Tusschen: 1. Lambertus Loeffen, 2. Theodorus van Lith, gehuwd met Geerdina Loeffen, 3. Antoon Spierings, gehuwd met Maria Anna Loeffen, en 4. Hendrika Loeffen, allen te Nistelrode; van de nalatenschappen van wijlen de echtgenooten Johannes Loeffen en Hendrina van Delst, beiden gewoond hebbende te Nistelrode en aldaar [te Nistelrode] overleden.
Tusschen: 1. Hendrikus van Dinther, 2. Martinus van Dinther, en 3. Antonius Rovers, gehuwd met Johanna van Dinther, allen te Geffen; van de nalatenschappen van wijlen de echtgenooten Jacobus van Dinther en Johanna van Geffen, beiden overleden, eerstgenoemde den 15 december 1887 te Geffen en laatstgenoemde te Heesch den jare 1869.
Tusschen: 1. Peter van Boxtel, te Heesch, 2. Johannes van Boxtel, te Heesch, voor zich zelven en als toeziende voogd over de hierna genoemde minderjarigen van Peufflik, 3. Hendrika van Boxtel, weduwe van Hendrikus Tiebosch, te Uden, voor zich zelven en als moeder voogdesse over hare minderjarige kinderen: Petrus -, Johannes -, Maria -, Ardina -, Elisabeth - en Hendrika Tiebosch, aldaar [te Uden], 4. Adrianus Tiebosch, te Uden, 5. Lambertus Tiebosch, te Uden, 6. Johannes van Peufflik, te Heesch, voor zich zelven en als vader voogd over zijne minderjarige kinderen: Johanna -, Adrianus -, Maria - en Petrus Peufflik, aldaar [te Heesch], 7. Franciscus van Bakel, te Geffen, als deelvoogd over evengenoemde 4 minderjarigen van Peufflik; van de nalatenschappen der echtgenooten Adriaan van Boxtel en Petronella van de Ven, beiden gewoond hebbende en overleden te Heesch.
Tusschen 1. Geertruida van den Berg, weduwe van Johannes van der Doelen, te Berlicum, 2. Johannes van der Doelen, Johanneszoon, te Geffen, 3. Cornelis van der Doelen, te Heesch, 4. Hendrikus van der Doelen, te Heesch, 5. Lambertus van der Doelen, te Geffen, 6. Johannes Joannes van der Doelen, te Geffen, 7. Adrianus de Jong, weduwenaar van Petronella van Hooft, te Berlicum, voor zich zelven en als vader voogd over zijne minderjarige dochter: Francisca Hendrika de Jong, aldaar [te Berlicum], 8. Petrus de Lang, te Rossum, als toeziende voogd over genoemde minderjarige; van den gemeenschappelijken boedels van wijlen Johannes van der Doelen, wijlen diens eerste echtgenoote Justina van Zeeland en diens tweede echtgenoote Geertruida van den Berg voornoemd en de nalatenschappen der twee eerstgenoemden.