skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Doodsbriefjes

Brongegevens over hoe iemand aan zijn einde is gekomen, zijn in Nederland schaars. In de overlijdensakte ontbreekt dit gegeven. 'Doodsbriefjes' zijn dan ook in meerdere opzichten een unieke bron. Je moet wel een beetje geluk hebben om zo'n briefje te pakken te krijgen, want in de loop der tijd zijn er helaas veel vernietigd. Maar gelukkig zijn er ook bewaard gebleven!

Sinds 1865 moet in Nederland de dokter die iemands overlijden vaststelt, een verklaring opmaken waarin hij aangeeft wat de doodsoorzaak is. Dit doodsbriefje ging naar de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Vanaf 1926 bevatten deze doodsbriefjes omwille van privacy nog slechts een beknopte omschrijving van de doodsoorzaak (doodsbriefje A). Een tweede overlijdensverklaring, met een uitgebreidere verklaring van dood, ziekten waaraan de overledene leed, complicaties etc. werd vanaf dan door de gemeente in een gesloten envelop doorgestuurd naar het Centraal Bureau voor de Statistiek voor verwerking in de bevolkingsstatistiek (doodsbriefje B).

Vanaf 1 april 1956 bevat het doodsbriefje A, dat bij de gemeente bleef, niet meer de exacte doodsoorzaak. Er staat vanaf dan alleen nog maar in of het al dan niet om een natuurlijke dood gaat.

Beschikbaarheid

Voor een doodsbriefje uit de periode 1865-1926, en voor doodsbriefje A vanaf 1926, zoek je in het archief van de overlijdensgemeente (soms in het archief van de burgerlijke stand van die gemeente). Veel van die briefjes zijn echter in het verleden vernietigd, aangezien een gemeente die niet altijd hoefde te bewaren. Van sommige gemeenten zijn dozen vol bewaard, van sommige maar een handvol, van sommige helemaal niets. Maar áls ze bewaard zijn, zijn dus vooral de briefjes tot 1956 interessant; de jongere vermelden immers alleen of iemand al dan niet een natuurlijke dood is gestorven. Heel soms zitten er tussen de doodsbriefjes ook andere stukken, zoals boedelbeschrijvingen of koepokkenvaccinaties. Deze zijn niet opgenomen in de indexen.

Hieronder een volledig overzicht van de bij het BHIC bewaarde verklaringen van overlijden (doodsbriefjes), met vermelding van toegangsnummer, periode en inventarisnummers:

  • Alem, Maren, Kessel (toegangsnr. 7314), 1885 en 1938-1957 (inv.nr. 605)
  • Berghem (toegangsnr. 7349), 1940-1976 (inv.nrs. 19.2, 19.3 en 20.1)
  • Berlicum (toegangsnr. 5035), 1877-1879, 1881-1883, 1886-1901, 1904, 1909, 1916, 1920-1923 en 1927 (inv.nrs. 739-767)
  • Beugen en Rijkevoort (toegangsnr. 7024), 1923-1926 en 1930-1936 (inv.nrs. 970-979)
  • Cromvoirt (toegangsnr. 5062), 1915-1921, 1924-1925 en 1927-1932 (inv.nr. 472)
  • Den Dungen (toegangsnr. 5038), 1866-1941 (inv.nr. 911)
  • Dinther (toegangsnr. 7602), 1935-1952 (inv.nrs. 204-205)
  • Erp (toegangsnr. 7689), 1940-1945 (inv.nr. 172)
  • Geffen (toegangsnr. 7338), 1901-1941 (inv.nr. 106); (toegangsnr. 1487), 1959-1962 (inv.nr. 14)
  • Huisseling en Neerloon (toegangsnr. 7387), 1880-1922 (inv.nr. 169)
  • Lith (toegangsnr. 7316), 1880-1899, 1901-1912, 1914-1920, 1922-1924, 1926, 1928 en 1930-1932 (inv.nrs. 1196-1241)
  • Mill en St. Hubert (toegangsnr. 7033), (1822)1831-1833, 1838-1840, 1874-1875 en 1907-1908 (inv.nr. 711)
  • Nistelrode (toegangsnr. 7488), 1921-1929 (inv.nr. 1342) (ontbreekt)
  • Oijen en Teeffelen (toegangsnr. 7321), 1928-1938 (inv.nrs. 1027-1037)
  • Oss (toegangsnr. 7363), 1882-1929 (inv.nrs. 2106-2110). Toegangsnummer 7363, 1866-1906 (inv.nrs. 1773-1775, Overlijdensregisters ten behoeve van de sterftestatistiek*)
  • Ravenstein (toegangsnr. 7476), 1876-1920, met hiaten, en 1922-1950 (inv.nrs. 33-37)
  • Reek (toegangsnr. 7726), 1924-1926 en 1941-1942 (inv.nr. 51)
  • Schijndel (toegangsnr. 5135), 1944-1960 (inv.nrs. 624-640)
  • Sint-Michielsgestel (toegangsnr. 5136), 1941-1943, 1945-1947 en 1952-1953 (inv.nrs. 542-547 en 2277); 1932-1936 (inv.nrs. 2271-2275); 1939-1949 (inv.nr. 2276)
  • Sint-Oedenrode (toegangsnr. 7737), 1870-1939 (inv.nrs. 1531-1600); (toegangsnr. 7635), 1940-1956 (inv.nrs. 502-518)
  • Veghel (toegangsnr. 7753), 1897-1936 (inv.nrs. 1541-1580); 1940-1945 (inv.nrs. 1275-1276)
  • Vught (toegangsnr. 5224), 1870-1930 (inv.nrs. 61-64); registers van aan de hoofdinspecteur van de volksgezondheid gezonden persoonssterfkaarten, 1905-1909 (inv.nrs. 65-66); (toegangsnr. 5131), 1940-1949 (inv.nr. 1202)

