skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Kadaster

Ben jij ook zo nieuwsgierig naar de percelen, boerderijen en schuurtjes die je voorouders in bezit hadden? Wil je misschien meer weten over de geschiedenis van je eigen huis of vraag je je af hoe jouw dorp of stad er vroeger uitzag? Voor al deze vragen kun je bij ons onderzoek doen in de archieven van het Kadaster!

Verzamelplan secties A-F Sint-Michielsgestel, 1832
Verzamelplan (minuutplan) van de secties A-F van de gemeente Sint-Michielsgestel, 1832.

Introductie

De invoering van het Kadaster vond plaats op 1 oktober 1832. Het doel van deze nieuwe organisatie was te komen tot een eerlijkere heffing van de grondbelasting, een belasting op onroerende zaken, gebaseerd op de grootte en kwaliteit van de grond en het gebouwde. Bij de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838 kwam er een belangrijk element bij, namelijk het verschaffen van een grotere rechtszekerheid aan de burgers. Het vermelden van kadastrale kenmerken in akten werd vanaf 1838 verplicht.

De basis van de kadastrale informatie wordt gevormd door de minuutplans en de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT's). Al vóór 1832 gingen de landmeters op pad om de percelen in Nederland op te meten en vast te leggen in kaarten en registers (OAT's).

In het kadastrale stelsel wordt het grondgebied ingedeeld in kadastrale gemeenten. De kadastrale gemeente wordt verdeeld in secties, die aangeduid worden met hoofdletters. De secties zijn vervolgens verdeeld in percelen, die genummerd worden. Een perceel wordt geïdentificeerd door kadastrale gemeente, sectie en nummer. Zolang de grenzen van een perceel niet veranderen, houdt het steeds hetzelfde nummer, behalve in de zeldzame gevallen dat een kadastrale gemeente of sectie in zijn geheel wordt hernummerd. Wanneer de grenzen van het perceel wijzigen of er gebeurt iets met het perceel, zoals de bouw van een huis, dan verandert ook het perceelnummer.

Alle veranderingen in de kadastrale gegevens zijn nauwkeurig bijgehouden door het Kadaster. Je kunt hier bij het BHIC onderzoek naar doen door de Kadaster Archiefviewer te raadplegen. Dit digitale programma is beschikbaar in de studiezaal van het BHIC en de overige regionale historische centra waarbij een voormalig rijksarchief is aangesloten.

Op onze website kun je de naast de minuutplans uit 1832 ook de schattingskaarten van rond 1886 bekijken. Deze zijn aanwezig in het archief van de Hypotheekbewaarders 's-Hertogenbosch en Eindhoven.

Belangrijkste begrippen

Het doen van onderzoek in de Kadaster Archiefviewer vergt enige kennis van de gebruikte terminologie. Hieronder volgt daarom een korte uitleg van de belangrijkste begrippen, zodat je snel aan de slag kunt met je kadastrale onderzoek.

Begrip Uitleg Periode Waar te raadplegen?
Minuutplans Dit zijn de eerste kadastrale kaarten. Ze geven de toestand weer van 1832. Vaak is er ook een verzamelplan van alle secties aanwezig. 1832 (bevroren toestand)

Originelen bij RHC's. Bij het BHIC kun je de minuutplans online bekijken:

 

Minuutplans

 

Niet raadpleegbaar via de Kadaster Archiefviewer!

OAT OAT's zijn Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels en horen bij de minuutplans. In de OAT's wordt o.a. vermeld wie de eigenaar van elk perceel was en hierin vind je ook gegevens over de grootte en aard van het perceel. De OAT's zijn geordend op kadastraal perceelnummer. 1832 (bevroren toestand)

Originelen bij RHC's. Bij het BHIC kun je de OAT's online bekijken:

 

OAT's

 

Niet raadpleegbaar via de Kadaster Archiefviewer!

