Mijn Studiezaal (inloggen)9.24 Raad en Rentmeester-Generaal Domeinen (9.24)
87 [twee akten] Rekest van Carel van Vlierden Heer van Eeckart onder het kwartier Kempenland verklarende dat hij in die heerlijkheid volgens de transportbrieven de hoge. middele, lage jurisdictie, jacht, vogelarij en visserij heeft en alle andere rechten die de heerlijkheid toebehoren. Zijn vader, Hendrik van Vlierden, was ook Heer van Eeckart. Het rekest betreft vooral het reglement van de jacht.
8.76 Leen- en Tolkamer: resoluties en plakkaten van Staten-Generaal en Raad van State (8.76)
67 Brief van de Heer van Lijnden i.v.m. enige onregelmatigheden t.a.v. de beden waarbij o.a. worden genoemd de dorpen Liempde, Strijp en Ekart.
8.72 Leen- en Tolkamer: resoluties en plakkaten van Staten-Generaal en Raad van State (8.72)
8 Rekest van Margareta Maria Ram van Schalkwijk douarière van wijlen Johan Karel baron de Jeger [Jeeger] in leven Heer van Eckart met verzoek of een rooms priester de katholieke godsdienst mag uitoefenen binnen het huis van Eckart hetgeen zou mogen stoppen na het overlijden van haar man en haarzelf. Ze bezat ook de Pas Boogaarthoeve onder Sint-Oedenrode. Het huis van Eckart zou overgaan op haar zoon. Zij wil op Pas Boogaart graag een priester die de pastorale functies vervult tot aan haar dood omdat ze vanwege haar hoge ouderdom en lichamelijke zwakheid moeilijk gebruik kan maken van de roomse kerkschuur.
Persoon in schepenakte:
Maria van Schalkwijk
van Eckart
Johan Karel
Datering:
3-2-1774
Soort akte:
Plakkaat / Resolutie
Plaats:
Eckart / Sint-Oedenrode
Toegangsnummer:
8
Inventarisnummer:
72
[Aanvraagfuncties niet beschikbaar. ]
Bron:
Leen- en Tolkamer
Geografische namen:
8.69 Leen- en Tolkamer: resoluties en plakkaten van Staten-Generaal en Raad van State (8.69)
37 Rekest van Johan Carel de Jeger Heer van de heerlijkheid Eckart en diens vrouw Margaretha Maria Ram van Schalkwijk beiden van zeer hoge ouderdom en dermate verzwakt dat ze niet meer in staat waren om hun godsdienst te belijden in de roomse kerkschuur van Woensel waar Eckart parochieel onder valt en hun religieuze plichten niet konden nakomen wat hen zeer frustreerde en ze verzoeken nu aan de Staten Generaal om een rooms wereldlijk priester te mogen toelaten in hun ‘huis van Eckart’. Het wordt onder bepaalde condities goedgekeurd nl. dat de pastorale functies van deze roomse priester zich alleen beperken tot hun huis en ze mogen geen ander toelaten; het traktement komt voor rekening van het echtpaar; de toezegging duurt tot de dag van overlijden van het echtpaar; de in huis te halen priester zal moeten worden voorgedragen aan de Raad van State; men gaat er vanuit dat deze regels niet worden overtreden.