Notaris-, schepen- en andere akten

129 Hendrik Stroes uit Megen verkoopt bij erfmangeling aan Jan van Gemert zijn huis en hof genaamd Thomaskampje en aangelegen landerijen onder Megen aan de Kapelstraat. Jan van Gemert verkoopt bij erfmangeling aan Hendrik Stroes perceel akkerland onder Megen op Krabbenhof met wederzijds genoegen getaxeerd op f 500,--. Jan van Gemert betaalt f 2.000,-- aan Hendrik Stroes.

121 Gijsbertus Hermanus van Beverwijck, secretaris van Schijndel ter eenre en Hendrik Gijsbert van der Schoot, mede wonend te Schijndel ter andere zijde gaan samen erfmangeling aan; comparant ter eenre transporteert aan tweede comparant heiveld te Lutteleijnde ter plaatse genaamd de Sulpher, hem aangekomen bij koop in 1773 van gemeente; Hendrik Gijsbert van der Schoot ter andere zijde transporteert aan eerste comparant akkerland onder Borne ter plaatse genaamd de Buender, hem aangekomen bij koop van Jan van Breemen gehuwd met Peternella Oppers bij transport secretarie te Schijndel 30-10-1773; de weduwe Joost van de Ven heeft akker in huur tot Sint Maarten 1774.

215 Otto Cock en Jan Lefebue / Lefebus hebben verklaard dat ze de volgende erfmangeling gemaakt hebben. Otto Cock draagt aan Jan Lefebue in eigendom over 8 hont hooiland in de Ham te Megen ter plaatse genaamd Smidts Camp, e.z. Maria van Altforst, a.z. Joannes van de Brandt, e.e. de Craijendeijck, a.e. de Maas met de plicht tot betaling van bijbehorende lasten en het onderhoud van de daardoor lopende zomerdijk; tevens te betalen aan vrouwe van Oijen kapitaal van 400 gulden en nog kapitaal van 172 gulden, waarover 5 % rente betaald moet worden, waarvan lopende pacht tot de volgende vervaldag nog betaald zal worden door Otto Cock. Dit alles gaat aanstonds in, maar de wilgen om dit hooiland mogen komende lente nog eenmaal geknot worden door Otto Cock. Jan Lefebue draagt aan Otto Cock in eigendom over helft van 3 ½ hont hooiland, ongescheiden met Francis, onmondige zoon van Peeter Lemmers in de Ham te Megen ter plaatse genaamd Achter de Duijnen, e.z. Eijcken Jeghers, a.z. Theodorus van den Ancker, e.e. de Craeijendeijck, a.e. de Maas met plicht tot betaling van bijbehorende lasten en onderhoud van daardoor lopende zomerdijk; tevens te betalen aan Otto Cock 168 guldens. In marge is 04-05-1707 aangetekend dat kapitalen van 400 en 172 gulden betaald zijn.

160 Willem Wolffganck van Meghen, meester timmerman heeft wegens erfmangeling gevest, getransporteerd en gecedeerd aan Jan van Deghencamp huis en hof, met alles wat daarin aard- en nagelvast is, behalve de beschotten en planken van het werkhuis, die eigendom blijven van voornoemde Willem Wolffganck van Meghen. Dat huis en hof zijn gelegen in de stad Megen, e.z. en e.e. de gemene straat, a.z. Peeter van Lent, a.e. Huijbert Voet, waarbij hoort het onderhoud van 2 roeden winterdijk. Item te betalen aan de pastorie van Megen 6 stuivers jaarlijks als memoriegeld. Item te betalen aan de kerk van Megen ongeveer 2 stuivers jaarlijks, volgens registers die daarvan zijn en wat door Willem Wolffganck van Meghen ooit in koop is verkregen van de erfgenamen van Anthonis Ermers. Item te betalen aan Turnhaudt ten Bos kapitaal van 250 gulden. Item te betalen aan erfgenamen van Evert den Craenenborgher kapitaal van 100 gulden. Item te betalen aan erfgenamen van Frans Pansiers kapitaal van 100 gulden. Al deze pachten te aanvaarden met mei 1705, behalve die aan erfgenamen van Frans Pansiers, die te aanvaarden is omtrent nieuwjaarsdag 1705. Mede is gecompareerd Joan Hermans van Degencamp, die wegens erfmangeling heeft gevest, getransporteerd en gecedeerd aan voornoemde Willem Wolffganck van Meghen huis en hof in Megen, e.z. erfgenamen van Wauter van Schaijck, a.z. Jan Buters, e.e. de Deijck cuijlen, a.e. de gemene straat, alles zoals hij dat gekocht heeft van Gerit Rooloffs , waarover jaarlijkse chijns of huispacht betaald moet worden van 21 stuivers aan de heer van de Lande, waarbij hoort het onderhoud van een deel van de Maasdijk. Item te betalen aan de voornoemde Willem Wolffganck van Meghen 150 gulden eens, wat inmiddels gebeurd is.