Notaris-, schepen- en andere akten

1 Aan de Raad is gerapporteerd dat de aannemers van de sluizen te Crevecoeur zeer langzaam voortgaan met hun werk ondanks dat het een gunstig seizoen is en de waterstand ongemeen laag na welk bericht men aan de luitenant kolonel Ivoij majoor van de stad zal ordonneren dat hij de aannemers maant het werk voort te zetten en liefst met alle mogelijke spoed met de dreiging dat tegen hen geprocedeerd zal worden, maar z.s.m. zal enig geld naar ’s-Hertogenbosch gestuurd worden om daarmee de aannemers beter tot hun plicht te kunnen houden

2 Missive van de Heer Prins van Nassau Zaarbrug veldmaarschalk van de staat geschreven in het kampement te Oosterhout met een beschouwing en advies op een concept i.v.m. het logeren of inkwartieren van de militie te ’s-Hertogenbosch, Bergen op Zoom en Breda, welke missive wordt doorgegeven aan de gecommitteerden tot het werk van de fortificatie om deze brief nader te bestuderen en verslag uit te brengen

3 Rapport van de heren gecommitteerden van de fortificatiewerken te ’s-Hertogenbosch i.v.m. de bestekken voor het ophogen van de cingel buiten de stad ’s-Hertogenbosch beginnen van het Galgebolwerk tot aan den Boom ingestuurd door luitenant kolonel Ivoij en aan hem is teruggeschreven dat het niet de intentie van de Raad van State is geweest een contrescarp te laten aanleggen en nog minder een rijweg aan te leggen, maar heel simpel en alleen een niet al te brede kade om het water te kunnen tegenhouden

4 Missive van luitenant kolonel Fred: Thomas Ivoij majoor van de stad ’s-Hertogenbosch inhoudende een bericht over de ruiterstallingen en dat de Raad van State zou goedkeuren dat aan de Hinthamerpoort onder de eerste brug van de Steenweg een beschoeiing gemaakt zou worden van 12 voeten breed om het water op te houden en aan de kleine en grote Hekel bakken om de stad door een sterke schuring te kunnen zuiveren van alle slib en vuiligheid en dat het nu de geschikte tijd daarvoor is omdat men met droge voeten door de Hekel kan gaan en het water zo laag is dat de Dieze op veel plaatsen geen voet diep is en ten slotte dat de werkzaamheden zeer langzaam voortgaan omdat de ontvanger Cornelis van Vrijbergen, administrerende de fortificatiepenningen aldaar geen penningen meer in kas heeft en de respectievelijke aannemers geen krediet hebben, waarna in de Raad is besloten de luitenant kolonel terug te schrijven dat hij met en naast de raad en rentmeester generaal der domeinen Philip Jacob van Borssele van der Hooghe nader op de plaats zal examineren het voorschreven concept van het schoonmaken en schoonhouden der Dieze en andere kanalen binnen ’s-Hertogenbosch door middel van schuring en vervolgens een bestek opstelt en een kostenbegroting van de voorschreven beschoeiing en bakken en van hetgeen zij samen vinden wat er verder nodig is en bovendien meldt men dat het schoonmaken en schoonhouden van de Dieze en de kanalen geen zaak is van de generaliteit maar van de stad zelf of van de ingezetenen wier erven daarop uitkomen alhoewel de Raad wel genegen is een deel van de kosten op zich te nemen en dat hij overlegt met de magistraat en spreekt met de eigenaars van de erven die zijn belast met het schoonhouden van de Dieze en andere kanalen, mede ter voorkoming van de stank waaraan men onderworpen is bij laag water en van de ziekten die daarvan het gevolg zijn