Tusschen: 1. Roelof van den Bosch, te Nuland, voor zich en als gemachtigde van Maria van den Bosch, te Uden, 2. Willem Hubers, te Nuland, gehuwd met Wilhelmina van den Bosch, aldaar [te Nuland], 3. Allegonda van den Bosch, aldaar [te Nuland]; van roerende en onroerende goederen behoorende tot de nalatenschappen van Joost van den Bosch en Johanna van Nistelrooij, beiden overleden te Nuland.
Tusschen: 1. Martinus van der Heijden, Corneliszoon, 2. Josephus van Drunen, voor zich en als voogd over Johannes van Drunen, 3. Roelof van der Heijden, 4. Jan van der Heijden, Corneliszoon, 5. Adrianus van der Heijden, Corneliszoon, voor zich en als voogd over Petrus - en Francisca van der Heijden, aldaar [te Nistelrode], 6. Antoon van de Laar, als toeziende voogd over genoemde minderjarigen, zij allen wonende te Nistelrode, 7. Franciscus van Bakel, te Geffen, als deelvoogd voor den minderjarige Johannes van Drunen, 8. Hubertus van der Logt, te Velp, gehuwd met Maria van der Logt, aldaar [te Velp]; van onroerende goederen behoorende tot de nalatenschappen van wijlen Cornelis van der Heijden, Adriana van der Hoogen, Peter van der Heijden en Maria van der Heijden, allen overleden te Nistelrode.
Tusschen: 1. Gerardus van de Laar, Johanneszoon, 2. Hendrikus van de Laar, Johanneszoon, 3. Adrianus van der Wijst, gehuwd met Johanna van de Laar, 4. Adrianus van de Ven, als voogd over: Adrianus - en Maria Anna van de Laar, allen te Nistelrode; van roerende en onroerende goederen behoorende tot de nalatenschappen der echtelieden Johannes van de Laar en Maria van den Broek, beiden overleden te Nistelrode.
Tusschen: 1. Christina Brok, weduwe van Lambertus van Rooij, 2. Adrianus van Rooij, en 3. Gijsbertus van Rooij, allen te Geffen, van tusschen hen in onverdeeldheid bezeten onroerende goederen.