Eric van Daal
vertelde op 4 juli 2022 om 10:59 uur
Op 17 april 1436 sloten de steden en ridderschap van Gelre in Nijmegen een verbond tot handhaving van hun rechten tegen hun hertog Arnold. Op 28 mei 1441 bewilligde de hertog in het verbond dat in 1436 was gesloten. Ook de stad Grave bezegelde het verbond in 1442. Op zaterdag na de zondag vocem Jucunditatis (de vijfde zondag na Pasen) 1442 traden nog meer leden van de ridderschap toe tot dit verbond. Daaronder zien we bekende namen uit het Land van Cuijk, zoals: Edward, heer van Haps; Dirck van Driel (Mill?); Johan en Evert van der Borch en Librecht en Jan van Erp (Boxmeer?); Hendrick van der Voort (Groeningen?); Gerrit, Herman en Wolter van Merwijck (Groesbeek?); Rutger van Kessel, Arnt, Walraven en Herman Pieck en Jacob van Riemsdijck (Grave?) en Jacob van Dael, knape.
Zie: W. van Loon: Groot Gelders Placaet-Boeck deel II, (Nijmegen, 1703), appendix kolom 191.
Heeft iemand meer informatie over de genoemde personen? Ik ben met name ook geïnteresseerd in de hier genoemde Jacob van Dael.
Al eens gekeken in Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen. Utrecht, 1962 (dissertatie), van jkvr. J.M. van Winter?
Eric van Daal
zei op 4 juli 2022 om 16:49
Hallo Hans, ik heb de dissertatie gezien ja. Dank je wel. Van Winter verwijst hierin ook naar W. van Loon, waar ik dus ook naar gekeken heb en waar ik hierboven ook naar verwijs. In beide publicaties worden dezelfde namen genoemd, maar helaas zonder nadere informatie. Rond dezelfde periode is in Oeffelt sprake van "de kinderen van Jacob van Dael" (BHIC: toegangsnr. 368: Kruisherenklooster St. Agatha in Cuijk 1315-1887, inv. nrs. 275, 291 en 378), maar of er een relatie is met Jacob van Dael, die in 1442 als toetrad tot het verbond, is niet duidelijk. De overige namen lijken wel uit dezelfde regio te komen.
