Notaris-, schepen- en andere akten

17 Jacob sone Jacob Jacobs van Grijensven, schouteth der heerlijcheijt Geffen, heeft vercocht aen jr. Geerart van Vladracken heere tot Geffen anderhalff vaetsaet lants in Geffen, belendingen: de gemeijn straet; erffenisse des voors copers.
Getuijgen waren hier over Willem Fredericx vande Ghoor ende Henrick Jansen Vercreijel ende Brues Bauwens scepenen in Geffen. Gegeven 18-11-1625.

18 Joost soen Willem Mathijssen van Lijeberghen als man van Willemken sijne huijsvrouwe voor deen hellicht ende Claes Peters van Mierlo als man van Heijlwich sijne huijsvrouwe voor dander hellichte, beijde dochteren Jan Willems van Roosmalen tusschen hem ende Luciam sijnen huijsvrouwe verweckt, hebben 4½ hont lants in Geffen ter plaetsen geheijten inde weijvrede, belendingen Jan Jan Herberts; den achtersten grave; Ghisbert Hendrick Peters; den zelven Joosten ende Nicolaessen midts doot ende aflivicheijt der voors Jan Willemsen ende Luciam sijne huijsvrouwe gedevolveert ende aengestorven; in sulcker maten ende vuegen als den voors Jan Willemen de selve 4½ hont lants tegens Wouter Joosten in coope vercregen heeft; verkocht aan Marten soone Wouters den Molder. Belast met een erffelijcken pacht van 5 guldens aen Joris den Louw tout Geffen.
Getuijgen waren hier over Willem Fredericx vanden Ghoor ende Joost Janssens, Anthonis Reijnder, scepenen in Geffen. Gegeven 14-1-1626.

19 Claes soone Peter Claessen van Mierloo als man van Heijlken dochtere Jan Willems van Roosmalen bijden zelven Jannen ende Luciam sijne huijsvrouwe verweckt, vor deen helfft, heeft een heijveldeken met den houtwassch ende gronde in Geffen ter plaetsen dat craijven genoempt, belendingen: Aert Maessen; Jan Pauwels ende Adriaen Jan Meussen; Jan Gijsberts; erfgenamen Jan Bartholomeuss; waer van dander hellichte toequam Joost Willem Tijssen, den vors Nicolaessen ende Joosten door doot ende afflivicheijt vande vors Jan Willems ende Lucia hennen beijder huijsvrouwen ouders aengecomen; vercocht den vors Joosten sijnen swager.
Getuijgen waeren hier over scepenen in Geffen Tonis Reijnders ende Joost Janssen. Actum 14-1-1626.

20 Voor Hendrick Janssen Vercreijel ende Willem Fredericx vanden Ghoor, schepenen in Geffen is verschenen Jenneken weduwe Henrick Goijarts Smiths met haer geassisteert Henrick Peters haren scoonsoon. Deze heeft verclaert dat zij vercoft heeft in manijere van beleeninge aen Gerart sone Gerarts de Werdt de gerechte hellichte van 4 stucken lant gelegen opten ham aldaer, haer Jenneken competerende voor een somme van 30 carolus gulden, die zij heeft ontvangen, en dat voort eenen tijt van 6 continueele jaren nu terstont aengeveerdt te worden. Belast met eenen sester roggen jaerlijcx.
Orconde desen 30-1-1626.
[in marge:] opten 19-3-1632 bekent Gerit Geritss van dese beleen penningen vernueght te zijn ende dese beleeninge te zijn gecasseert mette huere van seckere hoff lants. J. van Griensven.