Jan Jansen van Gulick, wordt ook aangeduid als ''de oude''.
Dat hij wagenmaker was is bewezen, alleen zijn herkomst is onduidelijk. Mogelijk dat zijn vader Jan van Gulick (geb. ca. 1560-1570) in Zwaluwe of Zevenbergen is terecht gekomen.
Op 18-4-1641 (Zwaluwe, RA 1) Jan Jansen van Gulick, aenl. contra Gerit Adriaens, alias Waterboer.
Op 29-9-1653 (Zevenbergen, RA 187, f. 270) Johannes Leenderts van Ardonne, geboortig van de Swaluwe, tegenwoordig woonende tot Dordrecht,
heeft gevest geerft Jan Jansen van Gulick, wagenmaker op de Blauwe Sluijs, 2 gemeten lands, gelegen in het Landeke Voordagh, zijnde vrij en onbelast: O. Valetijn Adriaens, Z. Dingman Tijssen en Dingman Lambreachts, N. dijck.
Op 18-6-1656 (Zevenbergen, NA 8991) Aan Jan Cornelis van Gils, ingezeten alhier, wordt procuratie verleend om in Den Haagte te spreken met de regering over afdoening van de lasten van het Hoorngeld, bierimpost e.d. door een aantal huijsluijden van de stad Zevenbergen, waaronder ook Jan Jansen van Gulick, die tekent met zijn handmerk.
Op 7-5-1664 (Zevenbergen, RA 169, f. 246v.) Jan Jansz. van Gulick is schuldig aan de kinderen van borgmr. Leonard Moulaert de somme van 300 gld. Onderpand
is 12 buijnder weijland in de Elderenpolder: O. erfgen. van Jan van Beecq, W. Dingman Mathijs, bruijcker, Z. Elisabeth Claes Vermolen, N. Jan Cornelis Boom. Belast met 400 gld. tbv Elisabet Claes Vermolen en noch met 200 gld. aan dezelve weduwe. Marge: 14-1-1702 Anthony Blom bekent van nevenstaende 300 gld. voldaen te wesen bij akkoord voor notaris A. Voorhoff.
Op 21-8-1666 (Zwaluwe, RA99) staat en inventaris, doen maken bij Jan Jansen van Gulicq, wagenmaker op de Blauwe Sluijs, als wednr. van Stijntge Leenderts, zijn overleden huisvrouw.
Eert het eigen land:
- 2 buijnder weiland in de Elderenpolder onder Sevenbergen, geschat op 1200 gld.
- 1 buijnder lands gelegen in het Landeke Voordaech, met schuwere en huijsken daerop, 1000 gld.
- Huijsinge met achterhuijsinge als timmerhuijs, gelegen aan de Blauwe Sluijs, 700 gld., waerin van Gulicq tegenwoordig woont.
Voorts:
- 3 treckpeerden 250 gld., 4 melkgevende koebeesten, 150 gld., ander vee, huurlanden in het Outland in Jonckershoeff, in het Hoochlant, in de Claverpolder,
Landeken Voordaech en de Stijffacker onder Zevenbergen.
Volgt de uijtkoop:
Jan Jansen van Gulicq den Ouden ter eenre, ende Cornelis Jansen van Gulicq, Jan Jansen van Gulicq (de Jonge) en Adriaen Jansen van Gulicq met Jan Jorrisen
van Leent, getrouwt met Maijken Jans van Gulicq, alle kinderen van Christijntje Leendert Wouters (?), ter andere zijde, zijn veraccoordeert, dat Jan Jansen van Gulicq sal hebben in vollen eigendom het buijnderlands in het Landeken Voordaech, genoemd den Riethil, met de putten nevens de huijsinge, etc.
Op 6-1-1667 (Zwaluwe, RA 163) condities waarop de kinderen van Jan Jans van Gulick sullen verkopen een huijsinge opde Blauwe Sluijs. - Eerst het groote huis ofte woonhuis, ingezet bij Adriaen Jansen van Gulick.
Noch in heure over te geven:
- 1 buijnder weijlant int Outlant;
- 1 buijnder saeijlant onder Sevenbergen aende 5e weg, ader erfgen. van is het weeskind van Willem Leenderts.
- 2 binder of het cleijnhuijs met alles wat nagelvast is, ongeset bij Jan Jansen van Gulick op 249 gld.
Compareerde voor schepenen Cornelis Jansen van Gulick, Jan Jansen van Gulick, Jan Jans van Leent, man van Maeijke van Gulick en Adriaen Jansen van Gulick, broeders en suster, als erfgen. van Stijntje Leenderts, hare moeder, verklarende de erfenis van hare moeder verdeelt te hebben.
Op 14-10-1669 (Zevenbergen, RA 170, f. 83-84) Jan Jansen van Leent, boeman onder deze jurisdictie, verklaart dat hij van de 4 kinderen van borgmr. Moulaert niet alleen op 16-5-1664 op zijn name heeft gemegotileert 250 gld., maar oock tevoren uijt zijn eigen beurs hadden betaalt 375 gld., tezamen dus 626 gld., tot voldoeningen van de custingpenningen van een huis, staande op sHeeren Avelinge in het land Landeke Voordach onder dese jurisdictie. Waerinne Jan Jansen van Gulick,
zijn huisvrouwen vader zalr. op 21-4-1661 is gevest bij Cornelis Willem Huijgen en heeren weesmeesters (breeder in register coopdagen 238 gld.).
En dat tegenwoordig de voors. kinderen en ergen. hem (van Leent) vermist het overlijden van zijn schoonvader zijn aansprekende tot betalingen van 250 gld.
als laatste paeije van genoemde huijsinge.
Jan Jansen van Leent verklaart verder onder eede dat hij de 626 gld. uijt eigen beurs betaalt heeft sonder van zijn schoonvaders boedel genoten te hebben als alleenlijk de belofte van Jan van Gulick, dat deze hem naar voldoeningen der paaien zouden vesten in genoemde huijsinge, hetwelck niet is geschiet.
Op 28-2-1674 (Zwaluwe, RA115) Jan Jansen van Gulick en Jan Jansen van Leent, erfgen. van Jan Jansen van Gulick den Ouden en verklaarden ten verzoeken van A driaen Jansen van Gulick hoe dat hij Adriaen Jansen in september 1666 is veraccoordeert met zijn vader, dat hij, Adriaen Jansen soudenhebben de helft van
het wagenmakersgereedschap en de helft van het hout ten behoeve van de wagenmakerswinckel. Hetwelk voor dato de kinderen voor de gerechte helft hadden gedeeld, mits dat Adriaen Jans aan zijn vader heeft belooft gedurende zijn leven zou onderhouden zijn bouwgereedschap als wagen, ploegen, karren en houtwerk, zonder dat te reekenen ofte genieten.
Op 28-10-1678 (Zwaluwe, RA 163) voorwaarden waarop schout en schepenen van de Lage Zwaluwe, ten profijten van de kinderen van Jan Jans van Gulick sullen verkopen de huijsinge van hun vader op de Blauwe Sluijs: O.sHeerenstraat, Z. Keijsersdijck, W. dezelve, N. wed. van Hendrick Jansen Smit. En dat met den halven oven staende opt latente huis van het Nieuwlant, ten gebruiken van Cornelis Ariens Neelman.