Notaris-, schepen- en andere akten

211 Alsoo Lambert Gijsbert Jongers als bloetverwant van Janneke van de Pol huijsvrouw van Jacobus van Stockum door den vorster van Geffen hadde laten insinueeren aen Geurt Sigman [tekent: Gudt Sichman] dat hij verclaerde te vernaerderen sekere 7½ hont hooijlant in Geffen ter plaetsen inden hooij vreij bij den voorz Geurt Sigman op 3-10-1715 publieck gecogt van den voorn. Jacobus van Stockum. Nadat hem de somme van 164 gulden 11 st 4 pen was voldaen heeft Geurt Sigman ten behoeve van voorz Lambert Gijsbert Jongers afstand gedaan.
Getuijgen waren Dirck Peters van Creijl [tekent: Dierck Peters van Kreij] ende Lambert Hend: van Hees schepenen in Geffen.
[in marge:] capitael 126-0-0
40st pen. 3-3-0
10 verh. 0-6-8
s. 3-9-8
volgens quitantie van dato 12-5-1716
uijtgemaeckt aenstonts

210 Voor Willem van der Aelsvoort president ende Dirck Peters van Creijl [tekent: Dierck Peters van Kreij], schepenen in Geffen zijn verschenen Nicolaes Gijsbers van Grinsven, Jan Janse Boudewijns van Tuijl, Geert vanden Bos [tekent: Gerrit van den Bosch], Lambert Hend: van Hees, Jan Gielens van Tuijl, Joost Antonisse van Ude, Jan Willems van Dinter, Joost van Goor, Cornelis Klase van Ude, Jan Rembouts van Grinsven [tekent: Jan Remmits], Nicolaes Geerits van Os, Willem Adriaens van Creijl [tekent: Willem Adriaens van Creij], Jan Herme Grem, Antonis Hend: van Leeut [tekent: Tonis Hanricx van Luet] ende Leendert van Goor alle inwoonderen van Geffen beloven te betalen aende heer Martinus de Leeuw op 19-1-1717 eene capitale somme van 150 gulden met den intrest tegens 4 ten 100, welcke schult is spruijtende van goede geleende ende aengetelde penningen, met welcke penningen sijn gecogt 2 stukken teullant in Geffen ter plaetse in Philips Geurts hof, belendingen: zuid de voorz. comparante; gecogt van Meghiel Schalcken ende op 29-10-1715 gevest en opgedragen aen Jan Sigman in sijn leven president schepen van Geffen
[in marge:] uijtgemaeckt aenstonts
capitael 150-0-
40 pen. 3-15-0
10 verh. 0-7-8
[totaal]

209 Jan Hend. van Hees als man van Magrietie dogter van Dirck Peters van Creijl geassisteert sijnde met Hendrik Janse van Hees sijnen vader, heeft in beleeninge overgegeven aen Nicolaes Janse van Erp ingeseten tot Nulant de helft van een hoft teulant tot Geffen ter plaetse aen de runtse straet groot voor de helft 2 lopen 16 roij, belendingen: oost Jan Janse van Weert; zuid Dirck Peters van Creijl; west de gemeijne straet; noord den voorn. comparant in dese met de andere helft van den hof; en dat voor de somme van 250 carolie guldens, terug te betalen heden over 2 jaren
Getuijge waren Willem van der Aelsvoort [tekent: Willem vander Aelstvoordt] president ende Jan Gielens van Tuijl schepene van Geffen.
[in marge:] capitael 250-0-0
40 pen. 6-5-0
10 verh. 0-12-8
som 6-17-8
volgens quitantie van dato 22-4-1716
uijtgemaeckt aenstonts
[in marge:] Op heden den 13-2-1720 soo compareerde ter secretarije alhier Nicolaes van Erp [tekent: Claes van Erp] in dese acte vermelt welcke bekende van het capitael in dese acte van beleeninge gemelt voldaen te sijn uijt handen van Joost Hanegraef; verclaerde der halve van dese acte van beleeninge af te sien.

208 Voor Dirck Peters van Creijl [tekent: Dierck de Kreij] ende Lambert Hend: van Hees [tekent: dit merck heeft gestelt Lambert Hend. van Hees], schepenen in Geffen, zijn verschenen Johannes Janse van den Bos en Geerit en Willem van den Bos sijne cinderen. Dezen hebben opgenomen van Jan Janse van Schijndel eene somme van 100 carolie guldens met 4 gulden intrest, te betalen heden dato over een jaer.
[in marge:] capitael 100-0-0
40 pen. 2-10-0
10 verh. 0-5-0
s. 2-15-0
volgens quitantie van dato den 19-3-1716
uijtgemaeckt aenstonts
vide schepen quitantie in proth: van scabinale acten in dato 30-7-1772