Notaris-, schepen- en andere akten

1122 Jan Aerts van Lijemdt en Daniel Laureijs Goossens als wettige voogden over de wettige kinderen van Gerit Jan Molengraefs hebben zich beklaagd over een pacht van 20 lopen rogge die 2 jaar onbetaald is gebleven en die deze kinderen toekomt, welke pacht Gerit Willems van Akeren had beloofd op onderpand van een huis, tuin, hofstad met aangelegen erven gelegen in de parochie van Boxtel te Brukelen aan de heerbaan waarin Jan Molengrafs is gestorven, genoemd het Moleniser (= Molenijzer, JT) volgens de schepenbrief d.d. 14 januari 1489. Het bezit is in Den Bosch en hier ook geveild en de koop is gegund aan Aleijt wettige dochter van Laureijs Goossens als weduwe van Gerit Molengraefs ten behoeve van haar. (ten behoeve van haar en haar wettige kinderen = doorgestreept, JT). Datum 25 juni.

1120 Laureijs Engbrechts van de Berselaer heeft zich beklaagd over een pacht van 1 mud rogge die zijn broer Jan met instemming hierin van diens vrouw Mechteld aan deze Laureijs had verkocht op onderpand van het huis, tuin, hofstad gelegen in de parochie van Boxtel te Tongeren, b.p. Gheefaert Gheenen, Jan van Vrolaer volgens de schepenbrief van de dag na St. Remius anno 1479. Het bezit heeft ¨zijn geboden¨ gehad in Den Bosch en ook hier. De koop is gegund aan Willem natuurlijke zoon van Dirck Scuemaker (Haijwigen is doorgestreept, JT). Voorwaarde dat als onderpand voor het mud rogge alleen het huis, hofstad, akker en weiland dienen te Tongeren, b.p. Gheefaert Gheenen, de zusters van Orthen en meer anderen, de straat. Datum 12 augustus. In marge: Laureijs natuurlijke zoon Jan Molengraefs en Bouwen Janssen. (wat die hiermee van doen hebben is onduidelijk, JT)

1119 Goijaert Loijwich Nennen heeft zich beklaagd over 22 peters en 7 en een halve stuiver, elke peter tegen 18 stuivers met de rente van 10 lopen rog die 3 jaar onbetaald is waarvan de principale brief dateert van 12 oktober 1479. In die brief had Jan Jan Peters dat bedrag etc. beloofd aan Jan en Peter broers en kinderen van Lambrecht Augustijn Goossens en daarna hadden die broers die bedragen weer in een schepenbrief van Boxtel aan Goijaert overgedragen d.d. 20 maart 1485. Dat betekent dat hij rechten heeft op het onderpand en wel op al het bezit van Jan Jan Peters wiens moeder was Maria dochter van Augustijn Goossens en welk bezit hij van zijn grootvader Augustijn Goosens had geerfd, welk bezit in Boxtel is gelegen onder Tongeren. De koop is gegund aan Gijsbert Dircks en die heeft het bezit weer overgedragen aan genoemde Goijaert. Datum 10 juli, getuigen als voor.

1215 Engbrecht van de Berselaer en Jan Haijwigen als kerkmeesters van de parochiekerk van Boxtel, hebben zich beklaagd in een geding voor schout en schepenen, inzake een bedrag van 20 peters van elk 18 stuivers, welk bedrag Delije wettige dochter van Gerit Avengoen met instemming van Jan Lambrecht Meeus haar wettige man aan de kerkmeesters had vermaakt, na dood van hen beiden te betalen op onderpand van hun beider bezit volgens hun testament opgemaakt door heer Wouter van Tuijl in aanwezigheid van de getuigen Jan Reijners, koster te Boxtel, Goijaert Ruestenborchs en Jan Haijwigen d.d. 1472, 6e inductieperiode (m.i. was de bisschop van Luik hier in zijn 16e jaar in funktie, JT) om 3 uur na de middag omstreeks. Daarom hebben de kerkmeesters rechten op het onderpand zijnde een huis, tuin en hofstad gelegen te Boxtel binnen de bruggen aan de Langestraat, b.p. Aert Coppelmans, wijlen Engbrecht van Weert, de weg, Wouter Bastaerts, welk huis Lambert heeft laten timmeren. Het bezit is niet in Den Bosch geveild en de koop is gegund aan Engbrecht van de Berselaer voor de 20 peters en de kosten van de procedure die al zijn gemaakt of nog gemaakt zullen worden. Datum 11 november.