Bij aldien de borgemeesters tegens onse verwachtinge moghte onwilligh off versuijmigh wesen, soo worden dezelve hier mede serieuselijck gewaarschouwd, dat het maken van voorschreven dijck met den aenkleven van dien, van Commissions wegen, ten lasten der gemeijnte zal aenbesteld en volvoerd worden.
Rigterboode zal dit aenstaende sondaegh ter behoorlijke plaetse publiceeren onder relaes. Uden den 23te september 1758.
Ter ordonnantie Leonard van Duren, landschrijver.
Heb dit voorschreven en binnen geschreven op sondagh den 24 september 1758 op behoorlijcke tijdt ende plaetse gepubliceert. Uden den 24 september 1758. A. van den Broeck, rigterbode.
Dat sij zullen hebben op te werpen eenen dijck door het Udense Broeck te beginnen ter bequaemste plaatse van de hooghte beneden het Nonnen Clooster alhier, ende dus linie reght op den wegh nevens het huijs van Gerrit van den Berck tot aen den Vechelsen dijck.
Langs desen dijck zal van beijde zijden daar den grond te leegh is, eenen graeff breed 10 a 12 voet moete gegraeven, ende de daer uijt komende aarde na binnen geworpen worden, om dus eene bequaeme hooghte des dijckx te krijgen.
Den dijck zal tussen dese graven moeten breed zijn twee en dertigh voeten.
Getuigen: Goyart Peeter Rutten, G. Roeffs en Peregrinus Verhofstadt, schepenen