skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Luud de brouwer
Luud de brouwer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Luud de brouwer
Luud de brouwer RA Tilburg

Notaris-, schepen- en andere akten

Notaris-, schepen- en andere akten

Met "Notaris-, schepen- en andere akten" zoek je in een groeiend aantal samenvattingen van akten van notarissen en schepenbanken in het noordoosten van Brabant. En bovendien in de akten van diverse andere instellingen met betrekking tot Brabant (Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen, Leen- en Tolkamer, Raad van State en Staten-Generaal). Alle akten betreffen de periode van de 15e t/m de 19e eeuw.

Van veel akten zijn scans beschikbaar. Als een akte nog niet is gescand, kun je meestal gebruik maken van onze gratis service scannen-op-verzoek. Meer info >

Wil je weten welke bronnen al beschikbaar zijn, nieuw of in bewerking? Bekijk dan het complete overzicht. Wat zit er in? >

Veel samenvattingen zijn gemaakt door onderzoekers en vrijwilligers, die hun bestanden ook aan ons hebben gegeven. Zo zijn deze voor veel mensen makkelijk te vinden. Heb je ook bestanden die je via onze website wilt delen? Leuk! Neem dan contact met ons op: info@bhic.nl

> Meer info over notariële archieven

> Algemene hulp en zoektips

Filter: Leuvenx
beacon
120  notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
 
 
 
