Adriaen Dierck Wouters kent ende lijdt deuchdelyck schuldich te sijn ende gelooft te geven ende deuchdelyck te betalen alle jare lichtemisse alsmen kerssen brant Dierckenen Heinen Cuijlaerts ende Jacop Heijnen Beecken als collateurs ende gifters van seeckere beurse ghefondeert bij Hr. Jacoppen Seegers ende tot behoeff der selver buerse ses gl. jaerlycx rente ende jaerlycx pacht vuijt ende van een acker lants inder prochien van Hoogemierde ghelegen genaemt den Rispackere groot ontrent vijff loopensaet oost aen erve Heijnen Toomas Coolen suijt des geloovers west Frans Wouters ende noort Tomas Dierckx soos ij seijden los en vrij sonder tserenchijns vanden gronden ende dorpscommere wegen ende waterlaten te behouden hunne oude rechte ende noch daer voor vuijt gaende twee mudden rogg jaerlycx aen Onser Vrouwen altaer inder kercke van Hooge Mierde anders los ende vrij staende dese rente te losse met hondert gl. loopens gelt elcken gl. tot xx gemeijne st. gereeckent met vollen intreste van dien gelooven dese rente alsoo te betalen ende den pant altijt goet seecker ende weldoogende te houden voor de vs. rente daer voor verobligeert voorts sijne persoone en goede nu hebben[de] ende vercrijgen[de] vallend den vs. pacht lichtmis 1641 alles sonder argelist – actum den 17 januarij 1640 voor Wouter Geeraerts ende Jan Adriaens Janss. schepenen ter plaetse van dese constitutien heffbrieff is eerstelick geredimeert een erffrente gelooft bij Diericken Heijnen Cuijlaerts consenteerende den …. te casseren stande verhipoliceert opden registere tot Arendonck - dese gecolationeert is bevonden te ackorderen, quod attestor, in absentij van den secretaris, Abberdaen als substituit.