Notaris-, schepen- en andere akten

248 Wij schepenen verklaren hierbij plechtig dat is verschenen Jan van den Heesacker en heeft zich beklaagd over Anthonis Crabben of hoe die ook genoemd mag worden, dat deze Anthonis bepaald bezit onder zich geeft dat toebehoort aan wijlen Luijtgaerd Gielis Crabben in welk bezit Jan meent rechten te hebben als erfgenaam van deze Luitgaerd, welk bezit hem meer waard is zoals hij zegt dan 50 gouden leeuwen voor zijn erfdeel daarin. Hij is bereid daarvoor getuigenverklaringen te doen maken en zijn rechten te verdedigen. Jan wil dat er voor zijn erfdeel dat geld wordt betaald of voor zoveel als nog door de rechter zal worden bepaald.

35 Philippus Franciscus, Prince van Rubempré, getrouwd met Louijsse Brigitte de Rubempré, die eerder getrouwd is geweest met Charles Fredrick Rijngrave, eisser, contra, Johan van Rijckevorssel, medicine doctor in ’s-Hertogenbosch; Maria, weduwe Peter Willems van Druenen; de weduwe van Diellis Cornelissen; Otto van Ingen en N.N. van der Heijden, molenaars respectivelijk wonende te Heesch, Oss en Berghem, verweerders. De eissers hebben een kapitaal van 15.000 gulden uitgezet tegen een jaarlijkse rente van 720 gulden. Dat is gedaan door jonkheer Peter Saverneel. In onderpand is gegeven een jaarlijkse rente van 70 gulden op de Gruijten alhier, in bezit van de eerste gedaagde. Verder drie vierde parten in de molens van Heesch, Nistelrode, Oss en Berghem, waarvan de gedaagden gebruikers zijn. Er is een achterstand in de betaling van de rente, opgelopen tot meer dan 6000 gulden. De eisser stelt de verweerders aansprakelijk.

11 Everard Lemmens, aanlegger, contra Claes Jan Gijsberts, gedaagde. Aanlegger heeft een stuk grond te Deursen verkocht aan de gedaagde voor 300 gulden. Dat bedrag werd in termijnen betaald, maar er is onenigheid over de betaling. De gedaagde heeft 11 gulden ingehouden van de eerste termijn van 50 gulden, om daarmee een halve ton bier te kopen en de achterstallige ongelden te betalen.