In 1977 bood deze F.X. Walter alle archivalia (inclusief de in bruikleen gegeven stukken) uit het omvangrijke familie archief te koop aan. Hij had de collectie bij een antiquariaat laten taxeren en vroeg 13.000 gulden.
H. Douma, streekarchivaris destijds, zag het historische belang van deze collectie in en stelde een brief op naar het College van Burgemeester en Wethouders van Grave. Uit de bijlage van deze brief van 27-4-1977 bleek dat het archief veel meer omvatte dan de familiepapieren van Walter. Zo bevatte de collectie Walter:
Kapittelstukken van de St. Elisabethkerk te Grave
Archivalia van de OLV Broederschap Grave
Archivalia St. Elisabeth Broederschap Grave
Brokstukken van andere broederschappen
Archivalia van P.J. Walter en verwante families Steenhuijs, de Meijer, Malingrez (waarvan de diverse leden allerlei overheidsfuncties bekleed hadden, niet alleen in Grave maar ook in het gehele Land van Cuijk)
Archivalia van R. Walter - Verberne en F.X. Walter
Allerlei akten van onroerende goederen gelegen binnen en buiten het Land van Cuijk.
Men ging over tot aankoop van de gehele collectie. De archivalia zijn naar hun aard in diverse toegangen geplaatst en beschreven.
In een later stadium (wrschl. jaren negentig) zijn de 'lopende' familiepapieren (inv.nrs. 162-237 in toegang 7078) van F.X. Walter overgedragen en de archivalia van de wijnhandel R. Walter en zoon (De laatste archivalia zijn beschreven in toegang 1872).
Petrus Malingrez was ook rentmeester en secretaris van de heerlijkheid Balgoij en Keent.
Zijn schoonvader, Jan de Meijer, was richter van het gericht van Balgoij en Keent (zie: inv.no. 23). Prins Bernhard der Nederlanden stamt af van de volgende personen:
I. Margareta barones van Raesfelt tot Middachten, vrouwe van Balgoij en Keent, gehuwd met George Johan baron van Weede, gouverneur van de stad en vesting Grave;
II. Everardina Jacoba Wilhelmina barones (later rijksgravin) van Weede, gehuwd met Leberecht prins van Anhalt-Bernburg-Hoym;
III. Wilhelmina Charlotte prinses van Anhalt-Bernburg-Hoym, gehuwd met Willem landgraaf van Hessen-Philippsthal, generaal der cavalerie in Nederlandse krijgsdienst.