Goort Peter Rutten, Gerardt Roeffs, Peter van Valderen, Henrick Dierck Jacobs, en Henrick Rutten, schepenen, Handrick Peter Elias, Gerardt Aert Geerlinckx, Jan Aert van Scheijndel en Jan Janssen, borgemeesteren, Gerardt Roeffs voorschreven en meester Aelbert Sterckman, kerckmeesteren, Mathijs Jan Thijssen en Willen Handrickx van Uden, armeeesters, 'alle ingesetenen ende regeerders, als representerende 't gemeen corpus van Vechel, hebben vuijt crachte van octroijen' verkocht, opgedragen en overgegeven aan Art Leijten woonende tot Erp', een erfcijns van 27 gulden en 10 stuivers, aflosbaar met 550 gulden. Als onderpand dienen de goederen van 'de ingesetenen van Vechel'.
De akte is ondertekend door de genoemde functioarissen met uitzondering van borgemeesters Gerardt Aert Geerlinckx en Jan Janssen.
Bijschrift: deze erfcijns is op 25-01-1668 aan Art Leyten afgelost. Actum op 28-01-1668. getuigen: Peter van Valderen en G. Roeffs, schepenen.