Notaris-, schepen- en andere akten

78 Missive van rentmeester Johan van Leefdael inhoudende dat de pachter van ’s lands korenwindmolen te Drunen aan Francois Drabbe drossaard der genoemde heerlijkheid bij insinuatie van de vorster aldaar heeft bekend gemaakt dat vele vreemde personen en vooral de molenaar van Elshout in het land van Heusden zich niet ontziet dagelijks meel naar Drunen te brengen met hun karren en paarden zoals o.a. op 11 september jl. de genoemde molenaar dat via zijn knecht met paard en kar gedaan heeft; de pachter heeft paard en kar in verzekerde bewaring gesteld en daarvan terstond kennis gegeven aan de drossaard; de pachter ondervindt hier nadeel van en is niet in staat de uitgeloofde pachtpenningen te voldoen; voorts wordt verklaard dat de genoemde molen door hertogin Johanna van Brabant in 1383 als dwangmolen is aangemerkt met speciale last dat geen ingezetenen van Drunen hun granen niet op andere plaatsen mogen laten breken of gemalen koren mogen kopen of uitwisselen; de drossaard wordt geordonneerd Francois Drabbe in alles te handhaven o.a. op basis van artikel 3 van de ordonnantie op het gemaal en te procederen tegen de contraventeurs tenzij hij enige reden ter contrarie zou hebben

2 MOLEN te DRUNEN en ELSHOUT. Bericht aan de heren van de leen- en tolkamer nl. een remonstrantie van de Hoogedelgeboren Heer Philip Jacob van Borssele als raad en rentmeester generaal, die schrijft ‘dat geene molders de graenen der ingesetenen van andere plaetsen al wart een molen is staende en gelegen buijten deen byvanck van haren molen vermogen aff te halen om deselve op haire molens te breecken ende gebroocken sijnde alsdan wederom thuijs te brengen ofte wel hair eijgene gemaelen meel in andere plaetsen gelegen buijten den bijvanck van haren molen in te brengen, ten waere daer toe by speciaal octroij gerightigt zijn, doir dien anderssints het gemael van de molens der andere plaetsen dair door comen te verminderen en te ruineren, soo heeft het echter des niettegenstaende den molder vanden Elshoudtsen windtcoorenmolen gestaen inden lande van Heusden onder Hollandt onderstaen van tijdt tot tijdt de graenen van de ingesetenen van Druenen jurisdictie van Brabandt, en alwaer s’lants windtcoorenmolen staet aff te haelen, off wel die door de ingesetenen van Druenen op sijnen molen gebraght werden, te breecken en gebroken sijnde aen deselve wederom thuijs te brengen, wairop men oocq geduerigh heeft laeten passen, dogh den selven moijt connen achterhaelen als alleenlijck nu onlancx, wanneer desselffs kneght Adriaen Scheijven met desselfs paert en karre geladen met 9 à 10 quacken meel binnen den Elshoudt opgeladen des naghts tusschen den 11 en 12 deser is gecomen en gereden binnen ende onder de jurisdictie Druenen, al wair op de daet achterhaelt en want het voors. meel staet te bederven en het paert sigh staet op te eten en niemandt naer t’selve omsiet off reclameert, soo versoeckt den remonstrant dat U Ed: Achtb: hem gelieven te permitteren en te authoriseren om de voors. aengehaelde (?) quaken met meel met het paert en karre bij propositie te mogen vercoopen en de penningen dair van procederende soo lang onder hem houden, ge…teert een ijder sijn actie,

92 Missive van rentmeester Johan van Leefdael inhoudende dat de pachter van ’s lands korenwindmolen te Drunen aan Francois Drabbe drossaard der heerlijkheid bij insinuatie door de vorster bekend heeft gemaakt dat verschillende personen, met name de mulder van Elshout, in het land van Heusden zich niet ontzien dagelijks met hun karren en paarden meel te brengen ter plaatse – discussie over het arresteren van de overtreders.

78 Bericht van de krijgscommissaris Ravens op een rekest van de respectievelijke schouten en gerechten van de zeven bovendorpen van het land van Heusden nl. Oud Heusden, Elshout, Hulten, Herpt, Baardwijk, Onzenoort, Vlijmen, Engelen en Hedikhuizen op hoge orders genoodzaakt zijn geweest om in 1747 verscheiden wagens en karren aan het leger te leveren waarop wel enige betalingen door Ravens zijn gedaan doch waarvan nog resteert een bedrag van 6837 gl.