* Overlijdensregisters ten behoeve van de sterftestatistiek: In 1865 werd in de Wet op de Uitoefening der Geneeskunst vastgelegd dat in Nederland de (behandelend) arts die de dood van iemand vaststelt een verklaring van overlijden moet opmaken, waarin hij aangeeft wat de doodsoorzaak is. Hieruit zijn onder andere de doodsbriefjes ontstaan, maar in sommige gemeenten werden ook complete sterftelijsten bijgehouden. Dit zijn een soort verzamellijsten van alle overledenen per jaar per gemeente, met per regel (per persoon) een aantal persoonsgegevens én de doodsoorzaak. De doodsoorzaak werd hierbij over het algemeen overgenomen uit de overlijdensverklaring (het doodsbriefje) van de behandeld arts of lijkschouwer. In Oss werden dit soort sterftelijsten óók bijgehouden, in ieder geval voor de periode 1866-1906. Deze Osse overlijdensregisters zijn door het BHIC gedigitaliseerd. De inhoud van inventarisnummer 1773 (persoonsgegevens van 4700 overledenen) is opgenomen in de index 'Doodsbriefjes' en daarmee voor iedereen doorzoekbaar.

Je kunt een overzicht downloaden van alle beschikbare doodsbriefjes in Nederland. Het overzicht is samengesteld door Indie van Lieshout. Correcties, aanvullingen enz. kun je e-mailen naar info@bhic.nl
En een overzicht van archiefbronnen van slachtoffers van epidemieën in Nederland.

Bekijk het overzicht van doodsbriefjes

Bekijk het overzicht van archiefbronnen slachtoffers van epidemieën in Nederland

Je kunt ook een overzicht bekijken van alle beschreven doodsoorzaken op doodsbriefjes in Noord-Brabant. Het overzicht is samengesteld door Marja Waals, in samenwerking met Netty van 't Hof en André Schoones. Correcties, aanvullingen enz. kun je e-mailen naar info@bhic.nl

Ga naar het overzicht van doodsoorzaken


Doodsbriefje uit Berlicum

De openbaarheidstermijn van doodsbriefje B, bewaard bij het CBS, is gesteld op 75 jaar. In 2026 komt jaargang 1950 beschikbaar voor genealogisch onderzoek.

Goed om te weten

De opgegeven doodsoorzaken geven een beeld van de stand van de toenmalige medische kennis. Je moet de gebruikte termen dus in dit historische kader interpreteren.

Als je in onze index een naam gevonden hebt en vervolgens bij de juiste scan terechtkomt, vergeet dan niet om ook even door te bladeren (in de filmstrip of met de pijltjes) naar de volgende scan(s). Omdat het regelmatig voorkomt dat er meer scans zijn die betrekking hebben op één persoon.

Hulp nodig?

Heb je vragen? Je kunt altijd contact met ons opnemen, telefoon 073-6818500, e-mail vragen@bhic.nl en chat. Je kunt je vragen ook stellen op ons forum voor historisch onderzoek en genealogie: www.bhic.nl/forum

Meer weten?

  • Rob van Drie, 'Het doodsbriefje', Genealogie, tijdschrift voor familiegeschiedenis 17 (2011) 110-111.

Foto ingekleurd met ColourizeSG