Notaris-, schepen- en andere akten

17 Allen eenen ijgelijcken dese te verthoonen saluijt, wij Andries Thuenissen, Gerit Geritss, Claes Janss, Bernaert Geritss, Jan Handrix, Jan Aertss ende Gerit Dirix, schepenen in Geffen, Jacop Jacopss van Griensven secretaris der sellever heerlicheijt, doen condt waerachtich te wesen dat dese heerlicheijt Geffen, Nuijlant ende aengelegen dorpen ende parochien geene andere noch particuliere costuijmen usantien noch lantrechten en sijn hebbende als de geene die de stadt sHertogenbosch daeronder de selleve heerlicheeden dorpen ended parochien voors zijn resorterende is houdende, hebbende of gebruijckende ende dat de selleve alhier ende daerontrent altijt in recht sijn gevolght ende geobserveert onverbreckelijck sonder dat contrarie dersellever is geuseert gehanteert nnoch in recht geoserveert; noch oijck tegenwoirdich andere zijn houdende off gebruijckende. Actum tot Geffen desen 13-11-1641.

18 Peeter soone wijlen Jans Roeloffs woonende tot Wijchen onder het rijck van Nimmegen als man van Dirixken Handrix zijne huijsvrouwe vanden selleven Handrick ende Iken Dirick Keppen zijne huijsvrouwe tsamen verweckt heeft de helft van een camken ackerlants groot int geheel 6 vaetsaeth gemeijndelijck genoemt Keppen keelcamp ongescheijden ende ongedeijlt te deijlen tegens Thomas Thooniss die dander helft is competerende, alhier tot Geffen ter plaetsen int middelvelt, belendingen: Jan Wouterss Wonders; Aert Jan Faesen tot sHertogenbosch; Jacop Dirix van Griensven; Hilleken weduwe Ambrosius Baudewijns; des vercoopers huijsvrouwe van haer ouders aengecommen; Lijsken weduwe Handrick Aerts.
Testes scabini in Geffen Nicolaes Janss ende Jan Aertss van Lith, desen 16-11-1641.
Desen wtgemaeckt ende gelevert aen Iken weduwe Ruth Hendrick Aertss.

19 Peeter soone wijlen Aert Gielens schoenlepper inwoonder deser heerlicheijt soo voor hem selleven als mede inden naem van Aertken dochtere wijlen Aert Aertss zijne schoonsustere, heeft een huijs, hoff, boomgaert met henne gronden ende aengelegen ackerlant tsamen ontrent 4 vaetsaeth lants tot Geffen inde vlijnsche straeth, belendingen: Willem Peeterss timmerman noortwaerts; Adriaen Michiel Lamberts; de gemeijne vlijnsche strate; Jacop Dirix van Griensven ende Roelof Lamberts; vercregen van Roeloff Lamberts timmerman woonende tot Nuijlant
[verder op f. 63] (schepenbrief Geffen d.d. 7-1-1639); vercoft Diricken Denissen timmerman woonende tot Nuijlant. Belast met een erfrente van 20 gulden jaerlix aen Lijsken Bruijninx binnen sHertogenbosch; noch een erfrente van 1½ vath rogghen aende kercke van Geffen.
Getuijghen waren hier over de schepenen in Geffen Nicolaes Janssen ende Bernaert Gerits, den 31-12-1641.

20 Aende eerw. heeren schepenen deser heerlicheijt van Geffen.
Jan ende Claes gebroederen soone wijlen Cornelis Dirix de Raijmaeckere ende met hen Sijmon Clasen man van Truijken zijn huijsvrouwe ende Frans soone Michiel Jans Franssen als man van Metjen zijne huijsvrouwe dochteren wijlen des voors Cornelis Dirixs, hoe dat hen mits de doot ende afflijvicheijt vande voors henne ouders, mede op welcke tuschen hen van Merijken onbejaerde dochtere wijlen Floris Corneliss hennen overleeden broeder te scheijden ende te deijlen, waertoe desselleve gerne souden procederen ende alsoo tot momboiren over de voors ommundighe dochtere sijn vercooren ende gestelt de voors Jan Corneliss vaderlijcke oom mede deijlder inne desen ende Gijsbert Aert Gijpen moederlijcke oom desselfs; ende soo tot dese deijlinghe nootsaeckelijck is dat inde plaetse des voors Jans eenen anderen momboir worde gesurrogeert neffens Gijsbert Aerts voorgenoemt, worde geordonneert totte deijlinghe te verstaen. Soo versoecken zij dat tot het maken deser deijlinghe in des Jan Corneliss plaetse te stellen ijemant anders.[geen datum]