 
Schepenakte
25 Inden naem ons Heeren Christi Jesu Amen
Ick Jan Frans Beijhardts priester overdenckende die broosheijt der menchelijcker natuijre, ende datter niet seeckerder en is, dan die doot ende niet onseeckerder dan die uijre der selver, willende daeromme van deeser werelt niet scheijden, sonder van mijnen goederen ( mij van onsen Heere Godt almachtigh op deeser werelt verleent) te disponeeren, hebben daeromme met mijnen voorbedachten rijper rade ende volkomen verstande ghemaeckt ende geordineert mijn testament ende uijtersten wille in vuegen ende manieren navolgende ende dat achtervolgende den oirloff mij vanden Eers: Bisschop van Luijck (onder den welcken ick eertijts alle mijn wijinge ghehaelt heb) in eenen beseegelden brieff daertoe verleent ende onderteijckent Blaemarts, alsmen onder mijn brieven vijnden sall, begerende dat het selve stadt grijpen sall ende sijn effect sorteeren het sij bij forme van testamente, codicille ofte anderen uijtersten wille, ghelijck een ijgelijcks goedt christen mensche testament behoirt ende mag stadt grijpen alle zijn alle solemniteijten, nae die geestelijcke rechten hier in mogelijck niet well onderhouden noch achtervolgt, weder roepende net den selven alle voirgaende testamenten, codicillen ende ander testamentelijcke dispositien, bij mij eenighsints voor datum van deesen ghemaeckt ende reserveerende mijn meerderen, minderen ende veranderen, soo dickwils ende meenigmalen mij dat naemaels goedtduncken ende believen zall, inden eersten soo beveele ick mijne ziele, soo wanneer die bijden wille Godts uijt mijnen lichaem scheijden zall Godt van heemelrijcke, Marie zijn gheb: [gebenedijde] moeder, Catharina onser patronesse, met allen heemelsche gheselschappe ende mijnen dooden lichaem der ghewijder erden verkiesende mijn sepulture hier Tongeren int Beghijnhoff in St. Catharijnen kercke ter plaetsen gheleegen tusschen den hogen altaer inden choor ende het Eerw. heijlige Sacraments huijs, rakens aen den altaer aen, latende voor mijn
Vervolg:
begraeffenis der selver kercke eenen Engelschen Roosnobell eens, oock begeer ick dat men mij nae mij[n]der conditie, een eerlijcke uijtvaert nae doen zall, nae die maniere, dienende in tijde van mijnen voirsaten plagh te ghebruijcken, sonde rijt achter te laten, soo wat den dienst Godts ende der eeren betaembt, t’sij inde misse te doen lesen die schijnd den beghijnkens uijt te reijcken, die dragers te lonen, noch wil ick dat men ten tojde van minder uijtvaerdt twelff wasschen keersen laten maken sall, elck van twee ponden, waervan datter ons kerck twee behouden sall, Onse Lieve Vrouwe een, St.Niclaes een, St.Jan een, St. Jacobs gasthuijs een, St.Agneet een, St.Urssell een [36] die Mindelbroeders een, tot Oisterwijck een, het clooster van der Ulenborgh een die beghijnenkerck tot Diest een, will oock datmen het geheel dertichsten door die geheel mis door, twee wassen bounten (?) daerenboven op mijn graff sall onderhouden ende datmen die lijckcass het gheheel dartighsten boven mijn graff sall laten staen – Ende dat den pastoir met ons drie heeren het gheheel dertighsten doir inder missen een collect sullen leesen ende nae de misse die commenadatie haer toe scheijdende, zoo wel als de plebaen met evenveel heeren gewoon sijn te hebben, den custer begeer ick oock datmen het gertighste voleijndt sijnde voor sijn singen ende commendatie geeven sall vyffthien st. ende den twee custerssen t’samen voir al haer moijten oock vijftien st. t’samen te deijlen; oock wil ick datmen mijn graff t’ijnden dier tijdt met eenen schoonen sercksteijn toe leggen sall, soo mijn executoirs dat geraeden sullen vijnden, in alder simpelheijt , voirt begeer ick datmen ten dage van nijn begraeffenis ende het ierst jaergetijt den huijsarmen elcke reijse twee mudden roggen om deelen sall in brooden, soo groot ende soo kleijn als mijn executoirs dat ordineeren sullen; oock begeer ick datmen terstondt nae mijn doot, tot Oosterwijck den armen oock een mud roggen omdeelen zall, soo mijn executoirs dat
Vervolg 2:
ordineeren sullen ende oock een mud roggen ierst jaergeteijt – noch begeer ick datmen op het begijnhoff tot Diest den beghijnkens met den celsusteren eens micken geeven sall, soo groot als sij uijt twelff vaten teruwen sullen mogen vallen, om voir mijn ziele te bidden, voorts soo laet ick der kercken van St.Lambrechts tot Luijck ende der kercken van Onser Lieve Vrouwen Tongeren elcken eenen ervesten [dubieus] eens voir all mijn onrechtveerdich goedt indien ick buijten mijnen weeten eenige heb, noch soo laet ick hondert bb. gulden eens, om terstont na mijn doot missen te doen leesen voir die sielen van alle die geen daer ick den tijdt dat ick priester geweest zij, d’almissen af ontfangen heb ende mij bij avontueren in die belaste missen versuijmt oft qualick gequeeten magh magh hebben, tot den Minderbroeders, Jesuiten oft Preeckers, die meede gehandt sullen weesen, willende datmen elcken voor elcke miss eenen ernesten (?) uijtreijcken sal; noch soo laet ick den beghijnhoff Tongeren veerthien bb: gl. erffelijck op Jan Damen tot Bergh, met noch een renth van anderhalven Rosenobel van Engelant gekoft op Jasperen sone van Hennen Broecks, met noch een renth van ander halven dobbel gouden rijael gekoft op Jannen Merois tot Meir, beijde erffelijck [36r] om jaerlijx mijn jaergeteijt daervoir te houden, in manieten naevolgende, te weeten datmen voir het ierst den pastoir uijt deeser sommen jaerlijx offeren sall in die misse twalff st. bb: ende den twee cappelanen ende den rectoir van St.Catharinen altaer elcken sess st., den custer met den twee custersschen, elcken drij st., die reste van deese rnethe sall die meester onder die beghijnkens in een dobbel scheijns om deijlen in schoon witte broot, met eender pannen rijss, op den wet dat in Hannes haer stemer om heeft laten deijlen, zoo ver als die renten reijcken zullen, sonder dese latingh immermeer achter te laten offs met eenige andere latingen te tappen, soo ick der meesteren dat betrouw;
Persoon in schepenakte:
Christi Amen  
Frans Beijhardts  
Heere Godt  
Jan Damen  
Jannen Merois  
Hennen Broecks  
Datering:
6.12.1659
Pagina:
35-40
Soort akte:
Testament
Plaats:
Luik / Tongeren / Oisterwijk / Diest / Berg / Meir / Leuven / Douwaij / Maastricht / [Zalt]bommel / Driel / 's-Hertogenbosch / Antwerpen / Biest op Haaghorst / Gestel voor Eindhoven / Netersel / Velp / Batenburg
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
38
Bron:
Beurzenstichtingen
 
