Notaris-, schepen- en andere akten

204 Kopie van het testament van de Jeer Peter van den Eyndt doctor in de ‘Godtheijt’ [theologie] te Leuven opgemaakt tijdens het pausdom van paus Paulus V [Camilli Borghese – zie Grotefend]; verschenen is de hooggeleerde Heer Peter van den Eyndt geboren te Lierop en doctor in de theologie van de universtiteit van Leuven en professor aldaar met de gebruikelijke inleidende tekst van zijn testament of uiterste wil ‘gesondt sijnde doer die gratia Goodts van hert ende verstant wel hebbende overdenckende datter niet seekerlijcken en is dan die doot en niet onseeckerlijcker dan die ure derselver ende op dat hij niet en come [733] van deser werelt te scjeijden ten sij dat hij ierst van zijn goet hier in dit dal der tranen van Godt verleent ende uere op datter na zijnder doot geen twist (?) op en rijse – Daerom om den vrede zijnder nacomelingen te geven ende te aten, soo heeft hij sijn testament oft uterste wille gemaeckt ende gemaeckt niet ….willende desen over al atat sal grijpen in sulcker manieren als van ijemants testament van hier scheijdende etc. behoerdt te sorteren niettegenstaende datter eenige solemniteijten van rechts wegen in vergeten waeren – Ten ierste dan maeckt hij sijn siele als sijn scheijden sal ut sijn lichaem Godt almechtich sijnen scepper ende verlosser wie hij oetmoedelijck bidt dat hij sijn sunden die hij dit leven eijlacij door sijn sculde gedaen heeft ende wandt hij sulcke gratie hem onwerdich kent bidt hij Godt almachtich [733r] dat hij door versiensten zijnder bitter passie ende door die gebeden ende verdiensten van de hijlige moeder Godts Maria ende alle Goodts hijlige hem gelieve te verhoeren zijn sonden te vergeven ende zijn ziele totten euwighen leven te brenghen zijn lichaem beveelt hij die hijlige eerdt int groot choor ecclesiae parochialis Sancti Quitini huius oppidi daer die begraeffenisse alder bequaemste geschieden sal cunnen – Noch soo heeft hij gewilt ende geordineert dat sijn vuijtvaert geschieden soude in ecclesia Sancti Petri

198 Heer borgemeester van Alphen aan de Maaskant over een verklaring van Jan Celen uit het dorp Lithoijen betreffende zijn zoon die 3 à 4 jaren geleden is uitverkozen voor een beurs van Hr. Hendrick de Graef geboortig van Alphen ten behoeve van zijn naaste vrienden en de bekwaamste; soo ist dat ick oordelende niet redelycker te sijn als correspondentie, niet hebbe willen naer laeten, omme den last van den Hooghm: Heeren der Staeten Generael ten vollen te voldoen UE in minne af te vraegen off UE uit kracht der fundatie des voors. beurse sulx alleen vermooght te doen, aengesijen ick verstae dat noch seecker geestelyck persoon onder de Meijerije van ’sHertogenbossche met UE de medegifte heeft, ick twijffele niet oft UE sult mij hierin geerne onderrichtinghe te doen aen ….. het niet strecken kan tot verminderingh van UE recht ende UE niet meer als recht ic soudt willen; UE siet uit dit bijgaende dat sulcx mijn ampt ende last van den hooghste overheit ic hier volgende verseeckere ick mijn dat UE beleefder sult sijn als dat UE de onderrechtinghe me vriendtschap mij niet doudt ter handt stellen, die UE doch met recht gehouden soudt sijn mij over te leveren; ondersaeten van eene regeringhe moeten niet tegen een loopen maer malkanderen met liefde ende toegenegentheit bejegenen – De gansche saecke sal blijcken uit de fundatie die ick met brenger deses sal verwachten - Eijndigende blijve UE Heeren uwen dienstwilligen Florentius Schuijl

196 latijnse akte
Venerabiles Dominus Gisbertus Coeveringhs, decanus Tielmannus Craen et Antonius Bruinincx kanunniken van de Sint Jan en frater Lambertus à Berchen collateurs van vijf beurzen van Dominus et M. Lucae Dielis waarin ook genoemd worden Petrus Adriaenus de Aelst en Henricus zn.v. Leonardus Theodoricus Strijpensis [afkomstig van Strijp], capitularis Dominus Leonardus de Nistelroij, Petrus Godefridi koster, C. van Kemp notarius publicus – daarna volgt een klein briefje van een vriend als inwoners van Tobgelre, Joffrouwe van den Broeck, te Bergheijck

195 Jan Lambertssen van Oerle de helft van een jaerlycke ende erffelycke losrente van een hondert Ca: gulden ten laste der heeren staeten van Brabant int quartiere van sHertogenbossche te vergelden, staende d’eene helft verschijnende den dertthienden november ende d’andere helft den derthienden may welcke voors. rente Arnt van Sellaer tegen den voors. heeren Staten van Brabant in coop vercregen hadde ende daer naer Peeter Elverdonck Dircxssen als wittich man ende mombor [vgl. momboir] van Cristina van Sellaer erffelycken opgedragen hadde den voors. Jannen van Oerle gelyck in scepenen brieven der stadt van ‘sHertogenbossche daerop gemaeckt breede begrepen stet van date den 28 dach der mandt [vgl. maand] int jaer ons heeren duijsent vyffhondert sesentnegentich heeft hy wittelyck ende erffelyck opgedragen ende overgegeven Geraerden van Broechoven soone meester Hendrick van Broechoven des rentmeester der heeren Staten van Brabant ende Raedt deser stadt van sHertogenbossche tot behoeff vande fondatie van seeckere beurse byden Rentmeester Broechoven alreede daerop gemackt ende alnoch te maecken, tesamen mette voors. brieven ende metter alinge recht hem ende voors. brieven ende den innehouden van dyen eenichsins competerende, ende metten achterstel van twee jaeren in novembri toecomende daeraff te vervallen ende heeft helmelinge daerop vertegen in manieren in dyen gewoonlyck zynde – Gelovende die oors. Jan van Oerle als schuldenaer principael onder verbant van syn persoon ende alle syne goeden hebbende ende vercrijgende t’voors. opdragen overgeven ende vertyden altyt vast stedich ende van werden te houden sonder enich wederseggen ende allen commer calangie ende aentael van synen wegen inde voors. helft deer voors .rente wesende oft comende in de fondatie der beurse voors. aff te doen geheelycken – Getuijgen waeren hier over schepenen in sHertogenbossche Mathijs….meer ende Willem Oliviers;