Tabel nr. 5 Ter aanvulling op de OAT's kun je de 'tabel nr. 5' bekijken. Dit zijn classificaties van grondbelasting, waarbij veel meer gedetailleerde informatie over percelen is opgenomen. Ze zijn opgenomen in het archief van het Provinciaal Bestuur.  Eerste helft 19e eeuw

Originelen te raadplegen bij het BHIC en andere RHC's. 

Tabel nr. 5

SAT Suppletoire Aanwijzende Tafels. Registers waarin eigendomsveranderingen ten opzichte van de OAT's werden verwerkt. Vanaf 1844 werden eigendomsveranderingen in Register 71 aangegeven. Alleen de splitsing en samenvoeging van percelen werd nog tot 1863 vastgelegd in de SAT.

1832-1844: eigendoms-veranderingen

 

1832-1863:

splitsing en samenvoeging van percelen

Originelen te raadplegen bij het BHIC en andere RHC's. 

 

 

Niet raadpleegbaar via de Kadaster Archiefviewer!

Register 71

Een verwijzingsregister per gemeente van kadastrale perceelnummers naar artikelnummers van eigenaren.

Wanneer er een nummer wordt weergegeven met 'later', wordt hierbij geen artikelnummer, maar juist een later perceelnummer bedoeld.

1844-ca.1985

Kadaster Archiefviewer

Menu: Register 71

Hulpkaart Belangrijk hulpmiddel bij onderzoek naar wijziging van grenzen op perceelniveau. Geeft de relatie weer tussen vervallen en nieuw ontstane percelen. Een hulpkaart wordt gebruikt voor bijwerking van het (vervolg)minuutplan. 1832-heden

Kadaster Archiefviewer

Menu: Hulpkaart

 

Elke hulpkaart heeft een eigen archiefnummer.

 

Wil je weten hoe je een hulpkaart (of veldwerk) precies moet lezen?

 

Klik hier!

Veldwerk Schets door de landmeter ter plaatse gemaakt van wijziging van perceelgrenzen op perceelniveau in relatie tot de omgeving. Soms zijn hier ook wijk- en huisnummers te vinden. Aan de hand van het veldwerk wordt de hulpkaart opgemaakt. Vaak bevatten de veldwerken meer gedetailleerde informatie over de wijzigingen ten opzichte van de leggers en de hulpkaarten. 1879-heden

Kadaster Archiefviewer

Menu: Veldwerk

 

Elk veldwerk heeft een eigen archiefnummer.

 

Wil je weten hoe je een veldwerk (of hulpkaart) precies moet lezen?

 

Klik hier

 

Dienstjaarveldwerk Schets door de landmeter ter plaatse opgemaakt van wijzigingen van perceelgrenzen binnen een gemeentelijke kadastrale sectie per dienstjaar. Houd er rekening mee dat een dienstjaar verwijst naar het kalenderjaar vóór het genoemde jaar. 1820-1878

Kadaster Archiefviewer

Menu: Dienstjaarveldwerk

Leggerartikel

Eén (of meer) pagina('s) in de kadastrale legger waarop alle percelen staan vermeld die één of meerdere personen in een kadastrale gemeente in eigendom heeft of hebben. Elk perceelnummer heeft een apart volgnummer.

Soms worden mede-eigenaren bij naam genoemd, maar in andere gevallen wordt volstaan met de afkorting cs. (cum suis)

1832-ca. 1985

Kadaster Archiefviewer

Menu: Leggerartikel

Filiatie Filiatie is de relatie tussen vervallen en nieuwe percelen en omgekeerd. Filiatie laat zien uit welke oude vroegere percelen een perceel is ontstaan (neerwaartse filiatie) of naar welke nieuwe latere percelen een perceel is overgegaan (opwaartse filiatie). N.v.t.

Kadaster Archiefviewer

 

Filiatie verschijnt in een afzonderlijk kader en wordt tegelijk met de resultaten weergegeven wanneer het zoekcriterium een perceel is. Dit is het geval bij de documenttypen Hulpkaart, Veldwerk en Register 71.

