Op basis van deze inschrijvingen in het Bossche lidmatenregister van Jan Mathijsen Smits onstaat het volgende beeld:
a) Komende van Schijndel zich in april 1663 te Den Bosch gevestigd
b) In maart 1664 met onbekende bestemming vertrokken. Mogelijk richting Vianen.
c) Een half jaar later, in oktober 1664, komende vanuit Vianen, zich weer te Den Bosch gevestigd.
Er is een gerede kans dat hij uit Schijndel afkomstig is. Daar woonde inderdaad een familie Smits (een overigens veel vaker voorkomende naam). Of dit één familie betrof is niet bekend. Als Jan Matthijsen Smits inderdaad afkomstig is uit Schijndel staat als mogelijk kandidaat-vader van hem hoog op het lijstje ene Matthijs Jansen Smits, vorster te Schijndel. De vorster was een functionaris in het dorpsbestuur die onder meer de functie had van deurwaarder, gerechtsbode en tevens een soort ordebewaarder en assistent van de schout. De vorster werd na de Vrede van Munster (1648) aangesteld door de Staten Generaal. Dat is ook het moment dat we “onze” Matthijs Jansen Smits als eerst vermeld vinden:
5122-76 (Schijndel), d.d. 26 mei 1651:
Op heden 26 mei 1651 is verschenen voor de schepenen Mathijs Jansen en heeft in gevolge van sijn commissie hem bij de Weled: Hooch Mogenden Heeren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden wesende van date den xii meij 1651 gedaen den behoirlijcken eerdt aen handen van der Heer stadthelder alhier als vorster van tselve vorsterampt wel ende getrouweijck te exerceren ende te bedienen.
In het archief van de Staten Generaal te Den Haag zal stellig zijn aanstelling terug te vinden zijn (het betreffende deel is echter niet online beschikbaar). Misschien dat daarbij iets vermeld staat over zijn herkomst.
Na zijn aanstelling vinden we Mathijs Jansen, al dan niet met zijn geslachtsnaam Smits (ook Smets) als vorster vermeld bij het uitoefenen van zijn fundtie.
Met betrekking tot hemzelf werden de volgende vermeldingen gevonden:
5122-77, fol. 178 (inlegvel), d.d. 18 dec 1655:
Meester Mathijs Janssen Smit vorster in Schijndel heeft openlijk bekend en beleden ‘dat hij alsulcke half huijs brauhuijs brauketel cuijpe coelback als andersints totten brauwerije toebehoorende ende hof erfe dyen aenliggende alss hij opten derthienden dach der maent octobris lestleden 1655 heeft gemijnt van de momboiren van de onmundige kynderen van Aert Jochem Aerts verweckt by Mechtelt sijne huijsvrou dochter Jan Wouter Penninck heeft gecocht niet en can betaelen oft egeene macht oft middelen weedt te becoomen, heeft oversuckx de voors. momboiren van den nagenoemden huijse gemaeckt heer en meester gelyck hij is doende midts desen, alles sonder argelist ‘ [18.12.1655 – testes Dirck Bevers en Eymbert Voets]
(zoals reeds eerder hier vermeld) Resoluties Raad van State; invnr. 202, fol. 135v, d.d. 12 maart 1660 (Schijndel)
Mathijs Smets vorster van het dorp Schijndel die in een rekest verklaart ‘dat hij hem latende gebruijcken int executeren [ten uitvoer brengen] van den placcaten van den lande tegen de roomsgesinde, hij daer deur in sulcken haet is geraeckt, dat hij aldaer gheen huijs oft wooninge can becomen. Versouckt daeromme dat hem mach toegestaen worden zeker cleijn capelleken genaemt den Wijbosch dat ledich staet ende niet wert gebruijckt om hem daerinne te behelpen ende tot een wooninge te approprieren [toe-eigenen] ende dat gratis’. De Raad besluit dat hij zich maar moet richten tot de Haagse heren die op de verpachting der tienden komen, die zich dan nader kunnen informeren en rapport uitbrengen.
5116-14, fol. 102v, d.d. 24 juni 1660:
http://www.bhic.nl/onderzoeken/notaris-schepen-en-andere-akten?mivast=235&miadt=235&mizig=701&miview=ldt&milang=nl&micols=1&misort=last_mod%7Cdesc&mires=0&mizk_alle=5116%2014%20102v%201660&mibj=1660&miej=1660
Compareerde meester Mathijs Janssen Smits, vorster binnen het dorp van Schijndel, en heeft geconstitueerd en gemachtigd Trijnken Janssen, zijn echte huisvrouw, om in zijn naam en van zijnentwege haar te vervoegen naar Weert en aldaar aan te horen alzulke eissen en conslusies die Coenraad Debijn, koopman te Luik, op hem constituant is. Onderzoeken de oorzaak van het arrest het arrest dat Coenraed Debijn, koopman te Luik, op zijn constituants huis aldaar heeft laten doen ende eis en conslusies aan te horen die de voorschreven Coenraed tegen hem constituant zal overgeven. Tot vervolg van dezelve procedure een of meer procureur ad lites te substitueren en voorts generalijk daarin en mede te doen gelijk zij dat geraad zal vinden en hij constituant present zoude zijn moge of gedaan zou hebben, alwaar dat deze zaak breder of speciaalder mocht vereisen als voorschreven staande. Belovende de voorschreven constituant onder verbansd van zijn persoon en al zijn goederen hebbende en verkrijgende altijd voor goed, vast, stedig en van waarde te houden hetgene door de voorschreven Trijnken zijn huisvrouw of gene gesubstitueerden daarin gedaan en gehandeld zal worden. Aldus geschiedde geloof en gepasseerd binnen de heerlijkheid van St Michielsgestel ter presentie en voorstaan van Jan Janssen Spierincx en Jan, zone Jan Janssen Spierincx, ingezetenen der heerlijkheid voornoemd tot getuigen giervoor gecoren, die deze tegenwoordige nevens de voorschreven constituant en mij notaris hebben ondertekend vierentwintig dagen in juni 1660.
(was onder andere getekend door)
Mattijes Jansen Smets, vorster in Schijndel
NB: hier wordt zijn echtgenote vermeld: Trijnken Janssen. Zij zou de op 31 okt 1666 vermelde doopgetuige Treyntje Matijssen Smits kunnen zijn.
De Schijndelse vorster Matthijs Jansen Smits, was dus gehuwd met Trijnken Janssen (mogelijk doopgetuige in 1666) (een dergelijk huwelijk zou twee zonen met voornaam Jan voort kunnen brengen) EN hij had een huis in Weert.