(421) inzake bezit dat de comparante is nagelaten na dood van haar man, zulks ten behoeve van haar kinderen Huijbert en Jenneken, met alle lasten die erop drukken, welke kinderen daarmee naar eigen goeddunken mogen handelen. Datum 8 (422) september 1730, getuigen Paulus Hendricx, Corstaien Claessen, mij present J. van Oerle, secretaris.