Hypotheekregister no. 4 Register van overschrijving van notariële en onderhandse akten van eigendomsovergang. In de kadastrale leggers wordt in een aparte kolom verwezen naar deze registers.  1838-1974

Bij het BHIC zijn de hypotheekregisters no. 4 in de studiezaal te raadplegen.

 

Toegang 532: kantoor Breda

Toegang 535: kantoor Eindhoven

Toegang 537: kantoor 's-Hertogenbosch

Projectveldwerk Veldwerken van grote projecten, zoals ruilverkavelingen, de aanleg van kanalen of hermetingen. Ze kunnen zich over verschillende kadastrale gemeenten uitstrekken en bevatten vaak meerdere kaarten.  N.v.t.

Kadaster Archiefviewer

Menu: Projectveldwerk

 

In Noord-Brabant gaat het om een beperkt aantal projecten. Wil je weten welke precies?

 

Klik hier!

Lijst 78a Lijst 78a bevat voor sommige minuutpercelen een lijst met een verwijzing naar het archiefnummer van het eerste veldwerk/hulpkaart waarop het perceel is opgenomen. Wordt in de praktijk weinig gebruikt. 1834-?

Kadaster Archiefviewer

Menu: Lijst 78a

Legger-rest Diverse onderwerpen die in de kadastrale leggers zijn vermeld. De alfabetische naamlijsten van de OAT's zijn voor onderzoekers vaak het meest van belang. Overige stukken zijn bijvoorbeeld verzamelstaten met gegevens over de grootte en belastbare opbrengst van percelen en tarieflijsten met begrotingen van deze opbrengst. N.v.t.

Kadaster Archiefviewer

Menu: Legger-rest

 

Weergave van zoekresultaten in de Kadaster Archiefviewer
Weergave van zoekresultaten in de Kadaster Archiefviewer

Hulpmiddelen voor je onderzoek

Zoals je ziet, zijn er in het Kadaster ontzettend veel gegevens te vinden. Soms kan het je behoorlijk duizelen van alle verschillende nummers en getallen die je hebt ontdekt. Wij hebben daarom twee handige hulpmiddelen in Excel ontwikkeld, die je kunt gebruiken voor het noteren van je onderzoeksresultaten.

Het eerste invoerscherm heb je nodig wanneer je onderzoek doet vanuit een kadastraal perceelnummer. In de verschillende kolommen kun je alle gegevens overzichtelijk invoeren die je in de Archiefviewer tegenkomt. Verricht je je onderzoek vanuit nummers van eigenaren (artikelnummers), dan kun je het beste gebruik maken van het tweede Excelbestand.

>Invoerscherm kadastraal perceelnummer

>Invoerscherm artikelnummer

Hypotheekregisters

Op 1 oktober 1838 werd in het Burgerlijk Wetboek vastgelegd dat akten, waarin onroerend goed wordt overgedragen of zakelijke rechten werden gevestigd, moesten worden overgeschreven in de openbare registers van het Kadaster. Iemand is pas juridisch eigenaar van een perceel wanneer het is ingeschreven bij het Kadaster. Het werd verplicht om in akten kadastrale perceelaanduidingen te gebruiken. De overschrijvingsregisters, de zogenaamde hypotheekregisters no. 4, uit de periode 1838-1974 zijn voor heel Noord-Brabant te raadplegen bij het BHIC. 

> Inventaris openen Hypotheekbewaarder Breda, 1832-ca. 1980

> Inventaris openen Hypotheekbewaarder Eindhoven, 1832-ca. 1990

> Inventaris openen Hypotheekbewaarder 's-Hertogenbosch, 1838-1974 

Ook vóór 1838 werden er overschrijvingsregisters bijgehouden door de hypotheekbewaarders. Er was toen echter nog geen verplichting tot registratie van de notariële akten. Bij het BHIC zijn deze registers van de kantoren Breda, Eindhoven en 's-Hertogenbosch uit de periode 1811-1838 raadpleegbaar. Deze stukken kunnen ook via scannen op verzoek worden aangevraagd.

