Notaris-, schepen- en andere akten

388 Adam wettige zoon van weijlen Aelbrecht van den Broeck heeft zich beklaagd over zijn betalingachterstand inzake een jaarlijkse chijns van 2 ponden van elk 7 stuivers, die Peter Peters van den Doren aan genoemde Adam had verkocht (=beloofd, JT) op onderpand van een huis, tuin, hofstad etc. gelegen in de parochie Boxtel achter het Hof van Stapellen aan de Bosch, b.p. Jan Mombers, de heer van Boxtel, Goijaert Dircks, de gemeenschappelijke straat. Nog op onderpand van een zesterzaad land genoemd dat Cloetken aldaar ook gelegen, b.p. de heer van Boxtel en meer anderen, de gemeenschappelijke weg, volgens de schepenbrief van Boxtel d.d. 17 april 1482. De onderpanden zijn vervolgens geveild en de koop is gegund aan Lambrecht Claes Tijmermans voor de achterstand en de kosten. Datum 13 september 1484, getuigen als voor.

387 Aelbrecht Janssen en Godschalk Dircks als beheerders van de tafel van de H. Geest te Boxtel hebben in de ´gebannen vierschaar´voor schout en schepenen hun beklag gedaan over de achterstalligheid van een jaarlijkse pacht van 1 malder rogge, maat van Boxtel die 2 jaar onbetaald is, welke pacht wordt geheven uit een stuk land genoemd de Vosakker, gelegen in de parochie van Boxtel met meer onderpanden volgens diverse schepenbrieven van Den Bosch en van Boxtel. De onderpanden zijn daarna ¨geveild¨ (te koop aangeboden, JT) zoals gebruikelijk is. De koop is gegund aan Jan de Momber onze collegaschepen voor de achtersnad en de kosten. Datum 24 augustus 1484, getuigen alle schepenen. (attentie jaartal, JT)

367 Heer Aert Scuemaker als rentmeester van het kapittel van St. Oedenrode beklaagt zich in de voltallige schepenbankvergadering over een jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge ´min een hoop´en nog 1 mud gerst, maat van Den Bosch, welke pacht twee jaar onbetaald is gebleven en waarover met rechtsmiddelen dat bezit is overgedragen aan Jan Daniel Michiels van Doeren zijnde een akker gelegen in de parochie van Boxtel in het Elsbroeck, genoemd de Venacker, b.p. Joost Neckers, de erfgenamen van Gerit Hoesschen, Herbrecht Hals, de heer van Boxtel. Het bezit heeft zijn´geboden´(publikaties, JT) gehad in Den Bosch en ook in de schepenbank van Boxtel. Datum 18 februari 1484, getuigen alle schepenen.

349 Aleijt weduwe van Elias van Lucel heeft zich beklaagd over een pacht van 1 mud rogge die twee jaar onbetaald is gebleven, maat van Oirschot, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag, welke pacht Dirck Gerits van Vucht eerder had beloofd aan wijlen Jan Vos zijnde de oom van genoemde Aleijt, op onderpand van een huis, tuin, hofstad etc. gelegen in de parochie van Boxtel ter plaatse Onrode genoemd aan de Hoechstrate daar, b.p. Elias van Lucel en zijn kinderen, Henrick Coppens. Nog op onderpand van 3 stukken land, het ene stuk gelegen in de zelfde parochie te Casteren, b.p. Peter Gheenkens, Bouwen Josepfs. Het andere stuk is gelegen te Onrode in de Brake, b.p. Marcelis Oven (?), de verkoper zelf. Het derde stuk genoemd de Bocum aldaar gelegen b.p. Peter Conen, Jan van Vucht, Elias van Lucel en zijn kinderen. Nog op onderpand van de helft van een beemd gelegen in de zelfde parochie in de Bucum, b.p. Jan van Vucht, Matten Geritsdochter. Nog beklaagt Aleijt zich over een pacht van een half mud rogge, te betalen op Maria Lichtmisdag te Boxtel binnen de bruggen, welke pacht Willem wettige zoon van Aelbrecht Smeets had verkocht aan Lisbeth wettige dochter van Elias van Lucel, op onderpand van 2 stukken land gelegen in genoemde parochie te Onrode aan de Hoechstrate. Het ene stuk b.p. Marcelis Willems Wandellaers, het erf van de verkoper. Het andere stuk land is ook daar gelegen, b.p. Henrick Coppens, Marie de vrouw van Daniel van den Wegescheijde en haar kinderen. De koop is gegund aan Aert van Vucht onze medeschepen voor de grondchijns die erop drukt, de pachten van anderhalf mud rogge en nog voor 2 pond per jaar aan de priesters te Boxtel. Datum 9 april 1484. (attentie jaartal, JT)