Notaris-, schepen- en andere akten

66 Luijkas Luijkassen als voogd van het onmondig kind genaamd Gerrit van Jan Buijters en Jenneke Janse gaat een huis en landerijen verpachten. Het betreft huis in de Breestraet, ene zijde Bandt de Kuijper wordt verpacht aan Jan Teunisse. Land in het Ruedt aan Luijkas Luijkasse, land in de pagthoeven aan Dirris Jan Dirx, land op de Peerhof aan Claes van Aelst, land naast Jan Dirxheij aan Jacob Peter Aerts, land in de Vaalstreepen aan Jan Ariens van Vugt, land genaamd het Heuvelcampke aan Luijkas Luijkasse, het Jan Gerrit Buterscampke aan Gerrit Janse Hoex, land op de Meer aan Willem Teunisse, land op de Meer aan Peter Tonie Hanenberg, land op de Gemeent met de loopgraaf aan Laurens Linders, land in de Corte Campen in Macharen aan Luijkas Luijkasse, land in Macharen genaamd de Hoeven aan Bartel du Pre, Hendrik Jan Dirxhof aan Jan Willem Wouters, land op de Waatzelaar aan Jan de Leeuw, de Rouwenacker aan Jacob Gerits, land in Herpen aan Jan de Leeuwen land genaamd de Sluitappel aan Aert Franse.

354 Voor schepenen van Vught is verschenen Marcelis Verhoutert, wonend te Helmont. Hij is stadhouder van heer Bergaigne, stadhouder van ’s-Hertogenbosch en Hoog en Laag schout over het kwartier van Peelant. Hij belooft aan Peter Paradamis schrijver van de Boschpoort te Breda de pacht over de dranken over periode van 09-06-1634 tot eind november 1634. Marcelis Verhoutert staat borg.

50 Francis de Weert en Jan van Boort, beiden wonend te Maren, voogden over kinderen van Adriaan van Boort machtigen Johannes Vriezekolk, secretaris wonend te Kessel om t.b.v. de comparanten jaarlijks te verpachten land genaamd de Hammen te Maren, de minderjarigen voornoemd de pachtpenningen te ontvangen en te voldoen f 105,- met rente jaarlijks sedert 11-04-1791 verschuldigd van voorschreven kapitaal bij de minderjarige, vader nu wijlen Adriaan van Boort ter zake van koop van huis en hof te Maren volgens schepenbrieven van Maren 11-04-1777.

49 Jan van Erp en Hendricus van Kessel, beiden wonend te Kessel, kerkmeesters van Kessel bekennen dat Lambertus Steenbackers, wonend te Maren heeft voldaan 76 gulden 8 stuivers voor pacht van weide op uiterwaard de Weijken onder Kessel de kerk aldaar toekomend door Antonij Mouthaan, wonend te Maren op verpachting 05-04-1794 alhier gehouden over jaren 94, 95 en 96 en waarvoor Lambertus Steenbackers voornoemd en Jan van Kessel, wonend alhier zich als borg hadden gesteld.