> Inventaris openen Hypotheekbewaarder Breda, 1811-1838

> Inventaris openen Hypotheekbewaarder Eindhoven, 1811-1838

> Inventaris openen Hypotheekbewaarder 's-Hertogenbosch, 1811-1838

Alfabetische naamlijsten

De eerste kadastrale leggers waren gebaseerd op de OAT en zijn daarom aangelegd in alfabetische volgorde van de namen van de eigenaars. Later kreeg iedere nieuwe eigenaar een volgend artikelnummer toegewezen. Om het terugzoeken te vergemakkelijken, is in 1864 de alfabetische naamlijst ingevoerd, die verwijst van naam naar artikelnummer. Deze lijsten kun je in de Kadaster Archiefviewer terugvinden onder 'Legger-rest.'

De alfabetische naamlijst is in 1929 afgeschaft. Hiervoor in de plaats kwam de algemene naamwijzer: een index op de kadastrale leggers van alle kadastrale gemeenten binnen de Bewaring, het werkgebied van het Kadaster kantoor. Via de algemene naamwijzer kunnen we alle bezittingen van iemand binnen één Bewaring te weten komen uit de periode 1929-1989. Sommige gemeentelijke kadastrale archieven bevatten tevens alfabetische naamlijsten. De algemene naamwijzers zijn te vinden bij het BHIC onder toegangsnummers 532 en 535. 

> Inventaris openen algemene naamwijzer, kantoor Breda

> Inventaris openen algemene naamwijzer, kantoor Eindhoven

Historie van het Kadaster

De organisatie van het Kadaster in ons land vindt zijn oorsprong in de Franse tijd. In de tijd van de oude Republiek werd de verponding geheven. Verponding was in feite een grondbelasting, die door de overheid werd geheven in ponden geld. De verpondingen werden eenmalig als een vast bedrag per district vastgesteld en vervolgens per dorp omgeslagen (en dus niet per belastingplichtige).

Al snel na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk in 1810 werd besloten tot invoering van een perceelsgewijs opgemaakt kadaster. Door middel van een registratie van de perceelgrootte en taxatie van de zuivere opbrengst van elk perceel zou de staat een veel betrouwbaarder grondslag kunnen vaststellen voor de heffing van de grondbelasting, zo vond Napoleon. In Frankrijk had men al enige jaren ervaring op het gebied van perceelsgewijze grondregistratie.

De richtlijnen die door Napoleon werden vastgesteld, bleven ook in het nieuw gevormde Koninkrijk der Nederlanden gelden. Het Kadaster was primair bedoeld voor een eerlijkere belastingheffing en als gevolg daarvan was de organisatie van de kadastrering nauw verbonden met de directe belastingen. Het vormde tot 1826 niet meer dan een taakonderdeel van de administratie van de directe belastingen. Daarna zien we geleidelijk een meer zelfstandige organisatie vorm krijgen.

Het opmeten en classificeren van de grondgebieden in Nederland verliep in eerste instantie traag. Daarin kwam verandering toen in 1825 een wet werd ingevoerd, die een nieuw hypothecair stelsel in het vooruitzicht stelde. Zie voor meer informatie het kopje Hypotheekbewaarders.

Tussen 1825 en 1832 trok er een flink aantal taxateurs of schatters door de hele provincie om alle gebouwde en ongebouwde eigendommen van een waardering te voorzien. De taxateurs begonnen met het maken van een beschrijving van iedere gemeente in lijsten van eigendommen. Bij het BHIC zijn deze opgenomen in toegangsnr. 88. Daarnaast is voorbereidend werk van het Kadaster te vinden in de archieven van het Provinciaal Bestuur bij het onderdeel 'Bureau Kadaster' (toegangsnr. 17) en kun je lezen wat de taxateurs over de Brabantse gemeenten vertellen in verschillende verhalen.

Door de wet van 1825 werd de grondslag gelegd voor het Kadaster als zelfstandige organisatie. Het Kadaster vormde vanaf 1826 een zelfstandig orgaan onder direct toezicht van de gouverneur van de provincie. De koppeling van het Kadaster aan de openbare registers betekende voor de dienst een verschuiving van de doelstelling. Was het Kadaster tot aan de invoering op 1 oktober 1832 vooral bedoeld als bron en grondslag voor een evenwichtige heffing van de grondbelasting, daarna diende de kadastrering vooral als basis voor de rechtszekerheid van onroerend goed.

