Tusschen Cornelis Guntlisbergen, Gerardus van der Linden en Hendrikus Guntlisbergen te Nistelrode, van roerende en onroerende goederen.
Tusschen 1. Piet van Bakel, 2. Leonardus van Bakel te Heesch, 3. Jan van Grinsven te Geffen, gemachtigde van Johanna Maria - en Adriana van Grinsven aldaar [te Geffen], 4. Theodorus Ketels te Heeswijk voor zich en als gemachtigde van a. Johannes van Vugt te Aarlerixtel, b. Johannes Ketels te Heeswijk, c. Huberta Ketels te Uden, d. Maria Ketels, en e. Cornelis Ketels, beiden te Heeswijk, van onroerende goederen.
Tusschen: 1. Egidius van Nuland te Heeswijk, 2. Adrianus van Nuland te Rosmalen, 3. Hendrikus van Bakel te Nuland, van onroerende goederen.
Tusschen 1. Martinus van den Berg te Heesch, voor zich en als gemachtigde van Nicolasina -, Maria -, Anna Maria - en Catharina van den Berg aldaar [te Heesch], 2. Adrianus van Geffen aldaar [te Heesch], van onroerende goederen.