altaar van de H.H. Joannes en Anthonius vanaf circa 1500 vrijwel steeds Sint Anthoniusaltaar genoemd.
Van een aan Sint Cornelius toegewijd altaar, dat volgens de pouillès van 1553 en 1558 in Beers geweest zou zijn, is in het parochie-archief geen spoor teruggevonden.
In de 19e eeuw was Beers een kleine parochie in het dekenaat Cuijk. Het had reeds in 1841 een kapelaan als tweede zielzorger toegewezen gekregen. Tot aan 1910 telde de parochie niet meer dan 600 communicanten.
In de parochiekerk van Beers waren grote luidklokken opgehangen.
Het werd stil in Beers in 1942 toen de grote kerkklokken door de Duitsers werden weggehaald. Op 18 december 1942 werden de klokken van Beers voor het laatst geluid. Een dag later stonden ze aan de grond en werden weggevoerd. Zie bijgaande foto.
De rechtse klok van 1070 kg is gegoten in 1644 door Johannes Petrus van Trier. De linkse woog 620 kg en is in 1695 gegoten door Alexis Julliën en opgehangen ten tijde van het protestantse beheer van de kerk.
In 1944 is de oudste klok teruggevonden en weer naar Beers gehaald.
In 1953 werd de verloren kleinere klok vervangen door een nieuwe. Dit bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van pastoor Swagemakers.
Deze klok draagt het opschrift: Maria Festum Sacaidocale 2-6-28 / 2-6-53
Orgel
Het kerkorgel voor de parochiekerk Beers werd gebouwd in 1854-1855 door de heer Frans C. Smits te Reek. Het schijnt ongeveer tegelijkertijd met dat voor de parochie Balgoij te zijn vervaardigd en heeft ongeveer die omvang. Met Pasen 1855 werd het orgel in gebruik genomen. Ten tijde van de bouw van de nieuwe parochiekerk van Beers in de jaren 1890-1891 werd het in een schuur opgeslagen en gedurende het gebruik van een noodkerk werd een harmonium gehuurd. eerst na vijf jaren werd besloten het Smitsorgel terug te plaatsen in de nieuwe kerk.
De heer F.C. Smits II verzorgde de opbouw en restauratie en leverde het op 16 mrt 1896 weer op. Het orgel heeft in 1943 en 1960 restauraties gekend. Naar aanleiding van de laatste grote restauratie in 1988 is een brochure geschreven door de Stichting F.C. Smits-orgel te Beers.
Pastoor Smulders heeft voor parochietaken om hulp gevraagd van de Zusters van Schijndel en daarvoor goedkeuring verkregen bij de kerkelijke autoriteiten..
In 1896 werd het klooster cq. liefdesgesticht gebouwd onder het pastoraat van H. Smulders. Het kon worden gesticht dankzij een legaat (inv.nr. 25, hoofdstuk 1).
De architect was de heer C. Franssen uit Roermond. Na de oplevering hebben de Zusters der Congregatie van O.L. Vrouw van Bijstand uit Schijndel op 14 jun 1897 het klooster betrokken, dat Sint Henricus als patroon kreeg.
Per 1 mrt 1898 werd de kleine kloosterkapel ingebruik genomen (inv.nr. 40)
Naast het klooster was een school gebouwd die op 1 jul 1897 werd geopend en waar door de Zusters onderwijs werd gegeven. Voorlopig werd begonnen met één taalschool en de bewaarschool.
In 1909-1910 werd het patronaat gebouwd dat ook bestemd was voor naai- en bewaarschool voor kleuters. Opnieuw door legaat verkregen de Zusters in 1914 naast het klooster gelegen burgerwoonhuis met tuin en een kleine boerderij met toebehoren. Het huis werd ingericht tot tehuis voor bejaarden en zieken.
Vele jaren hebben de Zusters zich ingezet op sociaal en onderwijsgebied voor de parochianen te Beers. Jubilea werden gevierd in op 14 jun 1922 en 14 jun 1947. Toen hun werk niet meer nodig was is het klooster is opgeheven op 27 jul 1959 en de Zusters zijn vertrokken. Het kloostergebouw is op 1 dec 1959 verkocht aan de gemeente Beers.