> Inventaris openen Controleur directe belastingen en kadaster, 1820-1961 (toegangsnr. 88)

> Inventaris openen Bureau Kadaster, onderdeel van Provinciaal Bestuur (toegangsnr. 17)

> Verhalen van de taxateur van het Kadaster

Goed om te weten

  • De Kadaster Archiefviewer is in onze studiezaal (en bij andere regionale historische centra waarbij een voormalig rijksarchief is aangesloten) te raadplegen. Thuis is dit (zonder betaling) niet mogelijk.
  • Bij een bezoek aan onze studiezaal zijn altijd medewerkers aanwezig die je op weg kunnen helpen in de Archiefviewer. Daarnaast is er een beknopte handleiding aanwezig en kun je ook het boek Aan de slag in de Kadastrale archieven raadplegen.
  • De Kadaster Archiefviewer mag alleen worden geraadpleegd voor historisch onderzoek. De gegevens mogen dus niet worden gebruikt voor bijvoorbeeld juridische doeleinden. Een dergelijk onderzoek moet namelijk door het Kadaster worden uitgevoerd.
  • Je kunt zowel op kadastraal perceelnummer als op huidig adres zoeken in de Archiefviewer.
  • Je kunt níet op naam van eigenaren zoeken in de Kadaster Archiefviewer. Dit is vaak wel weer mogelijk via de algemene naamwijzers of de gemeentelijke kadastrale alfabetische naamlijsten. Zie het kopje Alfabetische naamlijsten. Deze archieven zijn op papier bij het BHIC aanwezig.
  • Het Kadaster registreert alleen het eigendom (en het vruchtgebruik) en niet de bewoning van percelen. Namen van huurders zul je er dus niet in aantreffen. Deze vind je overigens wél in de bevolkingsregisters.
  • Bij mutaties van percelen wordt vaak het dienstjaar waarin de verandering heeft plaatsgevonden, weergegeven. Het dienstjaar was één jaar later dan het kalenderjaar.
  • In de leggers word je verwezen naar hypotheekregisters met overschreven notariële en onderhandse akten van eigendomsovergang. Deze zijn raadpleegbaar bij het BHIC en bevatten vaak een schat aan extra informatie. Zie het kopje Hypotheekregisters.
  • Er zijn echter ook veel verwijzingen naar registers die niet achterhaald kunnen worden, aangezien deze registers vernietigd zijn.
  • Het is lastig zoeken als er ruilverkaveling (aangeduid met R of RVK) heeft plaatsgevonden. Ruilverkaveling is het samenvoegen van gronden om die op een bepaalde manier weer onder de rechthebbenden te verdelen. Voor het Kadaster is de toestand die na een ruilverkaveling ontstaat een minuuttoestand. Met andere woorden, een nieuwe beginstand. Let op: ruilverkaveling betekent vaak het einde van een historisch onderzoek.

Hulp nodig?

Heb je vragen? Je kunt altijd contact met ons opnemen, per telefoon (073-6818500), e-mail (info@bhic.nl) en via de chat. Je kunt je vragen ook stellen op ons forum voor historisch onderzoek en genealogie.

Met dank aan

  • Kadaster: https://www.kadaster.nl
  • Dienst voor het Kadaster en de openbare registers, Aan de slag in de kadastrale archieven: een handleiding voor de particuliere onderzoeker (Apeldoorn, 2014).
  • Ad van Liempt, Presentatie Kadaster Archiefviewer: nieuwe mogelijkheden voor onderzoek (z.p., 2014).

Veldwerk van 's-Hertogenbosch, sectie D

Hulpkaart van 's-Hertogenbosch, sectie D
Veldwerk (boven) en bijbehorende hulpkaart (onder) van 's-Hertogenbosch, sectie D