In een 17de eeuwse tekst zie ik de volgende passage (vriendelijk vertaald door het forum Watstaatdaer):
" ...hij leeffde d'ander zijde
neffens erffenisse van den
voornoemde Evert van Haendel,
streckende achter van
erve, dat oock voor desen
toebehoorde Philips d'Rijck,
nu Canters genaempt de
Leeuwe tot voor aen de
merckte voorseyt, metten..."
Ik heb de vraag ook al op het andere forum gesteld, maar het is misschien meer iets voor hier:
Wat is nu de juiste interpretatie van de laatste vier zinnen? Het is een meerkeuzevraag :)
1. Philips d'Rijck noemt zich ook wel Canters de Leeuwe
2. Philips d'Rijck noemt zich ook wel Canters en het pand heet 'de Leeuw'
3 Het pand was eerst van Philips d'Rijck, nu van Canters genaamd de Leeuwe
4 Het pand was eerst van Philips d'Rijck, nu van Canters en het pand heet de Leeuwe
Voor wie het interesseert wat achtergrondinformatie:
In Helmond op de Markt 19 (perceel 26) stond inderdaad een pand genaamd Die Leeuwe, en als eigenaar staat daar vanaf 1656 inderdaad Philips de Rijcke, vorige eigenaar was volgens die website Gevaart Cornelis van den Eijnde en de weduwe Fabri (=Adriana). zie https://www.helmondbinnendewallen.nl/
Philips de Rijcke is de tweede man van Adriana (weduwe Fabri), dus dat is niet raar.
Vertalen zonder de context te kennen geeft soms rare antwoorden die weer vragen oproepen. Ik herken het mooie regelmatige handschrift van Geerlof Suyckers.
De beschrijving (belendingen) gaat over het pand De Leeuw. Philips de Rijck was voordat hij het verkocht aan Canters, ook de voormalige eigenaar van dat belendende stukje erf. Je dient de namen van Philips de Rijck en Canters als losse namen te zien en niet als 'genaamd'.
Sanne
zei op 1 december 2021 om 13:45
Hallo Hans,
Het verlossende antwoord komt weer van jou :)
En wat leuk dat je het handschrift herkent! Deze akte is de eerste die ik inderdaad - bijna - kon lezen.
Het antwoord dat jij geeft, leek mij ook het meest aannemelijke. In die andere akte waarover ik het hierboven had, zie je ook Philip de Rijcke apart, en het gebouw De Leeuw apart. Daar lijkt het echter wel of Philips het juist koop van Canters en niet andersom. https://www.geschiedenishelmond.nl/zoek-resultaat/oai_mi/sa_%7BF14FBE4D-A30E-4702-9691-2FF91C0698C9%7D
Er zit echter 30 jaar tussen de aktes, hij kan het ook weer teruggekocht hebben.
Hoe dan ook, van harte bedankt weer! En een hele fijne dag, groet, Sanne
Egbert
zei op 2 december 2021 om 21:37
Het huis De Leeuw wordt door Johanna dochter Meester Geraerts van Zoemeren op 28-04-1650 opgewonnen omdat er een cijns gaande uit dat huis niet op tijd betaald was. Zij verkoopt daarop het huis op 18-08-1650 met toestemming van Philips de Rijcke aan Antonis Canters sone wijlen Anthonij Canters.
Op dezelfe dag vestigd Anthonij Canters daarop een cijns van 37 1/2 gulden.
Bosch Protocol, Inventarisnummer 1574, folionummer 328v en 330r.
Volgens het onderzoek naar huizen in de Veestraat tussen 1400 en 1830 door H. Beijers en P. Koolen (De Vlasbloem, Historisch Jaarboek voor Helmond, 1989) werd de Leeuw in 1648 verhuurt aan Adriana de weduwe van Guillaum Fabri. Deze weduwe trouwt later met Philips de Rijcke; zij laten op 03-09-1649 een zoon Joannes dopen. Ten tijde van de verkoop aan Canters zal Philips de Rijcke nog wel huurder zijn geweest. Vandaar de mogelijke toestemming die hij geeft bij de verkoop aan Canters.
Uit de overdrachte van de transportakte van 22-12-1655 door Anthonis Canters aan Philips de Rijcke zou je verwachten dat het pand De Leeuw dan ook aan Philips is verkocht. Dan moet er toch ergens ook een transportakte van datzelfde pand zijn.
Volgens het onderzoek van Beijers en Koolen wordt de Leeuw echter pas in 1662 aan Philips de Rijcke verkocht die het al na enkele maanden doorverkoopt.
Er was echter ook een langsgelegen pand met de naam "De Kleine Leeuw". Dat maakt de situatie er niet duidelijker op.
Sanne
zei op 3 december 2021 om 08:28
Hallo Egbert,
Leuk om weer van je te horen en dank je wel voor de informatie!
Heemkundekring Helmont heeft een ontzettend handige website: https://www.helmondbinnendewallen.nl/
Daarop zie ik dat ook een Jan Kanters/Kenters woonde binnen de Wallen, nl. Ameidestraat 14 (zo rond 1670)
En over het pand "De Leeuw": het beslaat wel drie percelen, dus zal misschien op een zeker moment gesplitst zijn?
Wat ik echt ontzettend leuk vind is dat onze voorouders toen ze naar rechts uit het raam keken, dus het huis met de Luts (Markt 7) gezien hebben. Dat staat er gewoon nog en is één van de laatste monumenten uit die tijd.
