Apostille en clausule gesteld op het request van Jan Kilsdonc, waarbij den zelve versogt heeft de opcomsten van Gijsbert de Haen, wesende onnosel, te genieten om de kleagie bovendien in rekening aen zelven of desselfs erfgenaem te konnen brengen.
Van ’s Heere wege approbo: mits dat den suppliant en naar haer sijnen erfgenamen den persoon van Gijsbert de Haen onder pretext van schaden of andere nooijt zullen konnen of mogen ver,,sten of abandonneren in sijne behoeftens of nootsakelijkheden, zullende den onnoselen in contrarie vol bleiven bij sijne goederen, soo dat daar van uijt hoofde van kleagie iets voor het
gepasseerde, het tegenwoordige of het toecomende door den suppliant of desselfs erfgenamen zal connen of mogen gerekent of gededuceert wordenal het welke den suppliant op den inventaris sub A gebleve bij den ondergetekenden, waarop deezen apostille en clausul is gestelt worden eijgenhandig onder verband van alle sijne goederen ondertekent heeft. Signatum Ravenstein den 25 novembris 1780
(getekend) van Bree, erflanddrost; Jan Kilsdonck.
(getekend) Jan Kilsdonck; Jan Wilm van Dueren, schepen; Francis van den Hoogen, schepen, H. de Groot.
Eerstelijk, eenen morgen uijterwerth geleegen onder Batenburgh op den derde Lijm, hoijende en deijlinge met de verdere erfgenamen.
Item nogh obligatie ten behoeven van G. de Haan voornoemd, sprekende tot lasten van Wilm Boeijen, bedragende een zumma van 200 guldens teegens vier per cento.
Item nogh een dito van 150 staande tot lasten van Francis Janssen van den Hoogen en sijn vrouw teegens vier guldens per cento voor intresse.
Nogh een dito obligatie van 200 guldens, staande tot lasten van den bovengenoemde Jan Kilsdonck en sijn vrouw teegens vier per cento voor intresse.
Aldus geinventariseerd ten overstaan van ons ondergeschreven schepenen op ’t aangeven van voorgenoemde Jan Kilsdonck den