Notaris-, schepen- en andere akten

5 De echtelieden Gerit van Aldendorp en Hanrisken verkopen aan Ott Kael en Jenneken zijn huisvrouw, een hofstad met bijbehorend land, grenzend aan de kopers, het erf van Jan de Lepper en de gemeijne Vrijthoff.

6 De nagelaten kinderen van wijlen de echtelieden Jacop van den Wollenbergh en Jeffken, m.n. de broers Jacop, Jan en Lennert, geassisteerd met Wolter Willems scholtis van den Overampte des lands van Cuijck als overmomboir, met Reijnder van Gulick, Eb Gaert Geritsen en Jan de Cremer als dedingsvrienden enerzijds en anderzijds Henrick Jan Nillissoen, met Jan Willems, Jan Jans, Jan Hoeben en Gerit Brouwer zijn vrienden, delen alle door hun ouders nagelaten goederen, die Peeterken, nu huisvrouw van Hanrick Nelis, laatst weduwe van Jacob van den Wollenberch nog in tochte bezat.

7 Deen Arts transporteert aan de echtelieden Jan Lijtgens en Merrij, de helft van een stuk land genaamd Thonisken Saren Camp, zoals hij met Handrick Van Slipenbeeck gedeeld heeft, grenzend aan de gemeijn straet. De koper stelt tot waarborg zijn Lijspas gelegen aan den Mullemer Dijck.

8 De echtelieden Handrick Gaerts en Lijsken transporteren aan Ghijs Bants en Grietken zijn huisvrouw een stuk teulland, grenzend aan de Herstraet en aan den voetpad dien teijnden Lijns Gubbels erff streijkt nader Heessen. De kopers stellen tot waarborg een stuk land gelegen in Aijen. Er is sprake van onmondige voorkinderen van Lijsken.