Notaris-, schepen- en andere akten

1 Handrixken weduwe wijlen Willem Mathijsens van Lijberghen heeft de tochte inde helfte van een seste gedeelte van eenen hoff boije ende hoff stadt in Geffen ontrent der kercke gemeijndelijck genoemt de ploegh, groot int geheel mette aengelegentheijt [niet ingevuld] vaetsaeth, belendingen: de gemeijne moolenstraeth suijdtwaerts; Barbara weduwe Thomas Handrix; Handrix d… Bont; Jan Dirick Luijcas; opgedragen aan Joosten soone wijlen Willems Mathijsens van Lijberghen ende Handrixkens voorgenoemt. Met conditie dat de voors Handrixken haer leven gedurende daeraff sal trecken de somme van 3 gulden 10 stuijvers jaerlix.
Getuijgen waren hier over de schepenen van Geffen Jacop Dirix van Griensven ende Jan Handrixs van Creijl, den 17-1-1641.

2 Ruth soone Handrick Aerts inwoonder van Geffen als gemechticht bij Jan Dirix alias genoemt Boertjen als man van Cathalijn sijnder huijsvrouwe dochtere wijlen Willem Mathijsens van Lijberghen (procuratiebrief Zaltbommel d.d. 16-1-1641), heeft allent aendeel den voors constituanten competerende in eenen hoff ende boije wesende eene oude hoffstadt eertijts genoempt de ploegh groot int geheel 10 vaetsaeth, in Geffen ontrent de kercke, belendingen: de gemeijne moolenstraeth zuijdtwaerts; Barbara weduwe Thomas Handrix; Handrix de Bont; Jan Dirick Luijcassen; den voorgenoemden constituanten mits de doot ende afflijvicheijt wijlen Willem Mathijsen van Lijbergen der constituante vader aengecomen; overgegeven aan Joosten Willems Mathijsen van Lijbergen der constituanten broeder ende swager.
Getuijgen waren hier over de schepenen van Geffen Jacob Dirix ende Jan Handricxs voors, den 28-1-1641.

3 Jan soone Gerit Geritss de Wert tegenwoirdige woonende tot Littoijen heeft 3 stucken ackerlants neffens malcanderen aengelegen groot int geheel 4 vaetsaeth lants in Geffen, hem in wettighen houwelijck medegegeven, int Geffense velt ontrent de cruijs wech, belendingen: Antonis Gerris; Elsken weduwe Jans van Tiels; de gemeijne strate; Tonisken weduwe Jans Janssen van Delft; overgegeven Willemen soone Jans Janss Willemss. Onder expresse conditie nochtans dat de voors Jan Geritss off de geene vanhem actie off transpoort hebbende de voors getransporteerde partijen nae 3 jaren te weeten van nu lichtmis ierstcommende over 3 jaren sal mogen lossen metter somme van 175 carolus gulden, opzegtermijn van een half jaar.
Getuijgen waren hier over de schepenen in Geffen Gerit Geritss ende Bernaert Gerits, den 29-1-1641.

4 Jan soone wijlen Nicolaes Coolen als weduwer van Marijken dochtere Handrick Martens sijne huijsvrouwe ende met hem Marcelis Claes Coolen woonende tot Lieshout ende Gerit Handrick Peeters woonende alhier tot Geffen als momboiren over Marijken dochtere des voirs Jan Claes Coolen ende Marijkens voorgenoemt (machtiging van schepenen van Geffen d.d. 29-1-1641); hebben huijs, hoff, boomgaert ende aengelegen ackerlant tsamen ontrent 3 vaetsaeth lants in Geffen aenden Berghe, belendingen: Jan Handrix van Creijl oistwaerts; Ambrosius Baudewijns; de gemeijne Berch straet; Willem Fredrix vanden Goor; item alnoch 2 stuxkens ackerlants anderhalff loopensaeth lants tot Geffen oijck aenden Berghe, belendingen: de voors Ambrosius Baudewijns; de vicarie alhier; den breeden wech; Ambrosius voors; gelijck de voors Marijken van haer ouders zijn aengecomen; vercoft Pauwels soone Aert Janss van Creijl. Belast met een malder roggen reductie pachts welck betaelt wort met 2 gulden 10 stuijvers jaerlix aen heer Geraert Kemp binnen sHertogenbosch; alnoch 6 gulden jaerlix aenden erremen alhier tot Geffen; noch 5 gulden jaerlix aen Jans de Louw binnen sHertogenbosch; item 2 sester roggen aenden cappitele van Sint Jans kercke binnen sHertogenbosch; welcke pachten Pauwels sal schuldich sijn te lossen binnen 2 jaren.
Getuijghen waren hier over de schepenen van Geffen Jacop Dirix van Griensven ende Jan Handrixs van Creijl den 31-1-1641.
[eronder:] Als nu aldus actum inden immediaten voorgaende contracte staet gementioneert is gescheeth soo heeft de voors Pauwels Aerts van Creijl wederom geloft den voors Maricken Coolen ende Aert Handrixss den voors Jan Coolen ter tochte ende Marijken sijne ommundighe dochtere ten erffrecht te betaelen de somme van 137 gulden 10 stuijvers op lichtmis des jaers 1642 metten intereste van dijen tegens 6 ten 100.
Testes ut supra.