Notaris-, schepen- en andere akten

17 Jan Janss van Delft, Jacob Jans van Delft, Bruijst Adriaens vander Venne als man van Jenneken Jans van Delft, ende Franciscus Jans van Delft, ter eenre; ende Jan Jacob Schonck als man van Mariken Jans van Delft ter andere zijde. Dezen hebben gedeijlt alsulcken huijs ende hoff, teullandt genaempt het Rijsbroeck groot 10 loopensaeth in Geffen aende Papendijxe straet, belendingen: oostwaerts de gemeijne papendijxe straet; suijdtwaerts Jan Jans van Delft cum suis; westwaerts Thonis Melisse; noordtwaerts Peter Handrickx van Thiell; gelijck dat van Jan Janss van Delft ende Tonisken Reijnder Jan Tonis in leven echteluiden, des voors comparanten vader ende moeder verstorven ende op comparanten gedevolveert.
(1) alsoo dat te deel gevallen is aen den voors Jan Jacob Schonck: voor een vierde part het voors huijs met alle tgeene daer in ende aen aerdt ende nagelvast is, mitsgaders het gerechte vierdepart vande breedte vanden voors hoff teullandt, te weten mede den langen acker daer het voors huijs tegenwoordich op staet alschoon dat den selven acker langer is dan d’andere ackers, ende dat alles met de gerechticheijt vanden vuijtwech over het landt van Jan Janss van Delft cum suis. Belast met 5 carolus guldens aen st. Looijen gasthuijs tot sHertogenbosch; noch 2 gulden 10 stuijvers aende arme maeghden tot Maeren; noch eene gulden en 8 stuijvers jaerlijcx aende kercke tot Geffen; noch 7 stuijvers jaerlijcx aende pastorije tot Geffen.
(2) De voors Jan Jans van Delft, Jacob Jans van Delft, Bruijst Adriaens vander Venne ende Fransis Jans van Delft is te deel gevallen de andere resterende drie gedeelten vanden voors hoff teullandts, van het voors gedeelte van Jan Jacob Schonck affgepaelt met 4 palen. Belast met 15 carolus gulden jaerlijx aen Adriaen Danckloff tot sHertogenbosch.
Getuijgen waren hier over Bernardt Gerrits president ende Geerlingh Anthonissen schepenen van Geffen 13-12-1656.
[in marge:] uijtgemaeckt den 24-3-1672.

18 Alsoo Jan Janss van Delft ingesetene van Geffen beloofd had te voldoen Roeloff Janss van Delft zijnen broeder op 25-11-1656 de somme van 85 gulden, soo heeft den voors Roedolff Janss van Delft den selleven schultbrieff wettelijck opgedragen aan Bernaert Gerrits.
Testes scabini in Geffen Lambert Ghijsberts ende Jan Dirckx op dato als boven.
[in marge:] uijtgemaeckt den 6-4-1672.

19 Reijnder Ghijsbertsz van Heumen schepen van Geffen heeft een stuck ackerlant groot 3 vaetsaeth, wesende de gerechte helfte inde lenghte ende het eijnde noordwaerts gelegen aen een meerder stuck van 6 vaetsaet in Geffen ontrent de kercke ter plaetse genoempt op t’hooghvelt, belendingen: Reijnder Ghijsberts van Heumen ende Jacob Dirckx van Grinsven met een scheijwalleken tusschen beijden oostwaerts; de weduwe Adriaen Handrickx van Amstell westwaerts; Jacob Handrickx van Creijll ofte wie daer allomme met recht naest gelandt ende gelegen mach sijn; door hem in coope vercregen van Dirck Denissen woonende tot sHertogenbosch; vercoft aen Evert Willemss van Ravesteijn ende sijne erffgenamen. Te wegen over het voorhooft van het voors lant de opwaerts ende nederwaerts aengelegen stucken landts ende allen anderen die daer toe van oudts rechts off gewoonten wegen toe gerechticht sijn.
Getuijgen waren hierover Bernardt Gerritss president ende Handrick Dirckxs van Grinsven, schepenen in Geffen.
[in marge:] uijtgemaeckt den 28-1-1688.

20 Evert Willemsz van Ravesteijn heeft een stuck ackerlandts groot 3 vaetsaeth wesende de gerechte helfte inde lenghte ende het eijnde noordtwaerts gelegen aen een meerder stuck van 6 vaetsaet, in Geffen ontrent de kercke ter plaetse genoempt op t’hooghvelt, belendingen: Reijnder Ghijsberts van Heumen ende Jacob Dircks van Grinsven met een scheijwalleken tusschen beijden oostwaerts; de weduwe Adriaen Handricks van Amstell westwaerts; Jacob Handricks van Creijll ofte wie daer allomme met recht naest gelandt ende gelegen mach sijn; in coope vercregen van Reijnder Ghijsberts van Heumen; vercoft mr. David Ackermans schoolmeester alhier ende sijne erffgenamen. Mede met alsulcken servituijt van te wegen over het voorhoof van het voors landt de opwaerts ende de nederwaerts aengelegen stucken landts ende allen anderen daer toe van oudts rechts off gewoonten wegen toe gerechticht sijnde.
Getuijgen waeren hier over Jacob Jacobs van Grinsven ende Geerlingh Anthonissen, schepenen in Geffen.