Nadat er al een aantal jaren geëxperimenteerd was met nieuwe werkvormen in de parochie (bijv. nieuwe werkgroepen zie bij pastorale taken), wordt per 1 maart 1982 officieel een nieuwe parochiestruktuur afgekondigd door J. Bluyssen, bisschop van 's-Hertogenbosch (zie inleidende brief in inv.nr. 347). I.p.v. het kerkbestuur wordt het parochiebestuur het hoogste orgaan van de parochie. I.p.v. de parochieraad wordt per 1 maart 1982 de parochievergadering geïnstalleerd. Onder invloed van het Tweede Vaticaans Concilie is de belangrijkste wijziging in de parochiewerkwijze, dat de taak van het kerkbestuur van de parochie niet beperkt is tot de zorg voor de materiële belangen, maar zich ook uitstrekt tot het mede zorg dragen voor de pastorale taken in de parochie. Dat laatste was voorheen voorbehouden aan de pastoor, maar vanaf 1 maart 1982 bestaat die situatie officieel niet meer. Dit komt ook tot uiting bij de indeling van het archief in rubrieken. Was de zielzorg en pastorale taken voorheen voorbehouden aan de pastoor (zoals ook in het rubriekenschema te zien is) , na 1 maart 1982 heeft het parochiebestuur (kerkbestuur) dit overgenomen (pastorale taken, een subrubriek onder het kerkbestuur), weliswaar o.l.v. de pastoor.
Stichting F.C. Smits-orgel
Op 9 oktober 1978 wordt voor de notaris deze nieuwe stichting opgericht. Het betreft een rechtsvorm die rechtspersoonlijkheid bezit. Om het kerkbestuur niet te belasten met nog meer taken, is ondermeer voor deze stichting gekozen. De archiefstukken die deze stichting opmaakte of ontving, zijn allen in een aparte rubriek geplaatst. Nadat er door het Rijk en door particuliere fondsen de benodigde gelden voor restauratie en herstel waren bijeengebracht kon deze stichting in 2002 weer worden opgeheven.
In 1962 is het parochiearchief tijdelijk overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente 's-Hertogenbosch alwaar zij geordend en beschreven zijn door Mr. A.L.G.M. van Agt. Daarna zijn de archiefstukken bewaard in de bisschoppelijke archiefbewaarplaats te 's-Hertogenbosch. Daarna zijn ze bewaard gebleven in het depot van het Streekarchief Brabant Noordoost, rayon Land van Cuijk te Grave. Deze dienst is sinds 2005 gefuseerd tot het Brabants Historisch Informatie Centrum te 's-Hertogenbosch. De archiefstukken worden dus nu bij het BHIC in de Citadel van 's-Hertogenbosch bewaard. Op 14 december 2017 is er een aanvulling van 2,3 meter verwerkt. Het betreft de inv.nrs. 222-393. Er is gekozen om deze aanvullingen in de rubrieken te plaatsen waartoe ze behoren. Er zijn 2 archiefdozen met retour materiaal/ VVV materiaal afgezonderd. Het betreft dubbelen of stukken die niet voor blijvende bewaring geschikt zijn. In totaal is het archief 5 m'. Het verkeert in goede staat.
1312 | n.n. |
1404 | Henricus Sautmans (Zantman), bediening Joh. Walstart en Wilh. van Culenborgh |
1436 | Robinus de Gruyter, bediening Gerardus van Venray |
1445 | Theod. Roever van Dreumel, bediening Marcelis van Mameren |
1462-1464 | Theodoricus Heydeloeff, bediening Johannes van der Hart |
1469-1478 | Godefridus de Elmt, bediening Johannes van der Hart |
1485-1502 | Ludovicus de Doess (Doze), bediening Johannes van der Hart tot 1487 |
1518-1535 | Mr. Willem van der Horst |
1545 | IJwanus van Wamel |
1548-1587 | Udo van Wamel (wellicht dezelfde als vorige) |
1587 | Mr. Jacobus Hoet |
1603 | Jan Willemsz. |
1623, 1626 | Mr. Gillis Peters |
16.. | Henricus Wageningh |
16.. | Petrus van Aken |
1648 | Theodorus (Derck Vughts) Vuchts |
1678 | Pachasius de Rijck |
1693-1725 | Walter de Valckenaer |
1725-1742 | Theodorus van Tiel |
1742-1771 | Hubertus Huberts |
1771-1802 | Joannes Casparus Looden |
1802-1806 | Joanne Oswaldus Strick |
1806-1852 | Antonius Georgius van der Wielen |
1852-1876 | Joannes Arts |
1876-1905 | Henricus Smulders |
1905-1933 | Arnoldus Cornelius Bertens |
1933-1947 | C. van der Heijden |
1947-1955 | C. Swagemakers |
1955-1976 | Ferdinandus Antonius Maria van Roosmalen (+24 sep 1977) |
1976-1994 | J.G.W. Stevens |
1994-1999 | Peter Raaphorst |
1999-2002 | november, W. Hulskorte, vanaf 2001 ook David van Dijk |
2002-2004 | Victor van den Hurk |
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.