 
 
 
 
Schepenakte
21 dese gecollationeert is bevonde te ackordseren, quod attestor, in absentij van den secretaris Abberdaen als substituit
Extract ut register van Mierde.
Jan wittich soone Mattijs Luijten gelooft te geeven ende deuchdelick te betalen alle jaren lichtmisse alsmen kersse brant Segeren wittich soone Adriaen Amsems ende Jan Adriaens als collateurs der fondatien wijlen Hr. Jacoppen Seegers ende tot behoeff der selver fondatien ses gl. erffelicke rente ende erffelick pachts elcken gl. tot xx stuijvers gereekent vallende den 1e pacht lichtemisse toecoomende vuijt ende van een stuck erff dries lant genoemt die Braecke ende Driese daer aen gheleegen groot ontrent acht loopensaet oost aen erve Jan Wouters ende meer anderen suijt aen des ghelovers erve west ende noort aen erve der erffgenaemen Jan Paridaens als sij seijden los en vrij sonder tserenchijns van den gronde ende ontrent meede pant wesende van twintich gl. jaerlicx ende heeft ghelooft hij Jan Tijs vs. deese vs. rente van ses gl. jaerlicx te houden voor goet vast ende van waerden alles op verbant van sijnen persoone ende goeden nu hebbende ende vercrijgende ende dese vs. rente staet te lossen met de somme van hondert gl. met vollen interesse van dien promissie gelt midts tselve een jaer te vooren op te seggen ende te vercondigen alles sonder argeliste – actum date ende schepenen vs. deese gelicht te Looven – dese gecolationeert is bevonde te ackorderen, quod attestor, in absentij van den secretaris Abberdaen als substituit.
Persoon in schepenakte:
Mattijs Luijten  
Adriaen Amsems  
Jan Adriaens  
Jan Wouters  
Jan Paridaens  
Jan Tijs  
Datering:
z.d.
Pagina:
28
Soort akte:
Betalingsbelofte
Plaats:
Hooge en Lage Mierde / Leuven
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
38
Bron:
Beurzenstichtingen
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
18 Extract uit het register van Mierde.
Jan wittich soone Heyn Hendrick Sebrechts met sijner huijsvrouwe kennen ende lijden dat sij gelooft hebben ende ghelooven alnoch midts desen te geven ende deuchdelick te betalen alle jare lichtemisse alsmen kerssen brant Seegeren wittich soone Adriaen Amsems ende Jannen Adriaens als collateurs der fondatien wijlen Hr. Jacoppen Seegers ende tot behoeff der vs. fondatien ses gl. erffelicke rente ende erffelicke pachts elcken gl. tot xx gemeijne st. gerecckent vallende den pachte lichtemisse toecomende vuijt ende van huijs hoff ende aengelaeghe daer aen gheleeeghen groot ontrent xii loopensaet west ende noort aende gemeijnte, oost aen erve Heijndricks Sebrechts ende suijt aen erve derffgenaemen Heijn Peeter Willemss. soos ij seijden – item noch vuijt eenen ackerlants genaemt den Langen Ackere groot ontrent 4 loopensaet oost eijnde daert aff geerffdeijlt is suijt Jan Dioneijsen west aende Heerstrate ende noort de weduwe Jan Geerit Meijssen soos ij seijden los en vrij sonder tserenchijns van den gronde wegen ende waterloopen te behouden hunnen ouden rechte anders los en vrij ende hebben ghelooft deese vs. rente mette panden van dien te houden voor goet vast ende van weerden op verbant van hennen persoone ende goederen nu hebbende en vercrijgende ende staet te lossen met de somme van hondert gl. met vollen intreste van dien promissie gelt ende tselve een jaer te vooren op te moeten seggen als sij deselve begeeren te schieten alles sonder argeliste – actum date ende schepenen vs. deese gelicht tot Looven – deze gecolationeert is bevonden te ackorderen , quod attestor, in absentij van den secretaris, Abberdaen als substituijt
