Notaris-, schepen- en andere akten

300 Marcelis Lamberts van Berchem inwoonder van Geffen belooft te betalen de somme van 400 gulden in 2 termijnen (St. Jan Bapistendach inden mid somer 1682 en 1683); aende erfgenamen Hendersken dochtere Hendrick van Thiel off de wettighe thoonders desen.
Getuijghen waren hier over Cornelis Breusten ende Evert van Ravensteijn, schepenen in Geffen.
[akte doorgehaald]
[in marge:] Jan Hermansen inden reck als mombair van Henrisken sijn dochter, met Hendrick sijnen soon, verklaart ontfanghen te hebben vuijt handen Marcelis Lamberts van Berchem weghens dese obligatie op minderinghe dese obligatie de somme van 50 gulden. Actum Geffen 15-5-1682.
[in marge:] Maria van Blaeijl ende Jenneken weduwe Jan van Blaijl bekennen ontfangen te hebben uijt minderinghe van dese obligatie de somme van 33 gulden 6 stuijvers.
[in marge:] Peter Tonissen van Haren bekende in minderinge van dese obligatie ontfanghen te hebben de somme van 16 gulden 1½ st.

301 Peterken dochtere Adriaen Laurenssen woonende tot Appelteeren als procuratie hebbende van haere 3 susteren Claesken, Mariken ende Frensken, als mede de 2 mombairen Willem Claessen ende Willem Janssen vander Runne als mombairen inne desen over de 2 onmundighe kijnderen, altesamen achtergelaten kijnderen Adriaen Laurensen verweckt bij Metken dochtere Hendrick Beckers van Uden echteluijden, hebben met authorisatie (Geffen 12-3-1682) eenen streep ackerlants groot een vaetsaet 45 roeijen in Geffen ter plaetsche aenden oosscheren wech, belendingen: oost Jan Janssen Vennen; zuid Niclaes Adriaens van Boxtel; west den gemeijnen ooscheren wech; noord het kercken steghsken; bij erffelijcke scheijdinghe ende deijlinghe bij haer vader ende moeijten den selven Adriaen Laurensen te deel gevallen; vercocht aen Marten Wouter Schetters woonende binnen s’Hertoghenbosch. Belast met 2 oort stuijvers aende kercke van Geffen.
Getuijghen waren hier over Cornelis Breussen ende Niclaes Adriaens van Boxtel, schepenen in Geffen.
[in marge:] den coop is 160 gul.
40 pen 4 gul
uijtgemaeckt opden 23-3-1682

302 Pouls Peter Brock [tekent: Paulus Peters Brock] ende Matijs Cornelissen vande Aelstvoort [tekent: Mathis Cornelese vander Aelsvoort] borgemeester der heerlijckheijt van Geffen, hebben gelooft te betalen aen Jan Geverts woonende inde jurisdictie van Nulant ofte den rechten thoonder deses op 22-1-1683 de somme van 100 gulden, met noch 5 guldens voorden intrest, procedeerende ter cause van goede geleende ende aengetelde penninghen.
Getuijgen waren hier over Cornelis Breussen ende Niclaes Adriaens van Boxtel, schepenen in Geffen.
[in marge:] Jonker Rombout Pelgrom in naeme van Jan Gevers heeft bekent van desen schultbrieff metten intresse van dien voldaen te sijn. Present Gijsbert Jacobs van Grinsven ende Claes Adriaens van Bocxtel, schepenen. Actum Geffen 9-2-1684.

303 Johan Visscher als deurwaerder vanden rade van Brabant heeft uijt cracht van arrest ende daghsel d.d. 26-7-1681 bijden voorschreven rade verleent ten behoeve vande diaconiee van Engelen ende tot laste van Maijken vanden Boom weduwe Cornelis Hendrix Serneelis cum suis van weghen de hooge overicheijt ten overstaen van de schepenen ondergeschreven van Geffen in arrest genomen eene rente van 12 guldens jaerlijcx staende op de helfte van seker 12 loopense lants geleghen opden cruijswech alhier toegecomen hebbende Anthonis soone Gerit de Wert, nu gebruijckt wordt bij de onmundighe kijnderen wijlen achtergelaten Jan Jacob Hendrix van Creijl; ende daer van arrest gedaen aen Dirck Jacob Hendrix van Creijl als mombair over de selve onmundighe kijnderen, om daer aen te verhalen de voors. rente van 12 gulden jaerlijckx met den achterstel van dien.
Ten overstaen van schepenen ondergeschreven op dato als boven. Gijsbert van Grinsven, Evert van Ravensteijn.