Vervolg:
– in de marge de volgende notitie: dese rente van ses gl. erffelick is erffelick geredimeert ende affgequeten mette intreste van dien soo Jacop Beecken ende Wouter Goijaerts als collateurs bekende met hen gevoecht Dielis Adriaens ende Amsen Adriaens kerckmrs. opden 7e novembris 1650 voor Wouters Geeraerts ende Wouter Goijaerts schepenen scabini app tt des ghelooft henre rechts offer [dubieus !] noch eeniger ende vervallen pachte resteerden de selve alsoo te voldoen dat de collateurs daer van sullen zijn ende blijven costeloos ende scadeloos op alle verbant – actum date ende schepenen vs.
Persoon in schepenakte:
Heyn Hendrick Sebrechts  
Jan Geerit Meijssen  
Adriaen Amsems  
Jannen Adriaens  
Jan Dioneijsen  
Jacop Beecken  
Wouter Goijaerts  
Dielis Adriaens  
Wouters Geeraerts  
Datering:
7.11.1650
Pagina:
25
Soort akte:
Betalingsgelofte
Plaats:
Hooge en Lage Mierde / Leuven
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
38
Bron:
Beurzenstichtingen
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
7 Authentijcke copijen van schepenebrieven van Mierde aengaende de beursen van Hr. Jacob Zegers tot Mierden – Extract ut register van Mierde.
Jan Wouters van Roosele cum uxore kent ende leijdt dat sij gelooft hebben ende gelooven alnoch te geeven ende deuchdelijck te betalen allen jare lichtmisse als men kerssen brant Seegeren wittich soone Adriaen Amsens ende Jan Adriaen Luijten als collateurs van seeckere beurse ghefondeert bij wijlen Hr. Jacoppen Seegers ende tot behoeff der selver fondatien ses gulden erffel[ycke rente ende erffelycke pachts elcken gulden tot xx gemeijne stuijvers gereekent vallende den eersten pachte lichtemisse toecomende vuijt ende van huijs hoff ende erve der aen gheleghen groot ontrent den xv loopensaet oost en suijt als ghemeijnte west Jan Matijsen ende noort ende noort Wouter Antonis ende Jan Tijs vs. soos ij seijden los en vrij sonder tserenchijns van den gronde ende elff gl. daer jaerlicx voor uijt gaende anders los en vrij soo vs. staet ende hebben ghelyck deese vs. rente van ses gl. jaerlicx te houden voor goet vast ende van waerden op verbant van hennen persoone ende goeden alle nu hebbende ende vercrijgende ende staet te lossen mette somme van hondert gl. promissegelt met vollen intreste van dien ende tselve een jaer te vooren op te seggen ende te vercondigen alles sonder arch of liste – Actum date ende schepenen vs. dese gelicht tot Looven –
Item staet pro memoria hier voor memorie dat wij Dierick Cuijlaerts tot Roode oder Arendonck sijn uijtgestelt hondert gl. valles den vs. pachte lichte mis toecomende ut dincbancse dese gelicht tot Looven –
Seeger Adriaenss. ghelt te betalen der buersiere Hr. Jacoppen Seegers ende tot behoeff der selver fondatien lichtemisse toecomende met behoorlycke intreste die somme van sevenenvijchtich gl. (57 ?) twee st. promissiegelt elcken gulden gerekent als voor op verbant super se habita et habes
Vervolg:
– Actum date den 22 april 1624 voor Heijn Wilm Jacops ende Adriaen Jansen schepenen – dese gecollationeert ende bevonden te ackorderen quod attestor Abberdaen in absentij van den secretaris als substituut.
Persoon in schepenakte:
Jan Wouters van Roosele  
Jan Adriaen Luijten  
Heijn Wilm Jacops  
Jacob Zegers  
Adriaen Amsens  
Jan Matijsen  
Wouter Antonis  
Jan Tijs  
Dierick Cuijlaerts  
Adriaen Jansen  
Datering:
22.4.1624
Pagina:
14
Soort akte:
Fundatie
Plaats:
Hooge en Lage Mierde / Leuven / Rode onder Arendonk
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
38
Bron:
Beurzenstichtingen